In de première van het Pieter-ROG-pad in 1998 was de 500 km van de Pietersberg naar Pieterburen onderverdeeld in 5 etappes. Voor de 2 solo-deelnemers van 1998, Henk Noor uit Heiligerlee en Frans Bergsma uit Borne, was het (te) zwaar en beiden moesten toen opgeven, vanwege slechte weersomstandigheden en om allerlei andere redenen. Dus werd voor de tweede editie van de etappeloop in 1999 het evenement omgevormd in 7 etappes van elk ongeveer 70 kilometer.
Zes sololopers van diverse pluimage stonden op zondag 20 juni 1999 aan de start: de Duitsers Karl Graf, Stefan Schlett en Paul Engels, de Italiaan Guiseppe Nuvolara, en de Nederlanders Cor Westhuis en, jawel, Martin Mes. Van dit zestal zouden de eerste 5 alle zeven etappes volbrengen. Met als eindtijden over de in totaal 503 km: 60.23, 62.00, 62.08, 62.36 en 68.06, voor de genoemde volgorde. Nummer zes kwam niet ver, want Martin Mes moest al die eerste dag opgeven. Verslaggever Ralph Jessen van Dagblad De Limburger maakte indertijd de eerste etappe van Maastricht naar Montfort (73 km) mee. We geven hier Jessen’s complete artikel zoals Camiel Verweij dat op maandag 21 juni via de DRS-NL lijst verspreidde.
——–
VAN BERG TOT WAD HARDLOPEN IN ZEVEN DAGEN
Door Ralph Jessen
Dagblad De Limburger, 21/6/99
ATLETIEK – Heuse kilometervreters zijn het. Niet per fiets of gemotoriseerd, maar gebruik makend van het oudste vervoermiddel: de benenwagen. Ultralopers schrikken niet van een kilometertje of vijftig meer of minder. Het verkennen van de menselijke grenzen staat voorop. Zeker voor diabeet Martin Mes. De 46-jarige atleet wil aantonen dat ziekte geen belemmering hoeft te zijn bij het uitoefenen van duursport.
Zeven etappes van rond de zeventig kilometer dwars door Nederland via het beruchte Pieterpad. Het deelnemersveld is miniem. Slechts zes duuratleten durven het tweede Pieter-ROG-pad met een totaal-afstand van 500 kilometer aan. Start aan de voet van de Pietersberg, finish in Pieterburen. De Nederlanders Cor Westhuis en Martin Mes, de Italiaan Guiseppe Nuudlasa en de Duitsers Karl Graf, Paul Engels en Stefan Schlett leveren deze ultieme inspanning. Met name voor de laatste lijkt het een peulenschilletje, gezien zijn enorme staat van dienst. Tienduizenden kilometers, honderden parachutesprongen en talloze bergbeklimmingen staan op zijn palmares. Net terug van een expeditie in Alaska voelt de Duitser zich toch niet helemaal lekker. “Dat zijn toch aanslagen op je lichaam”, klinkt het nog verrassend fris uit de mond van de professional. De eerste etappe van 73 kilometer van Maastricht naar Montfort zit erop voor de gespierde Duitser. Opvallend is dat Schlett samen met Graf meteen een biertje drinkt. “Zit veel koolhydraten in en bier verdunt het bloed”, weet Graf. Duuratleten letten in extremis op hun lichaam. Eten, rusten en dan volop aan de bak. De 57-jarige gepensioneerde Italiaan Nuudlasa is hét prototype van een atleet. Introvert trekt hij de natte kleren uit en bedekt zijn lichaam met een stuk plastic. Niet alleen de taal is een barrière.
Atleten knokken tegen tijd, elementen én zichzelf. Voor Martin Mes staat er meer op het spel. De Noord-Hollander lijdt sinds vijf jaar aan een bijzondere vorm van suikerziekte. De druiven voor hem zijn zuur na het betreden van camping De Reigershorst. “Hier had ik dus lopend naar binnen willen komen”, komt het met een diepe zucht eruit. Een beetje sikkeneurig is ie wel nadat hij in Nuth moest afhaken. “Een hartslag van meer dan 200 is een beetje teveel van het goede. Ik heb thuis nog een vrouw en twee kinderen. Dat zegt wel genoeg”, klinkt het op berustende toon. De beklimmingen in Zuid-Limburg deden hem de das om. Even later met humor: “De enige heuvel in mijn woonplaats is een vluchtheuvel.” De atleet uit Grootebroek heeft zich een doel in het leven gesteld. Diabetici uit het isolement halen door een educatief centrum voor suikerpatiënten te stichten. Daartoe zal hij volgend jaar september een monsterafstand van 6210 km tussen Jeruzalem en Amsterdam afleggen. “Ik ben het levende voorbeeld dat gezond sporten mogelijk is. Het is zelfs zo dat je je leven met twintig jaar kunt verlengen”, zegt hij vol overtuiging. Toch blijft zijn uitvallen aan hem knagen. Bij iedere tussenpost ondersteunt hij desalniettemin de overgebleven vijf. In Sittard zullen er toch 800 koolhydraten bij moeten, anders is de finish in Midden-Limburg nog heel ver weg. Sportdrank, water, chocokoekjes en bananen blijken de sleutel tot het succes.
Ondanks het individuele karakter heerst er tijdens de rustpunten een gevoel van saamhorigheid. “Dat is het mooie”, weet mede-organisator Sietze Houwen. “Alleen, maar toch samen. Gisteren nog allemaal vreemden, vandaag vrienden. Schlett en Graf hadden makkelijk contact. Gedurende de race zag je dat ook de Italiaan als vriend in de tocht werd betrokken.” Samen met Hendrik de Ruiter en Henk Meijer draagt de Groninger zorg voor de begeleiding. De kopgroep van Schlett, Graf en Nuudlasa loopt in Susteren een half uurtje voor op Engels, die begeleidt wordt door zijn vrouw en twee zoontjes. Westhuis sluit het deelnemersveld af. “Je voelt toch nog competitie”, constateert De Ruiter. “Ze proberen het verschil zo klein mogelijk te houden.” Het begint lichtjes te regenen. Een verademing voor de duurlopers. Het lichaam koelt sneller af en dus kunnen ze meer tempo maken. Dat blijkt in Montfort wanneer de drie na 8 uur en veertig minuten aankomen. Snel de tent opzetten, douchen, eten en slapen. Minimaal acht uur, want de etappe naar Geysteren staat op het programma. De bergen liggen al ver achter hen, maar de Waddenzee is nog lang niet in zicht.
——-
Nawoord. Het krantenartikel uit Dagblad De Limburger geeft een tussenblik op de carrière-planning van Nederlands bekendste etappeloper Cor Westhuis en natuurlijk een mooie sfeerimpressie van de enige etappe-ultraloop die Nederland kent. Voor een kennismaking is het niet meteen nodig om een hele week vrij te maken want men kan ook inschrijven voor maar één of enkele etappes binnen de hele 7-daagse van zondag 13 t/m zaterdag 19 juni 2004, zie: http://www.monnikentocht.nl/pp.html
Interessant is Marathon Plus 2000 nummer 1 waarin een drieluik over het Pieterpad was opgenomen. Met een verslag van Cor Westhuis over zijn 7-daagse Pieter-ROG-pad van 1999 – zijn tweede geslaagde etappeloop want zijn debuut was de eenmalig Friese Elfsteden Vijfdaagse van 5 marathons in 1998 – maar ook met een verslag van Henk Noor uit 1999. Ondersteund door 8 begeleiders van AV Aquilo nam Henk samen met clubgenoot Daan Rob revanche voor het niet uitlopen van het 5-daagse Pieter-ROG-pad in 1998. Samen wisten zij nu in 7 dagen de route af te leggen. Dat was begin mei ’99, waarmee de KNAU-vereniging uit Winschoten de primeur wegkaapte voordat anderhalve maand later de tweede editie plaats vond van het Pieter-ROG-pad van de ‘wilde’ loopgroep Runners Oost-Groningen uit datzelfde Winschoten.
Van het drietal organisatoren/begeleiders van het Pieter-ROG-pad in 1999 (zie boven) is Henk Meijer (Winschoten) zomer 2002 overleden, op 55-jarige leeftijd, veel te vroeg. Henk zat samen met zijn vrouw Martha in het bestuur van ROG en deed zelf ook aan ultralopen mee, zo volbracht hij o.a. de Zestig van Texel van 1993 (in een mooie 4.53).
In dat Marathon Plus nummer 2000-1 had Anton Smeets als derde verhaal over het Pieterpad een artikel van juli 1993 door Haro Hielkema uit het dagblad Trouw overgenomen: ‘De twee oermoeders van het Pieterpad”. Van de twee bedenksters van het Pieterpad is zeer recent (op 5 januari 2004) Toos Goorhuis-Tjalsma uit Tilburg op 88-jarige leeftijd overleden. Zij vormde samen met Bertje Jens uit Groningen (en inmiddels 90 jaar) het vriendinnenduo ‘De Dames’ die het Pieterpad ontwikkeld en letterlijk en figuurlijk op de kaart gezet hebben. Het langeafstandswandelpad vormde een logische verlenging van de Grande Randonneé 5, dat van Marseille tot Maastricht loopt. Juni 1983 werd het NIVON-Pieterwandelpad van de twee ‘oermoeders’ officieel geopend door de toenmalige staatssecretaris van economische zaken Piet van Zeil (niet vanwege EZ maar omdat hij zijn voornaam mee had).
Martien Baars
Toegift: ‘Teilnehmer die sich masslos überschätzen’
Schande, UltraNed had dus ongelijk: Martin Mes stond wel degelijk ooit aan de start van een Nederlandse ultramarathon. In onze eerdere artikelen over de ‘wereldkampioen ultralopen’ Martin Mes uit het Noord-Hollandse Bovenkarspel werd door de redactie van UltraNed o.a. de stelling geponeerd dat meneer Mes nog nooit aan de start van een Nederlandse ultramarathon had gestaan. De redactie baseerde die uitspraak op het gegeven dat wij zijn bijna 2 meter lange loopgestalte nooit ergens aan het werk hadden gezien in een Nederlandse ultramarathon en ook op het feit dat onze zoekactie in het uitslagen-bestand van UltraNed geen enkel resultaat voor Martin Mes opleverde.
Dus werd Mes zijn telefonische bewering dat hij aan de etappeloop Pieterpad had meegedaan, door Tom Hendriks met de nodige scepsis genoteerd, zie het UN artikel van 8 januari: https://www.ultraned.org/n_item/f1982.php
Maar tot onze schande moeten we nu bekennen dat UltraNed ongelijk had: Martin Mes stond wel degelijk ooit aan de start van deze Nederlandse zevenvoudige ultramarathon! Dus een deel van zijn bewering blijkt inderdaad waar te zijn, want meneer Mes laat wel wijselijk weg hoe het eigenlijk verliep met zijn Pieterpad.
Het is waarschijnlijk dat het charisma van Mes de nodige indruk op de verslaggever gemaakt heeft, en dat die vrij coulant het uitvallen van Mes omschreven heeft. Met veel minder woorden, maar wel veel duidelijker, in zijn commentaar volstond ultra-insider Stefan Schlett. In het blad van de Deutsche Ultramarathon Vereinigung (Ultra-Marathon nr 3/99, p.45) deed hij heel lovend verslag onder de kop ‘Ultra-Happening auf dem Pieter-ROG-pad; 500 km durch die Niederlande vom 20. – 26. Juni 1999’. Hij beeindigde zijn artikel zelfs met de slotzin: “Für mich war es die 13. Länderdurchquerung und eines der schönsten und stimmungsvollsten Rennen meines bisheriges Lebens.”
Maar wel meldde Stefan: “Martin Mes, ein kräftiger Läufer mit 102 kg und Diabetiker, war schon vor der Hälfte der 1. Etappe aus dem Rennen. Bei Mehrtagesläufen find sich seltsamerweise immer wieder Teilnehmer ein, die sich masslos überschätzen. Die Rest hielt durch, was eine für solche Rennen unübliche Erfolgsquote von 84% bedeutete.”
Alle uitslagen van het Pieterpad vanaf 1999 t/m 2003 zijn te vinden op:
http://www.monnikentocht.nl/uitslagen.htm
Daar staan voor 1999 de vijf die het hele Pieterpad dat jaar juni rennend hebben afgelegd, plus nog 3 lopers die aan 1 of meerdere etappes in het tweede deel meededen: Roger Henke (snelste in de 4e etappe), Koos Rademaker (snelste in de 5e etappe), en Jasper Roll (deelnemer 5e, 6e en 7e etappe). De snelle opgave in en aftocht van Mes na die 1e etappe van 1999 heeft de organisatie waarschijnlijk doen besluiten om hem maar helemaal niet in de uitslag op te nemen. Ook in de uitslag van 1999 zoals vermeld in Marathon Plus (2000 nummer 2, p. 12-13) wordt starter Mes niet genoemd. En het gevolg was dat Mes daarmee eigenlijk ‘onvindbaar’ was geworden als deelnemer aan een ultramarathon. Maar starter was ie dus ooit wel 😉