Highland Fling 2010

André Boom: ‘Het lastigste stuk was een slecht onderhouden pad langs hellingen die bestaan uit trappen en treden over door talloze watervalletjes overstroomde en dus gevaarlijk gladde rotsblokken langs de steile flanken van de Ben Lomond.’

De Highland Fling is een ultraloop van 53 EM (85 km) langs het zuidelijk deel van de West Highland Way van Milngavie naar Tyndrum. De West Highland Way is een in 1980 geopende, geheel gemarkeerde, lange afstands wandelroute tot aan de voet van de Ben Nevis. Ongeveer de helft van de West Highland Way loopt over oude veedrijverroutes, oude militaire wegen en oude koetswegen, dit zijn meestal goed onderhouden paden. De andere helft bestaat uit drooggevallen bergbeken en rivieren. Deze ‘paden’ worden gekenmerkt door een mengsel van kiezels, stenen en rotsen waarover de wandelaars zich een weg omhoog of omlaag moeten banen. Met name langs Loch Lomond en ten noorden van Bridge of Orchy maakt deze ondergrond de tocht extra zwaar. Met een kleine 400 individuele lopers en nog een aantal relay teams is de Fling een van de grotere ultra evenementen in Schotland.
De start was bij het spoorwegstation van Milngavie, iets ten noorden van Glasgow. Uitstekend te bereiken met het openbaar vervoer. Vliegen naar Edinburgh, trein naar Glasgow Central, dan trein(tje) naar Milngavie. Om 8 uur vertrokken van Schiphol, om 15 uur ter plekke, prima dus. Bovendien was er (mits tijdig gereserveerd), logement beschikbaar in de Premier Inn op 10 minuten lopen van de start.
In datzelfde hotel ontmoette ik ultraloper Paul Kamphuis, de enige andere deelnemer uit Nederland. Uit België deden Dirk Verbiest en Wouter Hamelinck mee. De laatste wist op een 7e plaats te eindigen in 09:02:03 . Dat was voor mij niet weggelegd, maar ik was toch heel gelukkig met mijn 191e plaats in 12:31:39. Want dat het zwaar, heel zwaar was blijkt wel uit het feit dat volgens de voorlopige uitslag één op de drie van de 375 individuele starters de finish niet binnen de gestelde limiet gehaald hebben. De onverwachte warmte gedurende de middag zal ook wel een duit in het zakje hebben gedaan. En de limiet was toch best ruim: van 13 uur voor de ‘jonkies’ tot 15 uur voor de ‘super vets’.
Iedereen moest zorg dragen voor zijn eigen bevoorrading in de vorm van ‘drop bags’ die op bepaalde punten langs de route gedeponeerd zouden worden. De organisatie zorgde alleen voor water. De afstand tussen deze punten was ongeveer 7 mijl, alleen de eerste en laatste etappe waren langer: 19 respectievelijk 13 mijl. Een camelbackje met wat extra vocht en proviand was dus echt wel nodig. Er was wat consternatie toen niet alle auto’s waarbij de dropbags voor de start moesten worden ingeleverd aanwezig bleken te zijn. Een kwartier voor de start was dat dan toch nog geregeld.

De start van de Male Super Vets (68 lopers) en de Females (90 loopsters) was om 0600. Na een korte briefing moest iedereen zich onder een viaduct opstellen. Nogal komisch waren de meisjes die met tussenafstanden van zo’n 20 meter (!) bordjes omhoog hielden met daarop de teksten ‘Sub 13 hours’, ‘Sub 12 hours’ en ‘Sub 11 hours’. De snelle lopers vooraan, zal de gedachte geweest zijn. Maar wat een onzin als je bedenkt hoe het veld zich zal verspreiden in de loop van die 85 km! Hoewel… Na 300 meter was er een eerste klimmetje en toen begon een grote groep al meteen te wandelen wat een behoorlijke file veroorzaakte.
De eerste etappe van bijna 32 km voerde ons naar de oevers van Loch Lomond. Dit meer is ongeveer 37 km lang en tot 8 km breed en is daarmee qua oppervlakte het grootste meer van Schotland. De eerste 20 km gingen door mistig laagland met schapenweiden, geflankeerd door heuvels. De belangrijkste hindernis werd gevormd door de talloze klaphekjes die je moest passeren. Deze hadden verschillende mechanismen voor openen en sluiten, zodat het een studie op zichzelf was om daar een beetje efficiënt langs te komen. Voordat we bij het meer konden komen moesten we eerst over de top van Conic Hill. Met zijn hoogte van 361 meter een hele lastige pukkel. Vooral de steile afdaling over een met rotsblokken bezaaid modderig pad was heftig. Het uitzicht, tussen de optrekkende mistflarden door, over Loch Lomond met zijn talloze eilandjes was echter fenomenaal. De afdaling eindigde in Balmaha, waar de eerste drop bags pick up was. Bij elk van die plaatsten stond er iemand op de uitkijk die het startnummer van de naderende lopers doorschreeuwde zodat iemand anders alvast je tas kon opzoeken en voor je kon klaarhouden zodra je daar arriveerde. Ook hier weer de ‘race mentaliteit’ van ‘geen tijd te verliezen’.

Vanaf dit punt beginnen geologisch gezien de Highlands. De route vervolgde naar Rowardennan (27 mijl). Dit was een prachtig stuk door het Ben Lomond National Park waar de hoogste toppen nog met sneeuw bedekt waren. Langs de oevers van Loch Lomond ging het verder naar Inversnaid (34) en Bein Glas Farm (41 mijl), beide niet meer dan een hotel en wat huisjes aan een baai. Hoewel het idyllisch begon bleek dit later het lastigste stuk van de route te zijn. Het is een slecht onderhouden pad langs hellingen die voornamelijk bestaan uit trappen en treden over grotere en kleinere, door talloze watervalletjes overstroomde en dus soms gevaarlijk gladde rotsblokken langs de steil in het meer afdalende flanken van de Ben Lomond. Bij nat weer is het modderig en het is er erg afgelegen. De verraderlijke boomwortels doen er nog een schepje bovenop, zodat elke stap opperste concentratie vergt. Wel heb je hier mooie vergezichten op de bergen langs de westoever. Ik ben geen held dus liet ik de snelle durfallen maar passeren terwijl ik op mijn achterwerk voorzichtig omlaag schoof. En er maar niet aan denken wat er zou gebeuren als je een misstap maakte en een paar rotsblokken omlaag zou vallen… Snelle hulp hoef je in deze wildernis niet te verwachten.
Bij Bein Glas Farm (65 km) waren we eindelijk verlost van deze paden en lieten we Loch Lomond achter ons. Helaas was toen bij mij het beste er wel van af. De temperatuur was flink opgelopen (zon en 18C tegen 6C en motregen bij de start) en de laatste 20 km gingen over onbeschutte paden door het hoogland. Hier heb ik hele stukken moeten wandelen, alleen de afdalingen kon ik nog in een houterige looppas doen. Maar met stevig doorstappen maak je ook nog ruim 6 km/uur. Ook hier weer mooie uitzichten op de sneeuwbedekte ‘munros’ zoals de Crianlarich met de Ben More (1174m).

Na me nog dwars door een kudde koeien die het pad blokkeerde gewurmd te hebben (schoenen vol drek) voelde ik me voldoende hersteld om weer hardlooppasjes te gaan doen. De aanblik van de Ben Lui (1130m) kondigde de naderende finish al aan. Ik was zo moe dat ik over bijna elk rotsblok struikelde. ‘Niet vallen, niet vallen’, riep ik mezelf toe. De verrassing werd gevormd door een eenzame doedelzakspeler in kilt die vanaf een heuvel honderd meter voor de finish iedere loper verwelkomde met een hoog piepend deuntje. Door die verrassing lette ik echter even niet op en het onvermijdelijke gebeurde dan toch nog: ik ging languit tegen de vlakte terwijl de Schot stoïcijns doorspeelde. Ik stond echter snel weer op en tot grote hilariteit van de omstanders die eerst nogal geschrokken waren haalde ik mijn camera te voorschijn om een foto van het finishdoek te maken. Daar kwam ik verschillende lopers tegen met bebloede ellebogen en knieën, dus blijkbaar was ik niet de enige die de Schotse bodem gekust had. De warme ‘stove’ (een soort ragout) na de finish smaakte uitstekend. Het koude biertje dat werd uitgereikt heb ik na mijn ervaring bij ‘Limburgs zwaarste’ echter maar laten staan. De volgende ochtend bij het ontbijt heb ik samen met Paul alles nog eens de revue laten passeren en daarbij weer veel geleerd van de ervaring en filosofie van deze Spartathlon en UMTB finisher.

André Boom
boom atlis.nl
http://www.boomathome.net/lopen/index.htm