Onderstaand artikel verscheen in de Leeuwardercourant van dinsdag 1 maart :
{u}{b}Gelukzaligheid loon hardlopende mens
Hardlopen is een zeer natuurlijke bezigheid voor de mens.{eu}{eb}
FRITS FEDDEMA
hardloper
Twee artikelen in deze krant trokken de afgelopen tijd mijn speciale aandacht. Allereerst was er in de Sneon (zaterdag) en Snein (zondag) van 12 februari een artikel over een vergelijking tussen de prestaties van de mens in vergelijking met het dier. De strekking van het artikel: de mens heeft de grootste mond, maar verder is er nauwelijks een prestatie te bedenken waarin de mens het niet ruim aflegt tegen het dier. Het relaas wordt gestaafd met een aantal voorbeelden, waarbij prestaties van topsporters als Pieter van de Hoogeband en Tim Montgomery schril afsteken tegen zwemmende en hardlopende dieren. Toch wil ik een kleine kanttekening bij dit verhaal maken. Dat de mens als hij het tegen dieren zou opnemen geheid verliest, is een niet geheel juiste stelling. Het is inderdaad zo dat wij mensen op de sprint niet veel voorstellen, echter op (ultra)lange afstanden kennen wij onze gelijke niet.
De mens is gemaakt voor duurprestaties. Dit blijkt uit een vlakke curve voor wat betreft ons energieverbruik alsmede het feit dat de mens de ideale lichaamsbouw hier voor heeft. Tevens heeft de mens het vermogen te zweten en af te koelen door een haarloos vel.
De bewijzen van deze theorie komen uit races tussen bijvoorbeeld hardlopers en paarden. Op de korte afstand zal het paard altijd winnen, maar als het om echt lange afstanden gaat, zal het paard moeten rusten, terwijl de mens (in dit geval dan wel een getrainde ultraloper) gewoon door kan gaan en de achterstand zo in een voorsprong weet om te zetten.
De verklaring hiervoor komt uit het verleden: een groot uithoudingsvermogen was een geducht wapen in de jacht op prooien met een geringer duurvermogen. Zo renden in Australië aboriginals uren achter kangoeroes aan waarbij het opgejaagde dier uiteindelijk dodelijk vermoeid neerviel, terwijl de ja¬ger nauwelijks buiten adem was.
Een paar dagen later werd ik verrast door de column ‘Koken met Klaas’, met een verwijzing naar de stof anandamine. Klaas schreef over de vriendin van zijn kennis, die heel aanhalig zou worden van het eten van chocolade. In chocolade zou de stof anandamine zitten die dezelfde werking op de hersens zou hebben als een joint. Klaas gaf aan dat deze vriendin dan eerst wel 15 kilo chocolade naar binnen zou moeten werken om het effect te krijgen als bij één jointje. De stof anandamine werd in 1992 ontdekt en kreeg een Sanskriete naam voor ‘gelukzaligheid’. De stof produceert prettige gevoelens van ontspanning en verdoving. Waar men er eerst vanuit ging dat de stof endorfine het was die een hardloper een ‘runnershigh ‘ geeft, waardoor deze het gevoel krijgt dat hij zweeft en in een roes loopt, blijkt dat nu toch anandamine te zijn. Uit eigen ervaring weet ik dat dit gevoel maar heel zelden voorkomt. Je moet niet te snel maar ook niet te langzaam lopen. De stof doet echter meer dan al¬leen maar high maken, het zorgt er ook voor dat de bloedvaten en bronchiën zich verwij¬den, waardoor er langer gelopen kan worden.
Miljoenen jaren geleden moesten onze voorouders dagelijks ongeveer 15 kilometer hardlopen om genoeg fruit en vlees te vergaren om aan de hongerdood te ontkomen. Hiermee ontwikkelden de jagers de mogelijkheid om anandamine te produceren. Was het destijds een vereiste om een natuurlijke selectie tot stand te brengen, tegenwoordig kan er gewoon voor het plezier mee worden gelopen.
Jammer is wel dat bij alle aandacht voor de sport in de media de aandacht voor ultralopers minimaal is, want uit allerlei verhalen blijkt het een hele oude sport te zijn. Bovendien, en dat is dan de tip voor de vriendin van de kennis van Klaas, biedt ultralopen de mogelijkheid om legaal ‘high’ te worden.
Nota van de redactie :
Met dank aan Ubel Dijk voor het doorsturen van het artikel. Als er eens iets verschijnt over (ultra)lopen willen we dat de bezoekers van Ultraned zeker niet onthouden.