{u}{b}1e marathon de Zagora Marokko – 20-02-05 {eu}{eb}
Organisatie: Mohammed en Lahcen Ahansal (verscheidene keren winnaars van de Marathon du Sable)
Zondag 20-2
06.00 uur opstaan. De imam heeft om 3 en 4 uur lekker lopen lallen in de moskee. Als je beseft dat hij 12 km verderop zit, dan kun je wel nagaan wat een rust er heerst in de Sahara. Een ezel gaat ook nog effen ia’en en de nachtrust was eigenlijk niets. Ik heb mijn gedachten niet bij het slapen.
07.00 uur ontbijten en tas inpakken. Jemig wat is het koud, om het vriespunt. Alles wordt kleiner, hihi, er krimpt wat. 07.30 uur vertrekken we naar Zagora waar de start is. We hebben de beschikking over 2 hotelkamers waar we de bagage kunnen laten liggen. Op naar de start, 09.00 uur is de start gepland maar dit wordt uiteindelijk 09.15 uur. De burgermeester is er namelijk nog niet. Wat worden we bekeken door de Marokkanen. Wit geklede mannen en opgesierde vrouwen dansen en zingen. Marokkaanse folklore in optima forma. Tv en overige pers is ruimschoot aanwezig. De winnares van de marathon du Sable is ook van de partij. Vele jonge plaatselijke lopers durven het avontuur ook aan. Jongens en meisjes van 13 en 14 jaar zijn geen uitzondering. Op sandalen, blote voeten, schoenen met te korte veters. Echt niet super om de marathon op te lopen maar als je niet anders hebt, wat moet je dan?
De eerste start is een valse start. We worden teruggefloten, vraag me niet waarom. Dansers met zwaarden doen een schijngevecht met o.a. Hans Banus. Cameramensen zitten er weer dicht op. En in een flits starten we zonder dat we een sein krijgen. De meeste beginnen als of het lange sprint is. Ik moet er wel om lachen. De eerste 5 km lopen we in Zagora, een grote ronde over asfalt. Jongens met shirtjes met Figo en FC Barcelona lopen met me mee maar hijgen al redelijk. Houden ze dus nooit vol wat later ook zal blijken. De eerste jonge marathonloper die met me meeloopt is een 18 jarige student die zijn eerste marathon loopt. Hij voelt zich vereerd om met een buitenlander te lopen. Zoals nog velen volgen.
Nadat we Zagora achter ons laten, gaan we door plantages en langs palmbomen. In de dorpjes worden we hartelijk bejubeld en ik hoor vaak de volgende woorden: “Bon jour, ca va, merci”. De verversingsposten schenken mineraalwater en plaatselijk water. Dus goed opletten, welke je pakt. Daarnaast liggen sinaasappelschijfjes. De temperatuur loopt gedurende de marathon op richting de 25 graden. Prima. M’n nek en m’n hoofd worden al aardig bijgekleurd. Na afloop zijn deze lichaamsdelen rood. Na de plantages lopen we over een veld vol met zwerfstenen. Pijnlijke voeten en tenen zijn het gevolg. Na dwars over het veld gestoken te zijn, gaan we het zand verkennen van de Sahara. Mijn bovenbenen gaan nu heftig werk verzetten. Zand wordt mul waardoor m’n voeten wegzakken. De 1 na de ander haal ik in. Onderweg wordt er met de regelmaat van de klok aan me om water gevraagd. Sorry ze kunnen toch zelf ook wat meenemen maar 1 negroïde Marokkaan kijkt zo dorstig uit zijn ogen waardoor ik vervolgens niet kan weigeren. Het is een kilometer voor een zandduin. Op de duin is een verversingspost. Na heftig geklauter kom ik aan. Vervolgens naar beneden in het mulle zand. Het lijkt wel of mijn schoenen vol zitten met zand. Op 30 km komen we ter hoogte van het tentenkamp waar we 2 dagen hebben doorgebracht. Zoals bij iedere post staat hier ook een politieagent. Inmiddels zijn al enige lopers afgevoerd in een ambulance. De eerste loper met gezondheidsproblemen ligt al na zo’n 24 km aan het infuus. Na 30 km lopen we richting Zagora, de finishplaats. Langs plantages voortbewegend haal ik weer een vrachtje lopers in. “Bon courage” zijn woorden die regelmatig te horen zijn.
En dan komt letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt: de berg! Tot 30 km denk ik dat binnen 4 uur finishen lukt. Na 35 km kom ik door in 3 uur en 15 minuten. Maar de beklimming en de afdaling, tjonge. Wat een haarspeldbochten. Na elke bocht denk je nu ben ik er maar telkens weer een volgende klim. Het schitterende uitzicht op het dorp, de Sahara, andere bergen vergoedt veel maar niet alles. Een vlieg zit me giga te irriteren, op mijn lip, op mijn oorlel, op de pet. K..vlieg, ik mopper wat hardop. Een Marokkaanse loper vraagt wat er is. Niets, ik praat verwijtend naar het nietsvermoedende vliegje. Halverwege de klim ligt een uitgeputte loper tegen de rotswand bij te komen. Tja je doet er wat langer over maar je mag ook langer genieten.
Op de bergtop aangekomen moeten we nog 1,5 km tot aan de finish waarvan 1 km dalen. Voordat ik begin neem ik een sinaasappelschijfje en een beker water en stort me voorzichtig in de supergevaarlijke afdaling. Allemachtig wat een verschrikking, stenen liggen los waardoor je alle kanten opglijdt en het is me een gezigzag om in het dal aan te komen. Marokkanen lopen me nu regelmatig voorbij. Ze zijn hier thuis en hebben waarschijnlijk meer lef. Er heeft zelfs 1 loper blote voeten, onvoorstelbaar. Petje af. Wat achteraf blijkt dat menig jeugdig loper achter op de fiets, bromfiets of in een auto vervoerd worden. Nou ja. Wat ik ook met eigen ogen zie dat ze van afsnijden houden waar mogelijk snijden stukken af. In Zagora aangekomen klapt iedereen luid. Goh wat een enthousiasme en ik voel me vereerd. Maar wat blijkt de eerste Marokkaanse dame loopt een tweetal meters achter me met de nationale vlag om haar schouders. Aan de finish wordt weer gezongen en gedanst door de plaatselijke bevolking. In 4 uur en 34 minuten finish ik bij de eerste Europeanen. Ik ben trouwens niet echt moe.
Na afloop worden we door Mohammed, de winnaar van de marathon du Sable, uitgenodigd bij de ceremoniële afsluiting naast de gouverneur en andere bobo’s te komen zitten. Wat me weer opvalt dat hoe hoger je in rang staat en des te groter je politie- of militaire pet is des te gevaarlijker en arroganter ze uit hun ooghoeken kijken. Tijdens de ceremonie mag ik thee meedrinken, nootjes en zoete koekjes mee-eten. Mohammed komt naast me zitten. Hij is moe. Het is de eerste keer dat Mohammed en zijn broer Lahcen Ahansal deze marathon organiseren. Mohammed is een bescheiden hardlooptopper. Ik zeg hem nog dat het eenvoudiger is een marathon te lopen dan een marathon te organiseren. Hij knikt en pakt een koekje. Een supersympathieke man. Na de douche zonder douchekop voel ik me fris. De eerste keer sinds drie dagen onder de douche wordt een verademing. Ik heb nog in het buitenbad proberen te zwemmen maar koud, brrr. Dan maar even zonnen aan de rand van de swimmingpool.
Als herinnering ontvangen we een T-shirt, een mooi bord en als de tweede finisher van de groep een medaille (deze kreeg ik trouwens van Holger, een prachtig gebaar!). Vele Marokkanen kijken me vol bewondering aan met de onderscheiding. Een journalist interviewt me, wat een miniheldenverering. Ik wordt er verlegen van maar geniet er ook wel van.
Henk Harenberg,
de zandloper