Het zand van Texel

Nogal wat lopers gaan op 28 maart hun debuut maken op De Zestig van Texel. Voor hen iets meer informatie over de twee stukken strand in het parcours: van 6.2 en van 4.6 km

Nogal wat lopers gaan op 28 maart voor het eerst deelnemen aan De Zestig van Texel. Van de 275 inschrijvers voor de 60 km zijn er zo’n 125 die niet eerder op Texel gelopen hebben en voor 70 onder hen is het zelfs de allereerste start op een ultramarathon. Oud-UN redacteur Oscar van Rijswijk, meen ik, betitelde de loop ooit als ‘De langste cross van Nederland’ en dat geeft aan dat er flinke stukken in het parcours zitten met een ondergrond die nogal afwijkt van wat de meeste lopers wekelijks onder de zolen krijgen. Vooral de twee stukken strand in het parcours behoeven enige verduidelijking.

Het eerste strandstuk omvat in totaal {b}6.2 km{eb}. Na zo’n 5 km gaan de lopers namelijk de grote zandplaat van de zuidpunt van Texel op: de Hors. Daarvoor, aan het begin van het asfaltweggetje tussen de Horsmeertjes, staat de eerste verzorgingskraam (na 4,5 km) en aan het eind van het weggetje gaat men het duin over, de Hors op. De opgang van de Hors is vaak een kort drassig stuk waar je de eerste natte poten kan halen. De Hors zelf is meestal droog en wordt vaak gekenmerkt door lage, opgewaaide zandduintjes. Het zijn ‘ruggen’ van wat zachter zand, met de ‘dalen’ daartussen van schoongewaaide stukken die wat harder zijn. Het laatste stuk van de Hors gaat door de ’trechter’ *) tussen de duinen door, waar het weer vrij nat kan zijn. Via een rul stuk van ruim 100 meter kom je dan op het strand (bij paal 8,5). Over het strand gaat het dan noordwaarts voorbij Paviljoen Paal 9 (wat eigenlijk staat bij paal 10) helemaal tot aan Paal 12, de Jan Aijeslag, waar de lopers het strand verlaten (en kraam 2 bij km-punt 11.5 boven op de strandovergang staat). Via de geasfalteerde Jan Aijeslag komt men dan snel in het bos, ‘De Dennen’.
*) Voor de vogelaars onder ons: daar zitten ’s winters vaak troepjes sneeuwgorzen, of strandleeuweriken.

De lange geasfalteerde weg door De Dennen is die ochtend voor autoverkeer afgesloten. Het bos wordt verlaten bij het Paggapaadje (hier staat de 3e verzorgingskraam na 16.5 km), dat is een schelpenpad door het duin ten zuiden van het ‘Duinpark’ van Ecomare naar het strand. Dit tweede strandstuk omvat in totaal {b}4.6 km{eb}. Het loopt van Paal 16.5 naar Paal 21. Hier, bij Paal 21 staat het strandpaviljoen Beach-Inn, en daar is kraam 4 (na 22 km) boven op het slag. Via een heuvelige klinkerweg plus een asfaltweg komt men dan aan het begin van de onverharde weg (gras) door De Nederlanden, richting Muij (kraam 5 op 26 km) en Slufter.

De conditie van het strand varieert met de maand en soms met de week. Het samenspel van windkracht en –richting met het getij zorgt voor steeds weer wisselend relief en afwisseling van harde en zachte stukken. Momenteel is het Texelse strand mooi vlak en hard, vanwege de vele stormen de afgelopen tijd. Springtij met langdurig harde NW-wind is altijd een nare zaak voor de duinvoet: dan wordt de vloed zo hoog opgestuwd dat er meters duin in zee verdwijnen. Gevolg is wel dat het strand ‘geëgaliseerd’ wordt en over een grote breedte goed te belopen is.

Helaas, op de ochtend van 28 maart is het langdurig hoogwater van ongeveer 7:00 tot 12.00. Met hopelijk weinig wind zal er dan langs de hoogwaterlijn een halve of hele meter (?) goed begaanbaar strand zijn. De 120 km heeft in de eerste ronde al meteen te maken met hoogwater – want de kop komt rond 7:30 het strand bij De Koog op. Alle lopers met start om 10.30 (de 60 en de 28 km) krijgen ook dat hoogwater van Paal 8.5 tot Paal 12. Of dat echt ploeteren wordt of dat het meevalt zal dus vooral van de wind afhangen. Na De Dennen zal voor de meeste lopers het water dan net beginnen te zakken als zij van Paal 16.5 naar Paal 21 rennen. Voor de estafettelopers met start om 11.30 zal het water al net wat gaan zakken in het eerste stranddeel. Als het lekker wandelweer is, wordt voor hen in dat tweede stranddeel langs De Koog de toeristendrukte mogelijk hinderlijk ;-).

Geen geklaag, dat hoge water hoort bij De Zestig van Texel, en vrij veel wind helaas ook. Het getij en de wind waren bij de 7 voorgaande edities als volgt:
{fixed}
21 april 2003 hoogwater + zwakke O wind, hele dag zon en ’s middags 20oC

21 oktober 2001 hoogwater + vrij zwakke Z wind, warm (min 13oC, max 16oC)

5 april 1999 hoogwater + stevige ZW wind

31 maart 1997 hoogwater + stevige ZW wind, stralend zonnige dag (met 11oC)

17 april 1995 net afgaand water + stevige ZW wind (+ later koude buien)

12 april 1993 hoogwater (+ suppletiepijpen op het strand) + felle O wind

1 april 1991 laagwater maar harde ZW wind en zwaarbewolkt
{efixed}
Het strand was in 1993 het zwaarst maar toen ontbrak de ZW wind. Al met al is achteraf
weinig verschil in de totale zwaarte van de 60 km tussen de verschillende edities te constateren.
De temperatuur lag meestal rond 5oC ’s morgens bij de start van de 120 km en dan liep het
op tot rond 10oC later overdag. De laatste twee edities waren het warmst: de 6e editie mocht
vanwege de MKZ-crisis niet doorgaan op 16 april maar vond nu plaats op een zachte oktoberdag,
en de 7e editie werd een ware slijtageslag tegen de warmte op een ongedacht zonnige lentedag.

Een tijd terug heb ik de UN-lezers nog een overzicht beloofd van de splits van de beste finishers van de vorige edities van de 60 km. Daar hoop ik nog aan toe te komen, maar laat men zich niet blind staren op die tussentijden. Want een goede raad tot slot: maak alsjeblieft van tevoren geen uitgebreide schema’s ! Een Zestig van Texel moet je lopen op gevoel, en op het strand is het een kwestie van zo ‘zuinig mogelijk’ lopen, zie het mooie artikel van Jaap Vis van drie weken geleden. Als je met een uitgebreid schema met streeftijd van start gaat, loop je je op de strandstukken constant kapot te knokken om dat schema vast te houden. Geniet je dan wel voldoende van deze loop? Net als bij je eerste marathon: start zo behoudend mogelijk, en verzorg je zelf zo goed mogelijk. Neem ruim de tijd om zoveel mogelijk te drinken bij de kramen met cola en Squeezy want alles wat je in de eerste helft van de loop te weinig inneemt, gaat je in het tweede deel opbreken.
Wat dat betreft is het hebben van een eigen fietser geen overbodige luxe. Tip voor begeleiders op de fiets: zij kunnen op de site van AV Texel http://www.avtexel.net de kleurenroutekaart vinden, met daarop ook aangegeven hoe zij de twee strandstukken om kunnen rijden om hun loper weer op te wachten bij Jan Aijeslag (Paal 12), en bij Paviljoen Beach Inn (Paal 21) of het begin van De Nederlanden. Stuur het kaartje naar een goede kleurenprinter en schuif het in een plastic mapje.
http://www.homepages.hetnet.nl/~ceessie/TX60krt.html

Nog 4 weken dromen en het is zondag 27 maart, en gaan we van Athene via de Sangas naar Sparta … om een dag later de Texelse Hoge Berg te mogen beklimmen …

Martien Baars