Le Trèfle à Quatre Feuilles van Olne: een fraaie loop door een winterwonderlandschap

Raymond Barkman deed mee aan het Klavertje Vier: “De eerste ronde heeft van alle vier de ronden alle superlatieven in zich. Het is de mooiste, de langste, de zwaarste maar ook door de diverse glibberpartijen heuvelafwaarts, de meest enerverende.”

In Olne, een landelijk gelegen dorpje ca 25 ten zuidoosten van Luik, wordt sinds jaar en dag een alleraardigst loopevenement georganiseerd: le Trèfle à Quatre Feuilles, oftewel het Klavertje Vier. Het parcours bestaat uit vier ronden van 12, 11, 10 en 9 km in de vorm van een klaverblad. Lopers zijn vrij om te bepalen hoeveel ronden (boucles, in het Frans) ze gaan doen. Dus er is voor elk wat wils. Het parcours is grotendeels onverhard en gaat over smalle paden en boerenlandweggetjes. Ook gaat het parcours diverse malen door eeuwenoude diep weggesleten paden in het heuvellandschap. Bij regenval zijn deze paden tegelijk beeklopen waardoor het onvermijdelijk wordt om schone en droge schoenen te houden. Reken er maar op dat je af en toe tot aan je enkels in de smurrie loopt. Maar ach, dat is de charme van een trailachtig parcours en een doorgewinterde trailer is met trailschoenen daarop berekend.

Olne is een vrij regelmatig terugkerende marathon op m’n loopkalender. Ik had deze loop al vijf keer eerder gedaan: in 2006, 2009, 2011, 2012 en 2015. De 2016-editie zou anders worden dan alle voorgaande. Volgens de weerberichten lag in de Ardennen een dik pak sneeuw. Dat beloofde wat. Ik zag al een dikke laag sneeuw voor me, waar we als hardlopers doorheen zouden moeten ploegen. Voor de autorit naar Olne nam ik sneeuwkettingen mee en heb daarmee zelfs nog even geoefend op de reserveband van m’n auto. Om in een dichte sneeuwjacht uit te moeten vinden hoe je zo’n ketting moet aanbrengen, zag ik niet zitten. Tijdens de rit naar Olne viel het met de sneeuw geweldig mee. De sneeuwkettingen konden in de box blijven.

Wat de 2016-editie ook bijzonder maakte, was dat we met een grote groep op pad waren gegaan. We waren met ruim 30 man/vrouw. Dit is voor onze hardloopvereniging een absoluut record. Drijvende kracht hierachter was Joos, de onvermoeibare organisator en planner van allerlei looptrips. Joos had ook in 2006 onze eerste looptrip naar Olne georganiseerd. In de loop der jaren is wel een en ander aan de Trèfle veranderd. Het deelnemersveld was in het begin nog heel bescheiden. Het zullen om en nabij de 100 lopers zijn geweest. Inmiddels waren het ruim 750 in 2016. Ook het sportgebouw bij het sportveldencomplex heeft een complete metamorfose ondergaan. Vijf jaar geleden stond er nog een houten barak met enige spartaans uitgeruste doucheruimtes. Nu staat er een groot, modern sporthallencomplex waar een dorp als Olne goed mee voor de dag kan komen. Wat wel onveranderd is gebleven, is gemoedelijkheid tussen de lopers en het trailachtige parcours met zijn vele sluip-door-kruip-door-paden.

Om even na tien uur in de morgen was de start. Het beloofde een prachtige dag te worden. De lucht was op dat moment nagenoeg wolkenloos. Ook was het vrijwel windstil. De temperatuur lag nog net onder het vriespunt. De omstandigheden om te gaan hardlopen en te genieten waren ideaal. Bij enkele fotomomenten van het parcours, wil ik even stilstaan.

De eerste ronde van de Trèfle

De eerste ronde heeft van alle vier de ronden alle superlatieven in zich. Het is de mooiste, de langste, de zwaarste maar ook door de diverse glibberpartijen heuvelafwaarts, de meest enerverende. Kort nadat we Olne achter ons hadden gelaten, maakte we een scherpe afdaling naar het eerste dal. Vanaf de heuveltop was een wijds uitzicht op glooiende heuvelruggen waar weilanden en houthakkersbossen elkaar afwisselen. Midden in het weiland voor ons stond een eenzame, noestige appelboom waarvan de kruin was vergeven van groene maretakbollen. De maretak is een parasitaire plant die zich via uitwerpselen van vogels op boomtakken verspreidt en zo een nieuwe gastheer vindt. Een andere bijzondere boom betrof een oude eik die ik met maximaal tegenlicht heb gefotografeerd. De silhouetten van de takken worden dan extra benadrukt. Elk twijgje, hoe dun ook, wordt dan zichtbaar. Eenmaal beneden in het dal aangekomen, liep het parcours om de muren van een oud kerkhof heen om vervolgens over ruim een kilometer lengte te gaan stijgen. Bovenop de heuveltop was een fraai uitzicht op het omliggende land. Uit het noorden kwam bewolking opzetten. In het begin was het nog een sporadische wolk, maar al gauw werd het een compact wolkendek met laaghangende sneeuwwolken. Zouden we sneeuwbuien krijgen? Dat zou een bijzondere ervaring worden. Vooral als er zware sneeuwval zou komen met maar een paar meter zicht. Probeer dan maar al spoorzoekend op de route te blijven. Ergens verheugde ik me al op zo’n spoorzoek-editie. Wat kleding betreft was ik op alle weersomstandigheden berekend. Ik had ook een muts en handschoenen bij me en zou me daarmee prima kunnen redden. Kort na de verzorgingspost van de eerste ronde volgde de lange afdaling over het gras van een weiland. Het dreigende wolkendek bleek toch niet zo dik als aanvankelijk leek en na een kwartier kwam de zon weer terug. Nu volgde het parcours over een sterk dalend modderpad tussen de struiken. Dat pad lag ook nog vol met keien. Voor mij zag ik een rij lopers heel voorzichtig naar beneden stappen, beducht om uit te glijden. Maar bij iedereen ging het goed.

We passeerden het dorpje Nessonyaux en gingen via een ander diep uitgesleten glibberpad weer omhoog. Tussen de bomen zag ik een herder lopen met zes geiten: vier witte en twee zwarte. De herder liep in een donkere jas met capuchon en had een dunne, manshoge staf bij zich. Ik was verrast om dit tafereeltje hier te zien. In Griekenland was ik bij m’n trails wel enige malen geiten- of schaapherders tegengekomen, maar in Olne nog niet. Ik wilde de herder vanachter een bomenrij fotograferen. De foto werd anders dan ik bedoelde. De lens van m’n fototoestel focuste zich niet op de herder met geiten, maar op de bomentakken waardoor de doornachtige takken haarscherp in beeld kwamen. De herder met zijn kudde staan wat wazig op de achtergrond. Per saldo werd het onverwachts een prachtige plaat. Deze fotoactie kostte bijna m’n fototoestel. Ik keek nog naar de herder toen ik weer begon te rennen en zag op de grond niet een grote vastzittende kei zitten. Ik struikelde over de kei en kwam languit in de modder te liggen. “Sufferd!” dacht ik, “Kijk ook dan voor je!”. Ik had gelukkig nog wel de tegenwoordigheid van geest om het fototoestel zo veel mogelijk beschermd in m’n linkerhand te houden, zodat die niet in de modder verdween. Per saldo viel het allemaal mee. Er waren hoogstens wat modderspatten op de achterkant van de camera gekomen, maar de lens en sluiter waren gelukkig schoon gebleven. Er volgde nog een lang recht pad tussen de weilanden waarvan het laatste stuk een grote zuigende modderzooi was geworden. Tsja, dit is het lot van de wat langzamere loper. Daarna kwam ik weer bij de sporthal van Olne waar de centrale verzorgingspost was ingericht. Bij de verzorgingspost klokte ik 1:44:51.

De tweede ronde

Wat een groot verschil met de eerste ronde! Ik had opeens alle ruimte om me heen om te lopen. Ik genoot van het winterse landschap. De mooiste richting om foto’s te nemen was geheel met de zon mee. Dan zijn de kleuren het sterkst. Op de grond zag ik een wit sneeuwdek en in de verte allemaal donkere silhouetten van bomen en struiken. En in de azuurblauwe lucht dreven dreigende laaghangende wolken die aan de bovenzijde wit en aan de onderzijde muisgrijs waren. Het bijzondere was dat de wisseling tussen zon en schaduw heel snel verliep. Scheen de zon weer, dan was de dreigende atmosfeer meteen weer verdwenen. Ongeveer halverwege de tweede lus kwam ik Jeroen en Petra tegen en kort daarna nog een groep roadrunners. Het parcours passeerde weer een dorp (Saint-Hadelin) en vervolgde over een heuvelrug vanwaar je een wijds uitzicht hebt over een langgerekt dal met de volgende heuvelrug aan de overzijde. Bij een vlak, hooggelegen weiland maakte ik nog een foto die fraai is door zijn eenvoud. Ik fotografeer nu recht tegen de zon in. Gewoonlijk raakt een foto dan overbelicht, maar door een dunne wolk voor de zon was dit nu niet het geval. De lucht was grotendeels open met alleen aan de horizon nog enkele wolkenbanden. Links op de foto staan enkele kale knotwilgen waarvan de takken en twijgen een verfijnd contrast vormden met de lucht daarachter. Vlak voor het einde van de tweede ronde kwam ik Jeroen en Petra nogmaals tegen en dit was nog niet eens voor het laatst. Vlak voor de verzorgingspost bij de sporthal stond een uitgelaten groep roadrunners de nog lopende roadrunners te supporteren. Een sympathiek troepje was dat. Ook huisgenoot Leon stond daar en wel in zomerse outfit, dat wil zeggen in t-shirt en korte broek. Dat stak enigszins af ten opzichte van de kleding van de anderen, die allemaal waren gehuld in dikke winterjassen. Bij de verzorgingspost trof ik ook nog Joos aan. Hij liep een ronde voor op mij. Als ik onze foto zo zie, dan hebben beide heren van de 100-plus marathons het prima naar de zin.

De derde ronde

De derde rond was een compleet verlaten vallei. Dat wil zeggen: ik heb vrijwel geheel alleen gelopen. Af en toe zag ik een loper voor of achter mij. Het was een mooie ronde met aardige doorkijkjes en vergezichten. In de bossen lag verassend weinig sneeuw, maar op de open akkerbouwlanden des te meer. Een wat moeilijk punt was de passage van een snelstromende beek van ruim een meter breed. Gewoonlijk zou ik met droog weer met een sprong de beek zijn overgestoken, maar nu waren beide schuine, modderige oevers erg glibberig. Ik dacht aan m’n camera en besloot daarom een droge schoen op te offeren. Met een grote stap stond ik midden in het water en met een tweede grote stap stond ik al op de overkant. Kort na deze passage volgde een lange stijging omhoog. Bovenop de heuvelrug zag ik een prachtig schouwspel. Ik keek uit over een recht, schuin omhoog lopend weiland met aan de zijkanten enige bomen met mooie symmetrische kruinen. De lucht was nu strakblauw en aan de horizon dreven drie grote laaghangende wolken, die door de laagstaande zon zijwaarts werden aangelicht. De wolken hingen dermate laag alsof het leek dat ze over de grond kropen. Heel fraai allemaal. Andere mooie fotomomenten betroffen paarden in de sneeuw met op de achtergrond de fijne paarskleurige twijgen van een bos in een diep dal en kort daarna zag ik een groep wat verweesd uitziende paarden bij een hooivoederbak. Bij het voltooien van m’n derde ronde kwam ik weer het uitgelaten troepje roadrunners tegen. Bijna iedereen van de roadrunners was gefinisht. Alleen de rennende fotoreporter had nog een laatste ronde voor de boeg.

De vierde ronde

De vierde ronde is de kortste en ook de makkelijkste ronde. De heuvels zijn minder hoog en er zijn ook geen sterk aflopende paden die tegelijk ook beeklopen zijn. Een bijzonder bouwwerk is de watertoren van Olne. Het is een ronde toren met een hoogte van ongeveer 15 meter en een diameter van 7 – 8 meter. Bovenop het dak is een scherpe spits gebouwd waardoor de toren een wat kasteeltorenachtig aanzien krijgt. Een ander aardige fotoshot is die van een Japanse kwee. Dit is een ca 2 meter hoge struik met kale, lange rechte takken. Aan de kale takken zitten grote rood-roze bloemen met lange gele meeldraden. Tussen al de sneeuw die ik die dag had gezien, leefde ik in een soort zwart-witfilm. Om dan opeens iets roodbloeiends te zien, is een prettige gewaarwording. Een ander markant punt betreft de oversteek van een kale maïsvlakte. Gewoonlijk is het klunen over de kleverige hompen klei, maar de vorst had de grond nu hard gemaakt. Bovendien vormde de sneeuw een prima afdeklaag op de klei. De oversteek van het maïsveld was ditmaal goed te doen. Hierna ging het parcours door het dorpje Soiron, waarna nog één heuvelrug bedwongen moest worden. Dan was de klus geklaard.

Om 16.46 uur passeerde ik de finishlijn bij de sporthal. Ik zat ver in de achterhoede van het deelnemersveld. Maar ach, wat deert het. Het belangrijkste is dat je lekker buiten bezig bent en geniet van alles wat je ziet. “Courir pour le plaisir” is de slogan van Le Trèfle à Quatre Feuilles. En daar kan ik me helemaal in vinden.

Raymond Barkman

NB. De link naar de fotoreportage die Raymond maakte is: https://onedrive.live.com/?authkey=%21ALPOf%2DBZEWTR%5FfY&id=71101E3F30474EA9%2115502&cid=71101E3F30474EA9 Als je de link Kopieert dan werkt het.