De organisatie van de marathon van Rotterdam heeft het moeilijk. Vorig jaar was de winnende tijd bij de mannen 2.06.47. Waar vroeger het budget voor het aantrekken van toplopers 1 miljoen euro bedroeg, was het bedrag voor de editie van dit jaar 700.000 euro. Nog steeds een respectabel bedrag, maar niet een bedrag waarmee Rotterdam de concurrentie aankan met kapitaal krachtiger marathon organisaties zoals Londen. Het wordt daarom steeds moeilijker om de echte toppers op de marathon naar Rotterdam te halen. Rotterdam heeft wel zijn naam en het relatief snelle parcours als voordelen. Idealiter zouden hier lopers/loopsters kunnen debuteren en zich middels een goede prestatie in de kijker kunnen lopen voor de grote marathons en selecties voor kampioenschappen.
Voor dit jaar koos de organisatie van de marathon van Rotterdam niet zoals in voorgaande jaren voor een zo snel mogelijke tijd, maar voor een spannend wedstrijdverloop en een winnende tijd van binnen de 2.06. Het lijkt mij een logische keuze, aangepast aan de financiële mogelijkheden. De fixatie op scherpe tijden maakt de marathon als schouwspel niet aantrekkelijker, een spannend wedstrijdverloop wel. Ondanks het lagere bedrag voor het aantrekken van het deelnemersveld, stond er toch een aantal wereldtoppers aan de start met Ayele Abshero en Tsegaye Kebede plus de nodige sub-toppers zoals John Mwangangi en interessante debutanten als Geoffrey Kirui.
De omstandigheden waren gunstig met een prettige temperatuur en bijna geen wind. In de wedstrijd was het de opdracht van de 3 hazen om de groep halverwege door te laten komen in een tijd van 1.02.30. Na een eerste 5 km in 14.39 werd het tempo er uitgehaald. Maar de 5 km tijd van 15.07 die volgde was weer veel te langzaam. Gevolg was een tempoversnelling waar een aantal lopers moesten passen. Heel verrassend was daar Ayele Abshero bij, die in de dertiende kilometer moest lossen. Halverwege kwam de groep door in 1.02.20. De groep dunde langzaam uit, waarbij op 30 km ook de tweede favoriet Tseagye Kebede moest lossen. Een van de 3 hazen hield het tot 35 km vol. Er was toen nog een trio over met Geoffry Kirui, Solomon Deksisa en Marius Kipserem. Vanaf de halve marathon was het tempo gezakt en was het spannend of de winnaar nog binnen de 2.06 zou finishen. Op 38 km moest Kirui lossen. Op 40 km versnelde Kipserem maar het gaatje met Deksisa bleef klein. Marius Kipserem won de marathon in een tijd van 2.06.11, een dikke verbetering van zijn PR van 2.09.21. Deksisa werd tweede in 2.06.22 en Kirui werd bij zijn debuut op de marathon derde in 2.07.23. Deksisa verbeterde in zijn tweede marathon zijn PR van 2.17.32. Zo bestond het podium niet uit de lopers die werden verwacht. Opvallend was dat zowel Tegaye Kebede (5e in 2.10.56) als Ayele Abshero (9e in 2.12.18) wel de finish haalden.
In de schaduw van de grote mannen deed Koen Raymaekers een dappere poging om de limiet van 2.11.00 voor de Olympische Spelen te halen. Halverwege kwam hij nog goed door in een tijd van 1.05.25, maar niet veel later moest hij de groep waarin hij liep laten gaan en ging vanaf 25 km het tempo omlaag. Het was duidelijk dat zijn kwalificatie poging niet ging lukken. Koen kreeg steeds meer last van een kuitblessure. Op ruim 30 km stapte hij uit.
Bij de vrouwen startte Sutume Kebede heel snel, op een schema van 2.18. Gaandeweg de wedstrijd kreeg ze het steeds moeilijker. Vijf kilometer voor het einde werd ze achterhaald door haar landgenote Leterbrhan Gebreselasea die werd gehaasd door Jeroen van Damme. Gebreslasea won in een tijd van 2.26.15 voor Kebede in 2.28.04 en Rebecca Korir in 2.29.16. Inge de Jong verbeterde haar PR en liep een tijd van 2.33.20 waarmee ze zevende werd bij de vrouwen.
De uitslagen van de marathon zijn al beschikbaar: http://www.nnmarathonrotterdam.nl/editie-2016/uitslagen/ Een opvallende naam in de top-100 is die van Pascal van Norden die een tijd van 2.34.24 liep. Pascal miste daarmee zijn PR op een paar seconden. Pieter Mans die zich dit jaar op de marathon richt kwam tot een tijd van 2.35.51.
Henri Thunnissen