Ultra Marathon de la Grande Traversée des Alpes

Oftewel 2 weken zwerven in de Franse Alpen, 29 augustus 2004 – 11 september 2004

Jarenlang gold de Swiss Jura Marathon als Europa’s langste bergloop. Met de komst van de Ultra Marathon de la Grande Traversée des Alpes (GTA) is daar echter rigoreus en overduidelijk verandering in gekomen.

Tijdens het doornemen van de kalender voor 2004 van marathon- en ultralopen in Frankrijk was mijn oog op deze loop gevallen en had ik het inschrijfformulier aangevraagd. Na wat aanvullende informatie te hebben ingewonnen besloot ik mij in te schrijven voor deze loop en niet voor de Transe Gaule, waar ik eigenlijk ook wel interesse in had. De GTA is een bergloop, waarbij in 14 etappes van Thonon-les-Bains (aan het Meer van Genève) naar Nice (aan de Middellandse Zee) wordt gelopen. Het t-shirt meldt 575 km en 28.000 stijgingsmeters, maar in werkelijkheid zijn beiden hoger uitgevallen.

In grote lijnen werd de route van de internationale wandelroute GR5 gevolgd. Deze route start in Hoek van Holland (Nederland) en eindigt in Nice (Frankrijk). Ter ondersteuning van de markering (een rechthoek met boven een witte balk en onder een rode balk) werd er gebruik gemaakt van een viertal Franse boekjes met kaarten en route-beschrijvingen. Zelf had ik ook een Duitstalig boekje over de route aangeschaft. Op een aantal plaatsen had de organisatie middels pijlen voor enige aanvullende markering gezorgd. Ter vergelijking: Om hetzelfde parcours te wandelen wordt doorgaans zo’n vier weken voor uitgetrokken (maar dat geschiedt dan vaak wel met bepakking).

Voor een liefhebber van de bergen was het 14 dagen genieten geblazen, want er werd 14 dagen gelopen door een indrukwekkend berglandschap (o.a. nationale parken Vanoise en Mercantour), waarbij nauwelijks geasfalteerde wegen werden gevolgd. Zo hier en daar lag een mooi bergmeer of een leuk (verlaten) bergdorp. De vaak afzichtelijke wintersportoorden nam je zodoende graag voor lief. Met plezier denk ik ook terug aan mijn talloze ontmoetingen met marmotten, koddige beesten, die wel wat op bevers lijken.

Het grootste deel van de loop vond plaats boven de 1500 m en om tot zo’n 28.000 stijgingsmeters (voldoende voor 3 Mount Everest-beklimmingen vanaf zee-niveau) te komen moest een groot aantal cols worden beklommen, de meesten boven de 2000 m, met als hoogste Col de Chavière (2796 m). Het parcours was dus nauwelijks ergens vlak. Tijdens de loop werd uitgegaan van de zelfredzaamheid van de lopers. Ergens halverwege iedere etappe werd door de organisatie voor een verzorgingspost gezorgd. Voor de rest moesten de lopers zelf zorgen. De meeste lopers liepen met Camelbak-systemen of met meerdere bidons.

De GTA is in principe een wedstrijdloop met startnummers, tijdregistratie, uitslagenlijsten en prijzen. In werkelijkheid was er echter geen sprake van competitie en tijdens de prijsuitreiking na afloop kreeg iedereen een bokaal, zelfs de uitvallers.

Van de 30 startplaatsen werden er uiteindelijk 20 bezet: 16 Fransen, 1 Zwitser, 1 Italiaan, 1 Belg (Alain Ponchelet) en 1 Nederlander (ondergetekende); 17 mannen en 3 vrouwen.

Aan de kop van de loop werd veel samen gelopen. De uiteindelijke 1e plaats moest gedeeld worden, omdat 2 lopers de hele wedstrijd samen hadden gelopen. De 3 volgende lopers liepen ook vaak samen. De overige lopers liepen doorgaans voor het grootste deel van een etappe alleen. Dat gold ook voor mij.

Traillopen in de bergen geniet een zekere populariteit bij een kleine groep lopers. Veel van hen skiën in de winter en doen aan berglopen in de zomer.

Van lopen op asfalt of het deelnemen aan een stadsmarathon hebben deze lopers bij wijze van spreken nog nooit gehoord. Verder zijn ze doorgaans ervaren in kaartlezen, oriëntatie en interpretatie van het landschap, zodat ze vaak in staat zijn om – eveneens bij wijze van spreken – recht de berg op en af te lopen. In geval van werkelijke competitie moet je als laaglander volgens mij behoorlijk wat extra conditionele bagage meebrengen om dan tenminste nog een klein beetje te kunnen volgen.

De organisatie stond onder leiding van iniatiefnemer Philippe Delachenal, die voor de medische begeleiding, massage, bemanning van de verzorgingsposten en andere hand- en spandiensten een beroep kon doen op vier andere organisatie-leden.

De organisatie bood de deelnemers voldoende tijd om de dagelijkse etappes tot een goed einde te brengen. Men ging uit van een minimumtempo van vier km/uur. In de praktijk betekende dit, dat het niet nodig was om al te gehaast te lopen, maar dat men ook niet de toerist uit kon hangen. Daar waren veel etappes simpelweg te lang voor.

Mijn persoonlijke ambitie tijdens deze loop was slechts het halen van de finish in Nice. Tijd en klassering interesseerden mij niet.

Het principe van de etappeloop is simpel: dagelijks mag er een veer gelaten worden, maar er moeten wel voldoende veren overblijven om door te kunnen vliegen. Het is dus zaak met een rijke verendos van start te gaan. Na een degelijke voorbereiding meende ik wel over een redelijke verendos te beschikken.

Om een etappeloop tot een goed einde te kunnen brengen moet je geestelijk en lichamelijk in staat zijn meerdere dagen achterelkaar te kunnen en willen (hard)lopen. In mijn geval had ik 2 weken lang een nagenoeg volledige dagtaak aan lopen. Waar mogelijk liep ik hard, waar niet mogelijk ging ik over tot wandelen. In de praktijk betekende dit, dat ik bergopwaarts doorgaans wandelde en in het geval van een in mijn ogen delicate afdaling bergafwaarts ook. Heelhuids aankomen in Nice was het devies, dus liever als een angsthaas de berg afschuifelen dan onderuitgaan met alle pijnlijke gevolgen van dien.

Berglopen biedt een gevariëerde belasting van het lichaam. Bergopwaarts worden vooral hart en longen op de proef gesteld, bergafwaarts krijgen vooral benen en voeten er van langs. Hier schuilt dan ook het grootste gevaar voor blessures. Blessures aan knie (2) en scheenbeen (4) vormden de aanleiding tot de 6 voortijdige opgaves. Zelf bleef ik gelukkig van ingrijpende blessures gevrijwaard. De grote druk op mijn voeten zorgde echter wel voor pijnlijke voeten. Ik ben er nog steeds niet uit: of ik ben te zwaar, of mijn schoenen zijn te licht, of beiden zijn van toepassing. De problemen waren echter te overzien en dagelijks lapte de ronde-arts mijn voeten weer een beetje op. Zelf liep ik op trailschoenen van Asics, die met veel hangen en wurgen in Nederland te krijgen zijn. Veel deelnemers liepen echter op schoenen van het merk Salomon. Een merk, dat ik nog nooit ben tegengekomen in de schappen van een Nederlandse loopschoenenzaak.

Afgezien van wat mist op sommige dagen was het overwegend schitterend weer. Het etappe-karakter van de loop had echter wel tot gevolg, dat er soms op het heetst van de dag een col beklommen moest worden. Het is overigens wel zo, dat ik deze loop gezien de aard van het parcours niet graag onder slechte weersomstandigheden zou willen lopen.

Er werd ’s morgens in 3 groepen gestart. Elke groep startte een half uur na de voorgaande. Ik behoorde tot de eerste startersgroep, hetgeen doorgaans betekende, dat ik om 7.00 of 7.30 startte. Voor die tijd moest ik mijn koffers hebben gepakt en mijn ontbijt naar binnen hebben gewerkt. De eerste twee uur liepen we door een ontwakend berglandschap. Prachtig! De eerste twee uur liep ik altijd relatief stevig door om vervolgens de rest van de etappe de touwtjes een beetje te kunnen laten vieren. Na 3 uur lopen had het hele deelnemersveld mij doorgaans gepasseerd en zag ik de meesten niet eerder dan na mijn finish, ergens aan het einde van de middag. Ik liep wel door, maar was niet gejaagd onderweg. Ik nam mijn tijd voor eten, drinken, een sanitaire stop, een blik op de kaart en/of routebeschrijving, een blik in de natuur, een moment van rust tijdens een lange beklimming of een rustige afdaling, wanneer mij dat verstandig leek. Na afloop werd de overnachtingslokatie van die dag opgezocht. Voor de overnachting werd gebruik gemaakt van gîtes en andere, vergelijkbare overnachtingsmogelijkheden. Niet erg luxe, maar wel altijd met toilet, douche en bed. Na een douche volgde doorgaans een bezoek aan de ronde-arts alsmede een massage-beurt. Tussen de bedrijven door natuurlijk weer eten en drinken ter voorbereiding op de volgende etappe. Rond 19.00-19.30 volgde het gezamenlijke avondmaal gevolgd een bespreking van de route van de volgende dag. Hierna gingen de lopers met de kippen op stok. Zonder een vinger op de oorzaak te hebben kunnen leggen (rumoer? inspanning? hoogte? benauwde ruimtes?) heb ik 2 weken vrij slecht geslapen. Toch had ik het idee, dat ik wel aardig rustte.

Naast het volbrengen van de loop was ik ook erg benieuwd, hoe ik mij – met wat 25 jaar oud middelbare school-Frans – 2 weken zou weten te redden binnen een Franstalige groep (de deelnemende Italiaan sprak goed Frans), die voor een groot deel slechts de eigen taal sprak. Eén van de dochters van de organisator maakte echter ook deel uit van de organisatie en zij sprak redelijk Engels en kon waar nodig als tolk fungeren. Ook de loper, die het parcours het beste kende, sprak redelijk Engels en gaf mij dagelijk na afloop van het avondeten uitleg over de route van de volgende dag. Voor de rest probeerde ik er maar het beste van te maken. Doorgaans begreep men mij wel, soms ook niet. Monter, descendre, balisage, difficile, dur, ravito zijn zo van die woorden, die regelmatig langskwamen. Tegen een andere deelnemer liet ik mij eens ontvallen, dat ik door mijn gebrekkige kennis van de Franse taal naast een aantal nuttige opmerkingen waarschijnlijk ook een hele hoop onzin mistte. Hij beaamde het met een glimlach.

De lengte van mijn verslag is voor de verandering nu eens niet recht evenredig met de lengte van de loop. Toch hoop ik een beetje een indruk te hebben gegeven van een loop, die mij lang zal bijblijven. Het volbrengen van deze loop betekende overigens ook, dat ik in 3 etappelopen van Pforzheim, Duitsland naar de Middellandse Zee (Nice, Frankrijk) ben gelopen: Westweg Abenteuerlauf (Pforzheim – Lörrach (bij Basel)), Swiss Jura Marathon (Genève – Basel), Ultra Marathon de la Grande Traversée des Alpes ( Thonon-les-Bains (aan het Meer van Genève) – Nice). Al met al zo’n 1200 km en zo’ 45.000 stijgingsmeters.

Bram van der Bijl
anvdbijl@xs4all.nl