Jos Vrancken, Henk Sipers en Han Frenken vertrekken 6 maart (’s middags 5 uur, de 6 uur in Stein pikken ze nog even mee), naar het West-Afrikaanse Mali voor een 5-daagse wedstrijd, de trail du pays Dogon over 163 km. De route voert dwars door de woestijn, de verzorging is geheel self-supporting. Omdat Mali het op vier na armste land ter wereld is, staken Jos en Henk de koppen bij elkaar om te zien op welke manier ze konden bijdragen aan een goed doel. Henk had al ervaring opgedaan met zijn vorig jaar gelopen marathon des Sables. Aan een kleine zuivelfabriek, ten behoeve van het vers blijven van de melk, is in Mali een enorm tekort. Ze waren het daarom snel eens dat daar het geld het best besteed zou zijn. Op welke manier kunnen ultralopers het beste geld lospeuteren? Niet door met de collectebus rond te gaan, maar hun eigen hobby doelgroep aan te spreken. Dat hebben ze 19 februari gedaan door middel van een sponsorloop in het Limburgse Noorbeek. Omdat ze totaal geen onkosten wilden maken, werd het zelfs nog een illegale wedstrijd, want een vergunning aanvragen kost geld. Voor de lopers geen bezwaar, die wisten het niet eens vooraf. Het was ook maar goed dat we tevoren niet op de hoogte waren van de hoogteverschillen op het parcours en de weersgesteldheid. Anders had ik alleen maar gesponsord en niet gelopen.
Het begint al als Theo Cloosterman en ik in de buurt van Noorbeek komen. Er ligt een laagje sneeuw en van de heuvels stroomt het water en de gesmolten sneeuw, als waren het riviertje. Bij het voetbalveld is een leuke jeugdsoos als kantine, secretariaat en kleedruimte ingericht. Op tv beelden kunnen we de verrichtingen van eerdere uitdagingen bewonderen. Dick van Es, lange tijd geblesseerd en Rob Tieleman, die het deze keer echt aandurft, zijn er gelukkig ook weer bij.
In totaal zijn er 73 sporters op alle afstanden. Op de langste afstand 44,5 km starten er 43. Waarschijnlijk vanwege de vooruitzichten zijn er 10 ingeschrevenen niet komen opdagen. Op de plaats waar de start plaatsvindt is het al goed nat. Bovendien onverhard, dus vele voeten maken er dan al snel een modderpoel van. Er zijn 9 ronden van 4,949 km te belopen. Op een nieuwe loop ben ik altijd benieuwd of de eerste ronde me aanstaat. Voor de start wordt uitdrukkelijk vermeld dat de limiet 5 uur is en de wedstrijd beëindigd wordt.
De eerst 200 meter zijn al meteen raak. Zie de ideale lijn maar eens te ontdekken, als die er niet is. Overal glij je weg in de modder. Dan een fikse klim, dat vind ik wel leuk. Een haakse bocht en dan weer klimmen, gevolgd door vals plat. Hierna gaan we weer zigzaggen langs waterpartijen om de kousen droog te houden. Iets verder dan de 3e km begint voor mij het echte ploeteren en afzien. Over keien, gaten, water, modder en sneeuw moeten we een kleine kilometer lang, behoorlijk stijl naar beneden. Dat durf ik niet hardlopend. Dan zou ik rollend als een rolmops naar beneden suizen. Heel voorzichtig, voetje voor voetje, goed aftastend waar ik mijn voeten zet, loop ik naar beneden. Ik vervloek al meteen het parcours, terwijl de laatste kilometer toch redelijk goed gaat.
Ondertussen loop ik wel als laatste. ‘Had je geen ander parcours kunnen bedenken. Helemaal uit Brabant komen om hier in de blubber en modder gevaarlijke capriolen uit te halen’, foeter ik tegen Henk bij de doorkomst. Jos antwoordt nuchter: ‘dit is mijn dagelijks trainingsrondje, mooi hé!’. Na 2 ronden, een kleine 10 km, wijst mijn klok 1.04 aan. Ik begin aan mezelf te twijfelen. Stel dat mijn verval door wat me nog te wachten staat, groter wordt, kan ik de limiet nooit halen. Uitstappen doe ik nooit, dus ga ik maar voor wat ik waard ben. Jo Schoonbroodt dubbelt me al in de 2e ronde. Even later komt hij bij me lopen. ‘Ben jij Vincent?’, vraagt hij. Bijna een kilometer blijft hij bij me lopen en praten we wat over verslagen maken. Dat is nog eens ontspannen lopen. De koppositie innemen en tijd hebben voor een babbel.
Ik loop helemaal niet ontspannen. Op het grootste gedeelte van het parcours moet ik uiterst geconcentreerd mijn voeten plaatsen, zeker als er weer een sneeuw- of hagelbui overheen gekomen is. Frans Goddijn heeft me gisteren foto’s gestuurd. Op de site van Henk staan er ook velen. Daar is te zien hoe meedogenloos de weergoden het parcours alsmaar moeilijker begaanbaar maken. Ik loop alleen en kan daarom mijn verbale agressie alleen maar kwijt bij de doorkomst. Ik hoop dat ze er begrip voor hebben. De weliswaar schitterende omgeving blijft helaas in een zware nevel verborgen achter hagel- en sneeuwbuien. Als we nog 3 ronden te gaan hebben passeer ik Willem Mutze. ‘Als je elke ronde in 37 minuten doorkomt, finish je binnen de 5 uur’, merkt hij op. Ik maak mezelf boos en versnel op de hellingen, als compensatie op de moeilijke afdalingen. Dat helpt. Ik finish in 4.46.47, bijna een kwartier binnen de limiet.
Henk en Jos feliciteer ik met de onvergetelijke middag die ze me bezorgd hebben. Dat het fraai golvend parcours met zijn formidabele uitzichten best heel mooi kan zijn, maar dat het voor mij vandaag een aanslag op het lichaam is. Toch ben ik tevreden, want ondanks de verschrikkingen van onderweg, is het weer gelukt. De certificaten met foto’s Edwin Lenaerts (liep Mali vorig jaar) en Noorbeek als plaats van de sponsorloop inclusief de tijdregistratie, is een mooi aandenken aan een unieke prestatie in een beschamende tijd.
Vincent Schoenmakers