Er zijn vele wegen, die naar Basel leiden

Ditmaal liep Bram van de Bijl niet via de Jura Hohenweg naar Basel, maar via de Westweg.

Normaalgesproken had hier het verslag van mijn deelname aan de Swiss Jura Marathon (http://www.swissjuramarathon.com/) moeten staan, maar als deelnemer van het eerste uur was het mij ditmaal niet vergund deel te mogen nemen. Ik had mij weliswaar vóór de sluiting van de inschrijvingstermijn opgegeven, maar het maximaal aantal deelnemers was reeds bereikt en een vierde plaats op de reservelijst was mijn lot. Dan maar op zoek naar iets anders. Tijdens een bezoek aan een bekende Duitse website over marathon- en ultralopen (http://www.steppenhahn.de/) zag ik iets dat mij wel wat leek: de 2. Westweg Abenteuerlauf. Ik vroeg informatie aan, maar schreef mij nog niet in, vermoedend dat ik nog wel van de reservelijst af zou komen. Wanneer ik Urs of Uli zou hebben geheten, was dat wellicht ook wel gebeurd, maar nu dus niet en zodoende moesten zes andere lopers (vier Nederlanders, waarvan één woonachtig in Zwitserland en één woonachtig in Duitsland, en twee Belgen) de honneurs waarnemen voor de Benelux. Uiteindelijk schreef ik mij maar in voor de 2. Westweg Abenteuerlauf. Geen slecht besluit zo zou achteraf blijken.

Bij het organiseren van etappe-lopen wordt vaak gebruik gemaakt van bestaande wandelroutes (Pieterpad, Jura-Höhenweg). De Westweg Abenteuerlauf vormt hierop geen uitzondering, want men maakt gebruik van de Westweg, DE wandelroute van Pforzheim naar Basel door het Schwarzwald (http://www.schwarzwaldverein.de/SWV_Wege/SWV_Weg_Westweg.htm), aangeduid met een liggende, rode ruit. Het Schwarzwald is een vrij dichtbebost en heuvelachtig gebied, dat naar het zuiden toe steeds hoger wordt en tot bijna 1.500 meter reikt. Veenmeertjes, moerassen en kleine dorpen met vakwerkhuizen vullen het landschap verder in. Het gebied valt te vergelijken met de Vogezen, die aan de andere kant van de grens alsmede aan de andere kant van de Rijn liggen.

De belangrijkste man achter de Westweg Abenteuerlauf is Walter Eberhard ( http://www.bajus-ausdauerschule.de/ ), die in een samenwerkingsverband met de Oostenrijker Alexander Pittl (http://www.laufwerkstatt.at/) een viertal evenementen (één 1-daagse loop en drie etappe-lopen) organiseert, die allen op min of meer dezelfde leest geschoeid zijn (http://www.erlebnislauf.de/). Geen startnummer, geen tijd-opname, geen klassering en groepsgewijs lopen, waarbij wordt uitgegaan van een tempo van 10 km/u en bergopwaarts wandelen. Verder wordt er regelmatig gestopt om iets te drinken, een foto te maken of zomaar van het uitzicht te genieten. Ongeveer iedere 10 km wordt de verzorgingspost opgebouwd, waarbij tevens de mogelijkheid bestaat om van kleding te wisselen. Van de deelnemers wordt verwacht, dat zij een marathon onder de 4 uur kunnen afleggen en/of enige ervaring hebben met ultralopen. Verder wordt van hen verwacht, dat zij met een klein lopersrugzakje lopen met daarin wat water en reserve-kleding (voor het geval de nood aan de man komt).

‘Abenteuerlauf’, wat moet ik mij daar bij voorstellen? In zekere zin is iedere loop een avontuur, waarvan de afloop onbekend is. Er zijn natuurlijk wel gradaties in mate van avontuurlijkheid aan te brengen. De marathon van Bagdad lopen met de Amerikaanse vlag of een 100 km-loop door de Braziliaanse jungle zonder verzorgingspost scoren daarbij allicht hoger dan een ‘Abenteuerlauf’ door het zuiden van Duitsland, waarbij door de deelnemers dermate veel electronica wordt meegesleept, dat zo ongeveer iedere parameter des levens te meten valt en waarbij de verzorgingspost wel een soort picnic lijkt. Zelf liep ik rond met een digitaal sporthorloge, dat standaard 7-8 minuten achterloopt, maar anderen willen duidelijk meer weten en maakten gebruik van de apparatuur, zoals deze onlangs beschreven is in een bijdrage van Hinrick Klugkist ( https://www.ultraned.org/n_item/f2309_2004_07.php ). Uit eigen observatie kan ik inderdaad bevestigen, dat de ‘puist’ beter werkt dan een GPS. Ook op het gebied van de fotografie loop ik achter. Waar de meeste anderen gebruik maakten van een digitale camera maakte ik nog gebruik van een ‘normaal’ toestel. De voordelen van een digitale camera zijn echter plenty. De toestellen zijn klein en makkelijk te hanteren en bieden bovendien de mogelijkheid een grote hoeveelheid opnames te maken zonder het geklungel met rolletjes. Ons groepje gaf soms net de aanblik van een groep Japanners, die in drie dagen heel Europa doorreist en fotografeert: snel een foto maken en dan weer doorlopen.

De Tourist-Info Schiltach was verantwoordelijk voor het dagelijkse vervoer van onze spullen naar de plaats van aankomst. De fotograaf Bernd ging de hele week met ons mee om een fotoreportage van de loop te maken. Hij zou uiteindelijk ongeveer 3.000 opnamen maken. Het team van de met ons meereizende verzorgingspost bestond uit:
– Anton, een wat oudere man met een groots hardloopverleden, die er nu aardigheid in heeft andere lopers te verzorgen tijdens dit soort evenementen;
– Gabi, de echtgenote van één van de deelnemers; zij liep soms het laatste stuk van een etappe mee;
– Margaretha, de vriendin van Anton.
Bij aanvang kreeg ieder een eigen beker waarvan gebruik gemaakt kon worden bij de verzorgingspost. Het aanbod was uitgebreid en deed, zoals al eerder vermeld, meer denken aan een picnic dan aan een verzorgingspost: apfelschorle, malzbier, pretzels, sportdrank, mineraalwater, cola, appel, banaan, meloen, olijven, maïskolfjes, augurkjes, biscuit, chocola, kaas en kaasbroodjes. Afvallen zat er dus weer niet in dit keer, :-)))) De begeleidende loper was Walter Eberhard, die werd bijgestaan door zijn loopvriend Michael Maier. Na lange tijd steeds langere afstanden en betere tijden te hebben nagestreefd, waarin vooral laatstgenoemde zeer succesvol was (100 km net onder 7 uur, bijna 260 km in 24 uur), hoeft dat nu niet meer zo nodig en lopen beiden voornamelijk nog voor hun plezier. De Westweg heeft beider harten gestolen en voor Michael is de Westweg na zijn vrouw zijn grootste liefde. Ze vinden het duidelijk leuk om ook anderen met dit gebied kennis te laten maken. Michael was blij te constateren, dat ik elf jaar na onze vorige ontmoeting nog altijd een actief hardloper ben. Tja, elf jaar geleden tijdens de Swiss Ultra Marathon van Basel naar Bellinzona waren we beiden nog jong en snel, :-))))) Maar goed, de snelheid verdwijnt een beetje, maar de lol blijft moeten we maar denken!

Ik had het geluk dat mijn moeder en zus ook wel weer zin hadden in een vakantie in het Schwarzwald en zodoende kon ik 16 juli ’s middags met al mijn loopspullen voor hotel Hasenmayer ( http://www.hotel-hasenmayer.de/ ) in Pforzheim worden afgezet. ’s Avonds vond aldaar onder het genot van een avondmaal de eerste kennismaking en de voorbespreking plaats. Negen lopers (zeven deelnemers, één begeleidende loper en één begeleidende deelnemer; twee vrouwen en zeven mannen; één Nederlander, één Zwitser en zeven Duitsers) hadden zich gemeld voor het hele traject. Een aantal anderen zouden één of meer etappes lopen. Diverse bekende gezichten tijdens de kennismaking, vooral het resultaat van mijn deelnames aan de Swiss Jura Marathon. Ik was echter niet alleen de enige Nederlandse deelnemer, maar ook de enige niet-Duitstalige deelnemer. Dat betekende dus weer een weekje mijn kennis van de Duitse taal aanspreken. Maar ja, als mensen in allerlei dialecten (Tirols, Zwitsers en Schwabisch) gaan praten, houdt het natuurlijk al snel op voor mij. Hoewel ervaren als etappe-loper zou deelname aan deze loop toch weer de nodige nieuwe ervaringen met zich mee gaan brengen. Ik was goed voorbereid, maar de mens is net een computer: soms wordt zij/hij getroffen door een virus en crasht de harde schijf. Het beste er maar van hopen.

17 juli 2004: Pforzheim ( http://www.pforzheim.de/ )-Forbach ( http://www.forbach.de/ ), 53.5 km, +1.100 meter

Na een onrustige nacht (mijn kamer was gelegen aan een vrij drukke, doorgaande weg) kon er vanaf 7 uur ontbeten worden. Het aanbod was groots en mijn consumptie was dan ook meer dan gebruikelijk. Vervolgens omkleden, inpakken en met een stadsbus richting start, alwaar niemand minder dan de burgemeester van Pforzheim het startschot zou geven. Aangevuld met vier gastlopers begaven wij ons om 9 uur in een gemoedelijk tempo op pad voor wat in kilometers de langste dag zou worden. Het noorden van het Schwarzwald is eind 1999 getroffen door een orkaan, genaamd Lothar, en deze heeft er op sommige plaatsen werkelijk onvoorstelbaar huisgehouden. Grote percelen met bos zijn volledig omgewaaid. Maar zoals een bekend Nederlands filosoof ooit eens heeft gezegd ‘ieder nadeel heb zijn voordeel’: het landschap is een stuk opener geworden en biedt meer uitzicht. Daarvan kon echter niet volledig onbekommerd genoten worden, want dat liet de ondergrond niet toe (vaak paden vol boomwortels, keien en stenen). Zelf heb ik veel plezier gehad van twee paar off-the-road-hardloopschoenen (Asics Gel-Eagle Trail III WP; http://www.asics.nl/). Het was lekker weer en na enige tijd bereikten we de Kaiser-Wilhelm-Turm, gelegen op ongeveer 1.000 meter hoogte. We hadden geen haast en maakten nog wat extra hoogtemeters door de toren te beklimmen. Hierna volgde een vrij steile afdaling richting Forbach. Even vóór Forbach trof ik mijn moeder en zus, die die dag een excursie rond Forbach hadden gemaakt. Niet wetend dat het familie betrof, waren sommige andere deelnemers getroffen door de hartelijke wijze waarop Nederlanders in den vreemde klaarblijkelijk met elkaar omgaan. Overnacht werd er in Landgasthof Waldhorn (http://www.landgasthof-waldhorn.de/). Organisator Walter heeft grootse plannen met en verwachtingen voor deze loop en hij had derhalve veel afspraken met de pers gemaakt om hen deelgenoot te maken van zijn soms ietwat utopistische ideeën. De deelnemers werden geacht bij deze ‘persconferenties’ aangewezig te zijn, al was het alleen maar voor de obligate groepsfoto. Om 18 uur vond de eerste sessie plaats tijdens deze week. Om 19 uur volgde het gezamenlijke avondmaal. Ik besloot bijtijds te gaan slapen en af te zien van een avondwandelingetje. Geen slecht besluit, want al snel barstte een onweer los.

18 juli 2004: Forbach-Kniebis (http://www.kniebis.de/), 50 km, +1.460 meter

Na een wat rustigere nacht dan gisteren begon de nieuwe dag ook nu weer met een uitgebreid ontbijt. Ik liet het me goed smaken, want het zou weer een lange dag worden. Met de auto werden we naar de nabijgelegen Schwarzenbachtalsperre gebracht, maar niet voordat we nog een blik hadden geworpen op de bezienswaardige, houten brug in het dorp. Met drie gastlopers vertrokken we vanaf de stuwdam, terwijl de pers nog wat foto’s maakte. De eerste dag was ik probleemloos doorgekomen. Nu eens kijken wat de tweede dag zou brengen. Het was wederom lekker weer. Na een aantal km’s liepen we een gebied binnen, waar die dag een reguliere marathon zou worden gehouden. Met twee begeleiders en één deelneemster die de streek goed kenden, en twee deelnemers, een huisarts en een geoloog die tezamen zo ongeveer de gehele flora en fauna leken te beheersen, had de loop soms wel wat weg van een (natuurhistorische) excursie in looppas. Er werden in ieder geval voldoende foto’s genomen om indien noodzakelijk een dikke pil over de flora en fauna van het Schwarzwald te kunnen illustreren. Het was zondag en wat sterk opviel was de erg magere spreiding van mensen binnen het gebied. Bij de Mummelsee, een toeristische trekpleister, was het enorm druk, terwijl men zich 500 meter verderop weer alleen op de wereld kon wanen. Na enige tijd bereikten wij de Hornisgrinde, met 1.163 meter het hoogste punt van het noordelijke Schwarzwald. Iets eerder op de dag hadden we al op de toren bij de Badener Höhe (1.003 meter) gestaan. Een volgend toeristisch zijsprongetje was een bezoek aan het Lotharpfad, een educatief pad door een door de orkaan Lothar volledig verwoest bosperceel. Op inventieve wijze was er op dit pad gebruik gemaakt van de omgevallen bomen. De moeite waard. Één van de gasten hield het na ongeveer 40 km voor gezien. Bijna 100 km lopen in twee dagen is natuurlijk ook niet niks! Op het eind volgden we een alternatieve route richting Kniebis, waardoor ik mijn moeder en zus misliep, die ergens langs de ‘officiële’ route onze komst afwachtten. Nu trof ik hen een aantal uren later in hotel Schwarzwald Kniebis ( http://www.schwarzwald-kniebis.de/ ), alwaar ook de pers haar opwachting weer maakte. Na de groepsfoto ging ik met mijn moeder en zus mee naar hun vakantie-onderkomen in Kniebis om gezamenlijk met hen te eten en weer eens Nederlands te kunnen spreken, :-))) De tweede etappe had vooral lang geduurd, maar was voor de rest zonder problemen afgehandeld.

19 juli 2004: Kniebis-Wolfach (http://www.wolfach.de/), 40.5 km, +825 meter

Uitgezwaaid door moeder en zus en weggeschoten door de waard van het hotel gingen we op pad richting Wolfach. Bij dit soort ondernemingen is het schier onmogelijk om van start tot finish scherp te zijn. Zo gebeurde het, dat ik tijdens deze etappe een stuk min of meer op de automatische piloot heb gelopen. Ik liep wel, maar ik was er niet zo bij. Gelukkig was dat slechts van korte duur. Het weer was aangenaam, de omgeving mooi en natuurlijk deden we ook weer een toren aan (Brandenkopf). Voor de laatste twee overgebleven gastlopers was dit hun laatste dag. Zij woonden beiden in Wolfach, maar voordat wij dat bereikten moesten we eerst vanaf het uitzichtspunt Spitzfelsen een lange afdaling maken het Kinzigdal in. ’s Avonds aten we gezamenlijk buiten op een terras in het historisch verantwoorde centrum van Wolfach. De eigenaar van Gasthof Hecht (http://www.hecht-wolfach.de/) had ons toegestaan gebruik te maken van de wasmachine, waarvan een aantal dankbaar gebruik maakte. Als gevolg van een nachtelijk regenbuitje was de uitgehangen was de volgende morgen nog niet droog. Gelukkig had ik voldoende shirtjes bij me. De aangekondigde mogelijkheid tot het ondergaan van een massage kwam te vervallen. Voor mij geen probleem, want de benen voelden nog goed.

20 juli 2004: Wolfach-Schonach (http://schonach.de/), 33 km, +1.500 meter

Uitgezwaaid door één van de twee gastlopers uit Wolfach en weggeschoten
door een lokale notabele (we waren de voorgaande avond niet bezocht door de
pers) gingen we op pad voor de etappe met de minste km’s (33) maar met de
meeste hoogtemeters (1.500). Het weer oogde somber en het duurde dan ook
niet lang voordat het begon te regenen. Gelukkig zette de regen niet echt
door. De fysieke gesteldheid van de deelnemers begon inmiddels
haarscheurtjes te vertonen. Er werd weliswaar niet echt erg hard gelopen,
maar we maakten lange dagen en bergafwaarts lopen brengt een zware
belasting van de knieën en schenen met zich mee. We werden ter
ondersteuning van het lopen in de gelegenheid gesteld om stokken te
gebruiken, die normaalgesproken bij nordic walking worden gebruikt.
Onbekend met het fenomeen heb ik het maar gelaten voor wat het was.
Bijtijds bereikten we Landhotel Rebstock
(http://www.landhotel-rebstock.com/) in Schonach. Hoewel het in principe
een rustdag was voor dit hotel deed de waardin toch haar best voor ons. Dit
hotel had een zwembad en een whirlpool en zo kon het gebeuren, dat ik voor
het eerst van mijn leven in een whirlpool belandde. Om 18 uur moesten we
weer aantreden voor de pers, maar dat liet ons nog voldoende tijd voor een
klein toeristisch uitstapje: de waterval in Triberg
(http://www.triberg.de/), de hoogste waterval van Duitsland. Op weg daar
naartoe passeerden we en passant ’s werelds grootste koekoeksklok en op de
terugweg een galg (niet meer in gebruik) en een skischans (nog wel in
gebruik). De 18-uur-sessie leverde ons ons eerste gratis drankje op. De
waardin had intussen een grote berg spaghetti klaargemaakt, die wij met
veel plezier naar binnen werkten.

21 juli 2004: Schonach-Feldberg (http://www.feldberg.de/), 52 km, +1.000 meter

Omdat het een warme dag zou gaan worden met in de loop van de middag
wellicht onweer werd besloten iets eerder te starten dan te doen
gebruikelijk was geweest tot dan toe. Na twee iets kortere dagen mochten we
vandaag weer flink aan de bak. Met de auto werden we een stukje
teruggebracht om vanaf daar onze weg te vervolgen. Een lokale notabele
verrichtte het startschot. Inmiddels hadden we een deel van het Schwarzwald
bereikt waar de orkaan Lothar geen schade had veroorzaakt. Het landschap
vond ik veel weghebben van de Zwitserse Jura: heuvels, bossen, velden en zo
hier en daar een boerderij. Al lopende door dit landschap deden we nog even
een locatie aan, waar biatleten (langlaufen en schieten) fanatiek aan het
trainen waren. Één van de deelnemers, die sinds de voorgaande dag met zijn
linkerbeen tot de knie toe in het verband had gelopen, kon het even niet
langer meer aan en liet zich een paar km per auto naar beneden vervoeren om
vervolgens weer met de rest mee te lopen. Hij heeft derhalve niet de hele
route gelopen, maar ja, een kniesoor, die daar op let. Een andere
deelnemer, mijn slapie, had van vermoeidheid ook in de auto willen stappen,
maar hem was de toegang ontzegd. Na het bereiken van de uiterst
toeristische Titisee begonnen we aan het eerste deel van de beklimming van
de Feldberg. We stopten in het buurtschap Bärental, alwaar wij overnachtten
in hotel Adler (http://www.adler-feldberg.de/). Voor het eerst hadden we
een 3-persoonskamer. De kamer bleek twee verdiepingen te hebben met op de
bovenste verdieping een 2-persoonshemelbed. Ik was aangenaam verrast over
mijn eigen functioneren tijdens deze loop. Natuurlijk was ik na afloop ook
moe, maar afgezien daarvan hielden alle pezen en spieren zich goed. Lekker
na afloop een warme douche en dan op bed met de benen omhoog en kijken naar
de Tour de France. De vervoerder van de bagage was vandaag vergeten om één
van de tassen uit te laden, maar na wat telefoontjes kon dat ook weer
worden opgelost. De 18-uur-sessie leverde een tweede gratis drankje op en
de zoveelste groepsfoto. Het onweer vond uiteindelijk niet ’s middags, maar
’s nachts plaats. Het kon me haast niet ontgaan, want ik sliep onder een
schuin dakraam. De optrekkende nevel leverde de volgende ochtend een
prachtig uitzicht op.

22 juli 2004: Feldberg-Belchen (http://www.belchen.de/), 35 km, +1.308 meter

Voor vandaag stonden de 2 hoogste toppen van de route op het programma,
de Feldberg (1.493 meter) en de Belchen (1.414 meter). De Feldberg is
tevens het hoogste punt van het Schwarzwald en schijnt een bijzondere flora
en fauna te hebben. Beide toppen zijn belangrijke toeristische
trekpleisters, die niet alleen te voet maar ook per kabelbaan te bereiken
zijn. Kortom, we waren niet alleen. Hoewel bescheiden van omvang viel ons
clubje toch wel op, want hardlopen (of iets wat daar voor door moet gaan)
doen niet veel mensen op de Westweg. We hadden die dag trouwens weer een
gast, een loopster, die twee weken eerder aan de Swiss Jura Marathon had
deelgenomen. Van haar vernam ik dat het weer niet zo heel erg goed was
geweest. Dan hadden wij het duidelijk beter getroffen, want ook nu was de
zon weer nadrukkelijk aanwezig, hetgeen resulteerde in schitterende
uitzichten op de Feldberg en de Belchen. Op de Belchen zou een interview
voor een regionale radiozender plaatsvinden. Zoals te doen gebruikelijk
deden we rustig aan en liepen we weer ruimschoots achter op het geplande
schema. De mobiele telefoon (lang leve de moderne technologie) maakte het
echter mogelijk om de journalist te informeren dat we wat later zouden
komen. Belchenhotel Jägerstüble (http://www.belchenhotel.de/) lag naast het
begin van de kabelbaan, die wij gebruikten om af te dalen, en was voorzien
van een zwembad, maar in plaats van dat te bezoeken heb ik gekeken naar de
zware bergetappe waarin Lance Armstrong een paar meter voor de finish
Andreas Klöden nog passeerde. We aten gezamenlijk buiten en de sfeer was
opperbest. ’s Avonds gaf de fotograaf een tweede presentatie (een eerste
presentatie had in Kniebis plaatsgevonden) van zijn fotografische
activiteiten van de laatste paar dagen. Sommige foto’s en bijbehorende
commentaren deden ons werkelijk bulderen van het lachen.

23 juli 2004: Belchen-Ruine Rötteln, Lörrach (http://www.loerrach.de/), 43
km, +1.013 meter

Het stuk, dat wij de voorgaande dag per kabelbaan naar beneden hadden
afgelegd, moesten we nu weer omhoog lopen. Een goede warming-up voor de
spieren, hoewel die anders ook wel op temperatuur zouden zijn gekomen, want
het was behoorlijk warm. Die dag hadden we vaak uitzicht op het Rijndal met
aan de andere kant de Vogezen. De organisator van de Swiss Jura Marathon,
Urs Schüpbach, zou vandaag het laatste stuk met ons meelopen. Ook nu was de
mobiele telefoon onontbeerlijk om dat goed te laten verlopen. Na het
beklimmen van de Blauen (1.185 meter) ging het hoofdzakelijk alleen nog
maar bergafwaarts richting Basel. Om het geklungel rond een grenspassage
(autobaanvignet) te voorkomen was de (denkbeeldige) finishlijn echter al
iets eerder getrokken en wel bij de ruïne Rötteln, nabij Lörrach. Bij een
restaurantje bij de ruïne vond vervolgens een laatste samenzijn plaats
alvorens ieder weer zijns weegs zou gaan. De laatste contacten met de pers,
de laatste groepsfoto’s, een gezamenlijke maaltijd, een boek over Lörrach
geschonken door de plaatselijke VVV, een origineel Westwegbordje geschonken
door de Schwarzwaldverein, een tas met diverse restanten van de meest
recent editie van de Swiss Jura Marathon, waaronder de befaamde zak met
Basler Leckerli, geschonken door Urs Schüpbach. Een zalig weekje hardlopen
was weer tot een goed einde gebracht.

Ik had nog nooit eerder groepsmatig een etappe-loop gedaan, dus ik was
bij aanvang erg benieuwd geweest hoe dat zou gaan. Achteraf kan gesteld
worden dat het goed heeft gewerkt. Zelden liepen we op een kluitje.
Doorgaans bewogen we ons als een soort harmonica door het landschap. De één
stopte om te fotograferen, de ander om een bron te stichten (= sanitaire
stop) en weer een ander om de flora en fauna te bekijken, maar nooit
verloren we elkaar volledig uit het oog. Ik fungeerde vaak als sluitpost.
Niet zozeer omdat ik het tempo niet bij kon bijbenen, maar meer, omdat ik
het wel prettig vond. De organisatie nam geen tijden op en zelf heb ik dat
ook niet gedaan. We waren doorgaans echter tussen de 6 en 8,5 uur onderweg,
waarbij ongeveer 1-1,5 uur werd verbruikt aan pauze’s, et cetera. Uitgaande
van de door de organisatie opgegeven hoeveelheid km’s en hoogtemeters laat
de loop zich redelijk vergelijken met de Swiss Jura Marathon (Westweg
Abenteuerlauf: 307 km, +8.206 meter; Swiss Jura Marathon: 323 km, +8.412
meter). Er wordt grotendeels gebruik gemaakt van een bestaande route, zodat
het ook mogelijk is om geheel op eigen gelegenheid de Westweg te lopen. De
bewegwijzering is echter niet bepaald overdadig, zodat het toch wel fijn is
om min of meer blindelings achter anderen aan te kunnen lopen. Het
inschrijfgeld is relatief hoog in vergelijking met vergelijkbare lopen,
maar men krijgt wel waar voor zijn geld. Voor het geval het nog niet
duidelijk mocht wezen: een absolute aanrader voor de liefhebbers van dit
soort evenementen!

Bram van der Bijl
anvdbijl@xs4all.nl