Napels zien in Groningen (RUN 97)

De World Challenge 100 km van 1997 zoals verslagen door Rolf Bos.

{i}de Volkskrant van 15-09-1997, Pagina 22, Sport{ei}

{b}Napels zien in Groningen en dan vooral doorlopen{eb}
{i} Van onze verslaggever Rolf Bos{ei}

Ook in Oost-Groningen kun je Napels zien en sterven. Het buurtschap met die naam ligt aan de rand van het parkoers van de honderd kilometer van Winschoten, de jaarlijkse ultraloop. De lange-afstandsdravers kwamen er zaterdag steeds maar weer langs. Sommigen stierven er figuurlijk, maar niemand hoefde door het even verderop gelegen Tranendal. Aan het eind van de dag juichte een Oekraïner en trok er ook een grijns over het gezicht van een kok, die niet van Napels maar van Sardinië afkomstig bleek.

WINSCHOTEN – Nooit eerder waren er ergens in de wereld zoveel snelle ultralopers bijeen als zaterdag in Winschoten, de stad die bij sportminnend Nederland vooral bekend staat vanwege de export van een trio voetballers: Haan, Nuninga en Mulder.
Maar in dit weerbarstige land, ‘dat in zekere zin op het water drijft’ (Gerrit Krol), ligt ook de bakermat van de ‘honderd kilometer van Winschoten’, de jaarlijkse wedstrijd die sinds de jaren zeventig is uitgegroeid tot een van de belangrijkste ultralopen ter wereld.
Honderdduizend meter hardlopen in Winschoten, de stad in het Oldambt. Volgens kenners is het parkoers dat langs Scheemda en het Winschoterdiep voert het snelste van de wereld. Tien rondjes moeten de ultralopers afleggen, tien slingers door woonwijken, tienmaal dwars door theater De Klinker. Tweemaal de marathon, en dan nog wat.

Zaterdag 13/9 vond in het winderige Winschoten behalve het officiële Nederlands kampioenschap, ook het officieuze wereldkampioenschap plaats – in het jaar 2000 volgt de eerste officiële editie. Meer dan 300 deelnemers waren er, afkomstig uit meer dan vijftig landen, met landenteams uit onder meer de VS, Rusland, Zuid-Afrika, Japan, Frankrijk en Nederland.
De ultraloop is in Nederland een groeiende sport. Niet dat er nu duizenden beoefenaars zijn, maar toch zeker enige honderden zijn tegenwoordig op zoek naar het leven voorbij de marathon. Voorlopers als wijlen Jan Knippenberg en Ron Teunisse (de ‘Mohikaan’, die gisteren brommend en met ogenschijnlijke tegenzin over het voor hem niet ideale stratenparkoers ging) hebben vele navolgers gekregen.
Zelfs de atletiekunie KNAU geeft het fenomeen meer en meer krediet. Er is nu een – onbezoldigd – bondscoach. Met de komst van deze Henk Heemskerk klonk er overigens meteen wat gestommel in het anders zo rustige wereldje der ultralopers. Een nationale topper als Dirk Westerduin, de lange-afstandsatleet die eerder dit jaar de 120 van Texel op zijn naam schreef, was het niet eens met de keuze. Hem was niets gevraagd, namelijk.
Dat geruzie, als het dat al was, is al weer uit de lucht, maar Westerduin startte gisteren niet in het oranje tenue van de natonale selectie, de Groninger liep in een hemd met de Friese vlag. Er waren in Winschoten meer uitvallers, dat hoort bij de grillige ultraloop, en ook Westerduin haalde de finish niet. Voorafgaande aan de wedstrijd had de filosoof driekwartier ingelopen, ‘om met het parkoers in gesprek te komen’, maar de dialoog verliep niet naar wens.
Onbewust was Westerduin er mede de oorzaak van dat Wim Bart Knol, een andere topper, ook moest opgeven. De Haagse atleet die eerder dit jaar de Jan Knippenberg-memorial, de strandloop van Den Helder naar Hoek van Holland won, liep in de late namiddag vertwijfeld langs het parkoers, op zoek naar een warme jas.
‘Ik had het plan om hier rustig naar 7.20 te lopen en wat doe ik? Zie ik Westerduin lopen, loop ik er naar toe. Win ik een minuutje, zie ik mijn hartslag omhooggaan. Ik weet dat ik het niet moet doen, weet dat ik moet uitstappen áls ik het doe, én toch doe ik het. Er zit iets niet goed in mijn hoofd.’
Knol loopt verkleumd langs de Winschoter straten. Hij ziet de mooie tred van de jonge Krijn Kroezen (‘zo moet ik ook lopen, sterker nog, zo kán ik ook lopen’), en vindt zijn uitvallen ‘heel erg’. ‘Ik vind mezelf niet geloofwaardig, het is belachelijk dat ik me hier zo gek laat maken. Ik ben niet eens moe, mijn hoofd ligt dwars. Wat is dat toch?’
De 33-jarige Knol heeft één groot levensdoel: het winnen van de Spartalon, de jaarlijkse ultraloop over 260 kilometer tussen Athene en Sparta. ‘In 2004 willen ze die loop als demonstratiesport opnemen bij de Olympische Spelen van Athene. Dan, en daar, wil ik winnen.’
Maar eerst nog moet Knol op zoek naar zijn warme jas en maakt De Klinker zich op voor de winnaar van de 22ste editie van de Internationale Run van Winschoten. Niet de Braziliaan Nunes (uitgevallen), niet de Rus Volgin of diens landgenoot Santalov worden als officieus wereldkampioen na honderd kilometer gehuldigd, maar de Oekraïner Sergej Yanenko.
Wie?
Op het lijstje van 67 atleten die de honderd kilometer al eens binnen de zeven uur hebben afgelegd, komt zijn naam niet eens voor. De Oekraïner uit Tsjernontski liep ooit de marathon van Berlijn in 2.11 en maakt deel uit van het groepje ultra-atleten rond coach Yugin Frolov.
Met drie auto’s, vertelt de coach, met elk vier atleten, waren ze 48 uur onderweg geweest vanuit Oekraïne. Jawel, in de auto’s geslapen – zie hier de voorbereiding van de wereldkampioen 100 kilometer anno 1997. Heerlijke sport.
Vijfduizend gulden verdient Yanenko met zijn zege, zegt de 62-jarige coach, en dat is een hoop geld in Kiev en omstreken. ‘Ik krijg duizend, de rest mag Sergej houden.’ Yenenko blijft in het winderige Winschoten met zijn 6.25 ‘ruim’ boven de 6.16.41 die als beste wereldprestatie in de boeken staat, maar zijn 10-kilometer-doorkomsten (naar beneden afgerond op 37, 36, 36, 36, 37, 37, 39, 40, 41, 41 minuten elk) mogen er zijn.
De eerste Nederlander komt als dertigste binnen, nadat de eerste vrouw (Maria Bak uit Duitsland) al gefinisht is. Luigi Simbula is zijn naam; hij loopt niet in het oranje van het Nederlandse team, maar ‘voor zichzelf’. Hij liep al eerder in Winschoten, maar was in 1994 gestopt met de ultraloop. In februari van dit jaar was hij toch weer gaan trainen. Inmiddels was hij wel uit het adressenbestand van bondscoach en KNAU verdwenen.
De eigenaar van het Italiaanse restaurant La Salute in Hulshorst bij Harderwijk traint nu weer 18 à 20 uur per week. Hij dweept met zijn lange duurlopen van 12 kilometer per uur, waarbij ‘vetverbranding het toverwoord is’. En niks pasta uit eigen zaak, want al die koolhydraten jagen het gewicht maar omhoog.
Hij probeerde ooit een marathon uit (‘die van Schoorl, in 2.36’), maar de liefde ligt toch meer bij het langere werk. Simbula, afkomstig van Sardinië, is sinds kort Nederlander, en hij moet ‘maar weer eens gaan praten met de bondscoach’. Het EK in Italië, dat lijkt hem wel wat. De WK in Japan zal hij moeten laten schieten, ‘want dan ben ik te lang weg van de zaak’.
Het gezicht toont nog de sporen van honderd kilometer, maar de lippen krullen alweer: ‘Ik verwacht niet dat de bond mijn afwezigheid financieel compenseert. Ik moest vanavond mijn restaurant al sluiten, en dat kost me op zo’n zaterdag het nodige geld.’
Simbula krijgt ondertussen een handje van Krijn Kroezen, de derde Nederlander die finisht, na Wim Epskamp. Kroezen verbeterde met 7.27 zijn persoonlijk record met vele minuten. Hij is nog jong, 27 pas, en staat aan het begin van zijn ultraloop-loopbaan. Hij loopt voorbij de 42195 meter, omdat de wereld van de marathondravers hem niet trekt. ‘Die naaien elkaar voortdurend.’
Ooit, zegt hij, hoopt hij nog eens de perfecte ‘100’ te volbrengen, onder die magische grens van zeven uur. Dat wordt dan honderdduizend meter zonder één wandelpas, waarbij het tweede deel sneller dan het eerste part moet worden volbracht.
De perfecte ultrarace: Heel belangrijk is ook dat je aan het eind ‘niet dood bent’.
In Winschoten heet dat dus Napels zien, en doorlopen.

{i}Copyright: de Volkskrant{ei}

Naschrift Martien Baars: de laatste grote ultra-optredens van Luigi Simbula dateren uit 2002, toen hij in Apeldoorn achter Wolfgang Schwerk (245.298 km) en Karl Graf (239.375 km) derde en Nederlands Kampioen 24 uur werd met 236.667 km. Vervolgens werd het tijdens de RUN 02 in Winschoten een spannende strijd met Karl Graf: Luigi finishte met 7.56 een kleine 10 minuten eerder en wist daarmee net voldoende voorsprong te nemen om de Croon Dutch Ultra Cup 2002 te winnen. Langdurige blessure-ellende en het betrekken van een ander huis in Harderwijk hebben hem sindsdien thuis en uit de Nederlandse teams gehouden.
Wie trouwens ooit op het traject Amersfoort-Zwolle zit rond etenstijd: het restaurant La Salute van Luigi Simbula en zijn oudere broer is een echte aanrader: Oudeweg 40, Hulshorst (tussen Harderwijk en Nunspeet), tel 0341 – 452019. De keuken is open vanaf 17.00 en met name in het weekend is reserveren aan te raden – op woensdag is het restaurant gesloten. Als je meldt dat je ultra- of marathonloper bent, is Luigi niet ongenegen om even uit de keuken te komen om een praatje te maken 😉