Castricum: Bos, Duinen en Strand

Henk Geilen eet alleen maar echte Limburgse vlaai.

Castricum: Bos, Duinen en strand “Het raadsel van de tijd”

Zoals ik vorige week voorspeld heb liep ik in Castricum als een klokje. Dit woord klokje c.q. tijd zal trouwens in dit verslag de hoofdrol gaan spelen maar daarover later meer.

Dit jaar bestond voor ultralopers de derde keer de mogelijkheid om aan deze grandioze tocht deel te nemen. Ik weet dat de combinatie de Lat en Willem Mütze een synoniem is voor mooie, perfect georganiseerde en uitdagende loopjes. Toch was dit pas mijn eerste deelname. Bij ‘Castricum’ moet ik daarom altijd aan de jaren 70 denken. De herinneringen aan deze tijd komen niet terug omdat wij toen altijd daar op vakantie gingen of iets dergelijks, maar omdat ik in die tijd een heel veel en heel lange haren had. Mijn afwezigheid bij de twee eerder edities ontlokte Theo Kuipers de legendarische uitspraak:”Hier zal hij meer spijt van hebben dan haren op zijn hoofd”. Deze uitspraak bood mij de unieke gelegenheid om Theo eindelijk eens tegen te spreken. Immers meer dan haren op mijn hoofd is in mijn geval niet echt veel. Uiteraard baalde ik er echt van dat ik de eerdere edities niet mee kon doen en om dit in een mooie beeldspraak uit te drukken: “Ik zou willen dat ik zoveel haren op mijn hoofd had als ik spijt heb”.

Door mijn deelname aan de Rheinsteig voelde ik mij beresterk. Dus toen ik vorige week toevallig tijdens mijn omzwervingen op een atletiekbaan belande kon ik het niet laten om de jeugd (dus mensen die en 30 jaar jonger en 30 kilo lichter zijn) te bewijzen dat mensen die soms een werkdag voor een marathonnetje nodig hebben ook wel kunnen doorlopen. Zodoende werd er een tijdje 300’tjes gelopen. Het ging zo gruwelijk hard dat ik toen ik later de vastleggingen van de tijden in mijn garmin zag ik mijn begon af te vragen of ik hem niet aan een echte loper had uitgeleend. Ik kan niet ontkennen dat ik toch wel erg leuk vond dat ik snellere tijden dan de jeugd liep. De volgende dagen heb ik gruwelijke spierpijn gehad. Zodoende werd ik de hele tijd aan mijn mooie prestatie herinnerd. Net op tijd voor het loopje in Castricum was deze spierpijn tot acceptabele proporties terug gebracht.

Omdat bij dit loopje aan alles gedacht was, was de start op een steenworp van het station. Alleen was het starttijdstip zodanig dat ik, als ik met de trein zou komen, ik al bij de start ruim een uur achter de eerste loper zou zitten. Dit vond ik enigszins overdreven en ook jammer van de tijd, dus besloot ik maar met de auto te gaan. Wilde ik op tijd zijn dan moest ik wel op een vroeg tijdstip vertrekken. Vrijdagavond hoorde ik dat Rijkswaterstaat dat weekend de A2 tussen Weert en Eindhoven een hele tijd ging afsluiten. Dus kon ik de tijd die ik die nacht in bed moest doorbrengen weer een beetje inkorten.

Mooi op tijd arriveerde ik om 7:45 in Castricum. Gelukkig had Willem besloten om de starttijd van 8:30 in 9:00 te veranderen. Dus had ik wat meer tijd om met alle aanwezige lopers even bij te kletsen. En bij sommige was het weer een hele tijd geleden dat ik ze voor het laatst gezien had. Tot mijn grote verbazing kende ik met uitzondering van één, alle lopers die aanwezig waren. Die ene loper herkende mij en kwam ook even een tijdje met mij een praatje maken. Tot mijn nog grotere verbazing waren er ook een aantal wandelaars die mij kenden. Zij kwamen naar mij toe en vertelden dat ze een tijd bezig waren geweest om een paar euro bij elkaar te leggen, zodat ik een paar nieuwe sokken kon kopen; want dit was eigenlijk geen ultraloop. Jammer dat ik mij dit niet tijdig gerealiseerd had. Het is, denk ik, wel duidelijk dat de sfeer in Castricum geweldig was. Zowel tussen de lopers onderling als tussen de lopers en de wandelaars.

We kregen zo als altijd weer prachtige persoonlijk startnummers. In mijn geval stond er onderstaande tekst op:”Ach Henk, je weet het wel he, voor psychische, medische of financiële problemen moet je niet bij ons zijn. Ook niet voor een simpel blaartje. Je mag ons bellen als je een paar lekkere potten bier voor je neus hebt staan en die met iemand wil delen. Succes met de loop!!” Dit was wel iets waar ik mij in kon vinden. Toch heeft het mij een hele tijd aan het denken gezet. Hoe kan ik nu weten of een pot bier lekker is, ik zou dus moeten proeven en als ik geproefd heb dan is er geen bier meer….

Zoals te verwachten kregen we van Willem weer de expliciete opdracht om te genieten en drukte de marsleider (Wim Bruggemans) ons nogmaals op het hart dat als we een tijdje (lees 500 meter) lang geen pijl gezien hadden we ons verlopen hadden en terug moesten. Netjes op tijd drukte ik de timer van mijn Garmin in en kon het feest beginnen. Een tijd die ik wilde lopen had ik uiteraard niet in mijn hoofd. Ik ging gewoon lekker op mijn gevoel lopen en voelde eigenlijk al binnen twee kilometer dat er een heel leuke eindtijd zat aan te komen. Maar los van die eindtijd was voor mij de echte doelstelling om te genieten. En alle ingrediënten voor een echt feest waren aanwezig. Het parkoers was schitterend. De naam bos, duinen en strand, doet al iets vermoeden, maar dat doet deze loop duidelijk geen recht aan. Door Willem, Jo Lukasik en door Paul Altena (en ongetwijfeld door een aantal wandelaars) zijn schitterende foto’s gemaakt. Die geven al een eerste indruk. Wat foto’s echter zeker niet kunnen weergeven is hoe lekker het soms rook. Uiteraard geeft zelf meedoen de beste indruk. Jammer genoeg hadden maar een 35 –tal lopers de tijd gevonden om dit ook daadwerkelijk te doen. Er was echt alles om je heerlijk uit te leven (lees: de tijd van je leven te hebben). Zand, klimmetjes en 3,8 kilometer over het strand met de wind pal op je neus. Ook de techneuten konden hun lol op met de boomwortels, de klimduin in Schoorl en trappartijen. Dit laatste deed mee erg deugd want ook al ging het heel erg soepel, trap aflopen kan ik niet meer; die tijd is voorbij. Ik denk dat het heel leuk was om mij te zien ronddraven als een jong veulen en vervolgens als een oud paard de trappen te zien afstrompelen. Tijdens ieder feest moet ook regelmatig de tijd genomen worden om de inwendige mens te versterken. Er waren 4 verzorgingsposten en ik heb een veel tijd besteed aan het bedenken wat ik nu het beste van deze posten vond: het grandioze aanbod aan versnaperingen of de aardige mensen die hier hun vrije zonovergoten zaterdag eraan besteedden om het ons naar onze zin te maken.

Thuis is mij geleerd om altijd alles op tafel komt op te eten. Ik weet ook wel dat ik dit niet letterlijk moet nemen, want ik ben niet alleen op de wereld. Toch heb ik bij de post van Willem en Annemarie geen vlaai gegeten. Dit heb ik (zoals altijd) heel bewust gedaan. Het feit dat een Limburger of zoals een Rotterdammer mij eens treffend beschreef: een vlaaienpoeper, een stuk vlaai laat staan verdient een nadere toelichting. Willem en Annemarie waren al een hele tijd in Castricum, meer specifiek vanaf vrijdag. Dus als de vlaai uit Limburg kwam had de bakker ze niet op zaterdag gebakken. Als zij ze op zaterdag gehaald hadden dan kwam zij niet uit Limburg. Dus hoe dan ook, was dit geen vlaai die je een Limburger kunt voor zetten. En op dit punt ben ik heel erg principieel. In dit verband verwijs ik graag naar mijn verslag over de Mergelland marathon van september 2007 (“Limburgse vlaai, de doping voor lopers”). Ik hoop trouwens wel dat mijn redenering klopt want anders ben ik door een denkfout een aantal stukken vlaai misgelopen.

Toch nog even terug naar het lopen. Toen ik na een kilometer of 15 het strand op ging lag ik tot mijn verbazing op de derde plaats. Dit is natuurlijk een positie waar ik niet thuis hoor. Ik mijn ooghoek kon ik zien dat dit probleem wel opgelost zou worden, want vlak achter mij zat Frans Cobben en daar vlak achter zaten Ida Verduin, Lex de Boer en Erwin Borrias. Allemaal lopers die een paar maten groter zijn dan ik. De route was uitstekend gepijld, maar op het strand is het vrij moeilijk om een plaats te vinden om een pijl aan te brengen. Hoe het kan weet ik niet maar altijd als ik bij een loopje van Willem ergens zit waar de kans bestaat dat ik de route kwijt raak komt op eens Frans aan gelopen en is mijn probleem opgelost. Dus ook nu weer. Dus mijn stukje strand bleef beperkt tot de afgesproken 3,8 kilometer. Echt een heerlijke kans om dankzij de stevige tegenwind mijn overtollige energie kwijt te raken. Achteraf hoorde ik dat er toch lopers zijn geweest die de pijl niet gezien hebben en heel wat langer van het strand hebben mogen genieten.

Bij de klimduin in Schoorl arriveerden we met zijn vijven. Het heeft mij mijn ijsje gekost maar toen vertrokken waren we nog maar met zijn vieren. Zo als altijd komt er bij ieder feest en tijd dat het voorbij is. Tot mijn verbazing en voor mijn gevoel veel te vroeg ben ik na Lex en Ida als nummer vijf weer bij de kantine van de voetbalclub in Castricum gearriveerd.

Willem was nog niet terug en kon hij dus ook niet de gelopen tijd vastleggen. Voor de zekerheid werd door een van de dames van de Lat toch maar aan ons de gelopen tijd gevraagd en dit op een briefje geschreven. Op mijn Garmin stond als tijd 5:42:55. Nadat ik Oscar, Arie, Lex en Ida gefeliciteerd had, ben ik mijn tas uit de auto gaan halen en gaan douchen. Omdat ik ontzettend zwarte voeten had van al het mooie witte zand duurde dit een hele tijd. Inmiddels was Willem gearriveerd. Hij constateerde dat als Lex en Ida voor mij binnen waren mijn tijd niet onder die van hun kon liggen. Dus was de conclusie duidelijk dat ik niet staat was geweest om de tijd van mijn horloge correct af te lezen. Gelukkig stond ik onder de douche en is mij weer een mooie preek bespaard gebleven. Of om het anders te zeggen mijn tijdsplanning was weer optimaal. Willem heeft toen de conclusie getrokken dat mijn tijd dus wel 5:52:55 geweest zal zijn. Op zich een prima oplossing en toch snapte ik niet wat er nu gebeurd was. Na een hele tijd dubben in de auto een slapeloze nacht kwam ik de volgende dag tot de conclusie dat ik in tegenstelling tot wat ik gedacht had ik de autopauze functie (dan wordt alleen de tijd geregistreerd die je in beweging bent en dus niet de tijd dat je stil staat) aan had staan. Dus de echte tijd die ik onderweg geweest was was 5:49:46. Nu staat dan ook vast dat Ida sneller dan de 5:50:00 die in de lijst staat was. Bovendien weet ik nu dat de vier verzorgingsposten en de sanitaire stops 6 minuten en 51 seconden gekost hebben. Dit is nu eens informatie waar ik iets aan heb. En nog belangrijker is dat een kleine 6 uur onderweg dit eigenlijk veel te kort is voor zo’n grandioze tocht. Zeker als je van Willem een zee van tijd krijgt om te genieten..

Zoals uit dit verslag blijkt, en ik altijd roep, vind ik tijd niet belangrijk daarom heb in dit verslag over een loopje van 60 kilometer 60 keer het woord tijd gebruikt.

Henk Geilen
Info provider loopplezier.tk
www.loopplezier.tk
home.hccnet.nl/h.geilen/index.htm