Brocken Challenge

André Boom liep in extreem zware winterse omstandigheden in de Harz. Op de Brocken 130 cm sneeuw en compleet verijste stukken op het parcours. Daar doen de sneeuwkettingen en spikes hun werk…..

Brocken Challenge 6 februari 2010

Schaatsliefhebbers en weggebruikers zullen de uitbundige sneeuwval van deze winter ongetwijfeld regelmatig verfoeid hebben. Maar velen zullen genoten hebben van de mooie landschappen die het opgeleverde. Ik reken mij vooral tot de laatste groep, maar had daarnaast nog een heel andere reden om elk nieuw sneeuwdek met gejuich te begroeten. Want dat zou mij weer een uitstekende gelegenheid bieden om me vertrouwd te maken met het lopen onder winterse omstandigheden.
Vanaf half december heb ik honderden kilometers in de duinen getraind, waar wekenlang een pak sneeuw van 10 á 15 centimeter heeft gelegen. Want één ding was zeker: op de 1141 meter hoge Brocken, het hoogste punt van de Harz, ligt elke winter erg veel sneeuw. Gemiddeld zo’n halve meter, maar deze winter is niet gemiddeld. Ook in midden Duitsland is het de sneeuwrijkste winter in decennia. Er ligt nu zelfs ruim 130 cm op de Brocken. Maar niet alleen daar, want het hele traject vanaf Göttingen (81 km) was bedekt met sneeuw en ijs.
‘Extremen Schneeverhältnisse’ maakten het tot op de dag vóór de loop nog steeds onzeker of deze wel doorgang kon vinden. Op de nieuwspagina van de site van de Brocken-Challenge werd het verloop van de situatie voortdurend doorgegeven, wat de spanning alleen maar deed stijgen. Bijvoorbeeld dit bemoedigende bericht van 26 januari:
‘Komplett vereist oder schneebedeckt’. Die BC 2010 wird unter den gegebenen Bedingungen extrem anstrengend werden. Wir sehen nach heutiger Lage einer der härtesten BCs bisher entgegen. Vergesst die Frühlingsbilder von der BC 2008. Es werden arktische Verhältnisse herrschen, sowohl vom Untergrund her, als auch in der Atmosphäre. Ostwind (=Gegenwind) bei -10° ist alles andere als Spielkram (windchill!)! Zieht Euch warm an, im Wortsinne ! (Das Wort “Zugspitze” hatten wir bisher bewusst vermieden. Jetzt ist es doch raus. Ihr wisst, wofür es steht …) Dazu kommt ein Untergrund, der in größeren Abschnitten derzeit als kaum begehbar, geschweige denn laufbar bezeichnet werden muss’.
4 februari (2 dagen voor de geplande start…) van het team dat de route begaanbaar probeerde te maken:
Meldung um 17:13 vom Nordost-Ende des Oderstausees:
“Der Schneepflug kommt nicht durch!”
“2 Expeditionsteilnehmer beginnen sich durch den hüfthohen Schnee Richtung Lausebuche vorzuarbeiten.”

Donderdagavond was nog niets zeker. Op vrijdag ben ik toch maar naar Göttingen afgereisd in de hoop dat het door zou gaan. En gelukkig: op de pre-race briefing vrijdagavond werd groen licht gegeven! Dagenlang was men met sneeuwploegen bezig geweest, vooral op de hoger gelegen gedeelten van het parcours. Maar er viel steeds weer nieuwe sneeuw. Uiteindelijk werd er aan de organisatie toestemming gegeven om van langlaufloipen gebruik te maken die dagelijks worden geruimd. Normaal gesproken zijn die verboden terrein voor wandelaars, omdat men bang is dat de skisporen vertrapt zouden worden. We mochten er dus overheen, maar onder de strikte voorwaarde dat we de sporen niet zouden betreden. Gevolg was wel dat de route daardoor nog eens 6 km langer zou worden, dus 87 km. En er zouden nog eens 300 hoogtemeters extra bij de bestaande 2200 komen…
We moesten allemaal een document ondertekenen waarin we te kennen gaven ons bewust te zijn van de extra gevaren door de extreme omstandigheden en de organisatie op geen enkele manier verantwoordelijk te zullen stellen voor de eventuele gevolgen.

Na een groepsovernachting in de knusse entourage van de zolder van een paardenstal vlak bij de startlocatie iets buiten Göttingen, met de nachtelijke geluiden van schuifelende en hinnikende paarden en scharrelende muizen, ging om kwart over vier de wekker. Klaar maken voor de strijd met de elementen: vijf laagjes kleding, muts, Yaktrax sneeuwkettingen onder de schoenen, handschoenen, hoofdlamp. Verder een 2 á 3 kilo zware rugzak waarin o.a. de voorgeschreven inventaris van kaart, kompas, fluitje, noodrantsoenen, EHBO-kit, rescuefolie , 0,7 liter water, mobieltje, routekaarten, reservebatterijen.
Om vijf uur zaterdagochtend een geïmproviseerd maar stevig ontbijt in de ijskoude schuur naast de stal en toen konden we op weg. Honderdvijfendertig dansende lichtjes gingen in een lang lint het aardedonkere en besneeuwde bos in. Een prachtig gezicht! De eerste paar kilometer waren gemarkeerd met fakkels, daarna moesten we de oranje pijltjes volgen die daags ervoor waren uitgezet (maar in het donker nauwelijks te zien waren…). In de hoger gelegen gedeelten (de laatste ca. 45 km) zouden we de vaste bewegwijzering van de toeristische wandelpaden en loipes moeten volgen, want zo ver hadden de bepijlingsploegen niet meer kunnen komen.
Direct gingen er al mensen onderuit, maar in de dikke sneeuw viel je zacht. Ondanks alle waarschuwingen waren sommigen toch op weg gegaan zonder sneeuwkettingen. Langzaam werd het licht en toen ontvouwde zich een volkomen witte uitgestrektheid van glooiende landerijen met hier en daar stukjes bos. Tot ca. 42 kilometer ging de route door lager gelegen gebieden waar redelijk goed doorgelopen kon worden over landweggetjes waar sneeuwschuivers overheen gegaan waren. De voorafgaande dag had het licht gedooid en ’s nachts was alles weer opgevroren waardoor kilometerslange ijsbanen ontstaan waren. Leve de spikes en sneeuwkettingen! Ik heb mijn eigen enkels kapotgeschopt op de diepbesneeuwde weiden waar de ingelopen sporen zo smal waren dat je de voeten amper naast elkaar kon zetten.
Na de marathonafstand begon het pas echt, met veel klimwerk en regelmatig ploeteren door ‘Tiefschnee’. Het werd ook kouder, een paar graden onder nul en mistig zodra we boven de 500 meter kwamen. Maar de bossen waren absoluut schitterend. De wind was nu helemaal weggevallen, waardoor het minder koud aanvoelde dan was gevreesd. Het was er volkomen doodstil en de bomen met hun sneeuwlast zagen er uit als spookachtige witte reuzen. Op een bepaalde plek was de sneeuw helemaal rood van het bloed omdat daar, gelet op de sporen van een gevecht en plukken haar, een roofdier kennelijk zijn prooi had verslonden.
Inmiddels was het lopersveld helemaal uit elkaar gevallen en gebeurde het dat je een uur lang niemand meer zag. En maar hopen geen pijltjes te missen want je kan in de uitgestrekte en eentonige dennenwouden heel erg verdwalen en het begon al weer donker te worden… Er was wel een meldingssysteem opgezet via de mobiele telefoons, maar ja, hoe leg je uit waar je bent als je ergens in een door de sneeuw onzichtbaar gat (‘schneebruch’) weggezakt bent en een enkel hebt gebroken? En hoe kunnen ze je bereiken? Gelukkig is dat niemand overkomen.
Op plaatsen die wel met de auto bereikbaar waren (zo om de 10 á 15 km had je toeristische parkeerplaatsen in het overigens voor auto’s verboden Naturschutzgebiet) had men goed uitgeruste posten neergezet met o.a. warme dranken, yoghurt, koeken, soep en worst (ja, het is en blijft Duitsland…). Daar werd bij doorkomst je nummer genoteerd zodat men kon controleren of er niemand miste.
Na ruim 60 kilometer begon het kaarsje toch een beetje uit te gaan. Ik kreeg het koud en begon zelfs aan opgeven te denken. Tot overmaat van ramp belandde ik toen net bij een post waar ik lopers in een busje van de organisatie zag stappen. Opgevers? Ik kon de drang om er maar meteen bij te aan zitten bijna niet weerstaan. Gelukkig voor mij bleek dat busje echter een pendel te zijn naar een punt ca. 1 km verderop. Het was op het laatste moment ingezet om op die manier een volkomen onbeloopbaar gedeelte, waar bomen door de sneeuwlast omgevallen waren, te omzeilen. Dus de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we 86 km lopend en 1 km in een luxe busje hebben overbrugd. Wonderlijk genoeg was ik na dat ritje van 1 km weer (psychisch?) helemaal opgeknapt en ging het weer vrolijk verder.
Bij de laatste post op 79 km kwam ik in de invallende duisternis in een groepje van 5 personen terecht en samen zijn we toen de laatste 8 km naar het Brockenplateau opgemarcheerd. (Hard)lopen was onmogelijk door de sneeuw en de stijgingsgraad van soms 30% (de beruchte ‘Rampe’). Geen wonder dat veel lopers skistokken bij zich hadden. Af en toe kwamen ons langlaufers, ook met hoofdlamp op, tegemoet. Na drie kwartier flink doorstappen zagen we het donkere silhouet van de Brocken voor ons opdoemen met het rode knipperlicht van de toren die er op staat. Toen nog een paar kilometer over de ‘Goetheweg’ parallel aan de spoorbaan van de stoomtrein en een spiegelglad stuk weg met haarspeldbochten en we waren er: de ijsvlakte op de top van de Brocken. Ziel! stond er op het doek, waar een paar enthousiastelingen met ratels de kou stonden te trotseren om de finishers te verwelkomen.
In de ongekende warmte en luxe van het toeristenrestaurant konden we wat eten, douchen en wachten op de pendelbusjes terug naar Schierke, een dorpje aan de voet van de Brocken. Van daaruit ging het dan met reisbussen terug naar Göttingen. Toen pas werd duidelijk hoe ver we gelopen hadden: de bus deed er meer dan anderhalf uur over. Om kwart over twaalf ’s nachts was ik terug bij het hotel.
Vijftig anderen hadden minder geluk: de pendelbusjes konden de gladde weg omhoog van Schierke naar de Brocken niet meer nemen en zij moesten lopend afdalen met hun bepakking… Die waren pas om 2 uur ’s nachts terug. Een klein smetje op een overigens perfect georganiseerde dag. Ondanks de zware omstandigheden zijn 115 (114 mensen en 1 hond) van de 135 starters op de Brocken aangekomen met tijden tussen de 8:56 en 13:36 uur. Maar ja, tijden hebben bij dit soort tochten alleen maar een vergelijkende betekenis. Met 12:42 heb ik als ‘platlander’ (de enige Nederlander) nog aardig mee kunnen komen. Volgens een van de Duitsers uit ons groepje zou ik wel veel ‘dijken op en af gelopen moeten hebben’ om hiervoor te trainen.
Op de pre-race briefing op vrijdagavond werden foto’s van vorige edities van de BC getoond met daaronder leuke one-liners, zoals deze: ‘De 10000 meter is een wedstrijd, de marathon is een ervaring, de ultra is een avontuur’. En: ‘Het volbrengen van een ultra is voor 10% gebaseerd op fysieke kracht. De overige 90% worden gerealiseerd door de juiste mentale instelling’.

(Op mijn site http://www.boomathome.net/lopen/ zal ik linkjes zetten naar een reportage die de NDR heeft gemaakt en door mijzelf gemaakte foto’s)