{u}{b}´Verdomd je hebt gelijk, de berg beweegt!”.. ..Ver-dwalen is menselijk ..?! (10) {eu}{eb}
{i}Badwater: “Ik heb hele schoolbussen gezien, van die gele, verlicht van binnen. De deuren waren uitnodigend open, de passagiers wachtten op mij. Maar toen ik dichterbij kwam, verdween de bus tot mijn teleurstelling…”” (11) {ei}
Door Prisca Vis
Heeft U als ultraloper wel eens de reactie gehad dat mensen U hartstikke gek vonden? Was dat alleen om de afstanden? Of ook om het “lurken aan flessen en/of braken op straat”,” lucht die uit allerlei lichaamsopeningen de vrijheid opzoekt, soms ook zonder verontschuldiging.”, “stinkend naar zweet: zitten en liggen op het trottoir”, “de blaas ledigen, tegen een boom, in de bebouwde kom”?? Kortom dingen die niet zo hoog scoren op het ABG (algemeen beschaafd gedrag)? Vermoeidheid, kou en hitte heeft wel eens veroorzaakt dat ultralopers over de weg “zwabberden”en hallucineerden (zie bovenaan pag.). Sommigen zoals Gijs Honing op het Pieterpad, worden zelfs door een oud dametje in een elektrische stoel ingehaald die toen olijk riep:” ik ga lekker harder!” (24). Toch wordt het, binnen de context van het ultralopen, onderling begrepen. Wanneer vind U het zelf eigenlijk “gek”, afwijkend”, “ziek”?
Volgens psychiater Maas worden mensen met psychische klachten soms gezien als “gestoord” en “onbehandelbaar”, die beter maar opgenomen kunnen worden. Mensen die wat anders willen, worden abnormaal gevonden en uitgestoten. Zij hebben “slechte dingen”gedaan en de andere mensen dus perse niet. En deze polen kunnen zo nog wel een tijdje blijven bestaan. Maas vind zelf dat patiënt en hulpverlener/anderen, elkaar alleen al herkennen in het feit dat beiden met lege handen staan. En dat die herkenning iets heel anders is dan tolerantie. Dat juist herkenning een brug kan slaan. (12)
Denkt U dat ultralopers dan een voorsprong hebben in het begrijpen van afwijkend gedrag ? Kunnen ultralopers door zelf- waarneming facetten/stukjes herkennen en een brug slaan naar zieke mensen die abnormaal en afwijkend gevonden worden? Ja of Nee?
Dit is geen verslag van een wetenschappelijk onderzoek waarin vragenlijsten aan ultralopers uitgedeeld zijn en vervolgens geanalyseerd zijn. Hoe leuk dat ook zou zijn. En natuurlijk zijn er ook begripvolle mensen die niet ultralopen. Volgens Veron Lust zijn er ook de nodige ultralopers die zelf psychische problemen hebben en/of het nodige meegemaakt hebben (21). Dit was echter 1 van de gespreksonderwerpen tijdens een loopje en naar aanleiding daarvan zijn er artikelen,”die voor handen waren” doorgelezen. (Wij hebben nl geen abonnement op Runner’s World): ”Wat hebben ultralopers zelf geschreven/gezegd mbt herkenning -en voorsprong hebben, in het begrijpen van afwijkend gedrag?” Zowel pro als contra is, wat gevonden is, vermeld in dit artikel.
{u}{b}Zwerven/ vluchten uit de maatschappij{eu}{eb}
{i}Andre is overspannen en als de huisarts met kalmerende tabletten langskomt, rent hij met geweldig grote sprongen de trap af. In een minimum van tijd is hij het huis uit verdwenen. Spoorloos. (42) . “Het 17 jarige meisje loopt, nadat het met haar vriend uit is, tenslotte van huis weg en overnacht in de vrije natuur in de stromende regen. Kort daarop wordt zij opgenomen in een psychiatrische inrichting” (14). Koen van 20, komt uit een streng gelovig gezin en voelt zich erg zondig door zijn seksuele gevoelens en denkt er nooit voor vergeven te worden. Een zelfgekozen dood lijkt hem de enige oplossing.(42). Herkent U als ultraloper iets van het zwerven en vluchten? {ei}
Veron Lust herkent dat lopen een vlucht is en hij lijkt het zwerven van anderen ook deels te herkennen en zegt zich ook meer verwant te voelen met de zwerver achter zijn bedrijf, dan met managers in het bedrijfsleven.(2) Elders zei Veron: “Alles is in onze maatschappij zo dichtgeregeld, urenlang hardlopen is voor mij de bevrijdende tegenhanger”(21). Luigi Simbula stemt daarmee in: “Ultralopen is een mogelijkheid tot ontsnappen..”(21)
Ook Wim Epskamp lijkt het te herkennen en zei “De afstand maakt niet meer uit als je meerdere marathons achter elkaar loopt. Dan weet je niet wat er gebeurt, hoe je je voelt, welke tijden je loopt. De vrijheid en het onberekenbare van wat zowel de afstand als ook je eigen lichaam met je doet, intrigeren; en dan die bergen, puur genieten, gewoon zien hoe ver je komt.” (15). “Even later komt het gesprek weer op de kwaliteit van het leven. Lekker in de buitenlucht, door de duinen, over het strand. Ik kan niet anders dan beamen dat Guus “geleefd” heeft. Achter de buis kun je misschien tachtig worden, maar wat heb je dan na te vertellen. Niks toch? Nee lekker door de bergen en de bossen struinen, dat is pas leven” (43). Ann Trason houdt vooral van het avontuur en de afwisseling om nieuwe verversingsposten te bereiken en het wisselende parcours (6). Joke Keuning: “Ik ben dol op zwerven en hou erg van de stilte en de eenzaamheid”(21). Gerrit van Rotterdam vind het mooie, van ultralopen, vooral in de eenzaamheid. “In de volstrekte stilte, die je soms mag beleven.’s Nachts lopen is ook het mooist” (5). “Ik loop om rust te vinden”: aldus Wim Bart Knol (20). Tom Hendriks: Ik ben gek op dit soort lopen, schitterende omgeving, vrij als een vogel (43).
Naast dit zwerven en vrijheid, zijn er ook ultralopers die urenlang dezelfde rondjes, binnen een klein afzet parcours, lopen, waar niet veel te zwerven valt. Hardlopen is voor velen synoniem met onafhankelijkheid, vrijheid en eenwording met de natuur rondom. Het is dan ook moeilijk voorstelbaar dat deze ultralopers zich laten vangen op een hermetisch afgesloten parcours, in kermisachtige entourage, waar, als muizen in een tredmolen, dwangmatig ronde na ronde moet worden afgelegd (39).
{u}{b}Angst{eu}{eb}
{i}Een patiënt staat op de gang te huilen; zojuist heeft hij ontdekt dat het kopje waaruit hij heeft gedronken, niet was afgewassen. Hij is er helemaal van overtuigd te moeten sterven, omdat de bacteriën zich razendsnel in hem vermenigvuldigen (10). Marie is angstig, vaak gaat ze plotseling rechtop zitten en kijkt dan angstig om haar heen. God had haar nl. alles in een droom laten zien en Marie zegt: “nu is alles verloren, het is te laat”. Later lag ze op haar knieën voor haar bed en beet in haar laken. Ze keek me met grote ogen aan en smeekte:”Help mij” (42). Of “op mijn werk ben ik altijd bang een fout te maken en mijn baan te verliezen.”…”als ik uit het raam kijk ben ik bang dat ik naar buiten zal vallen”, “Ik kan geen lift ingaan, want ik ben bang dat hij blijft steken”(14). Herkent U als ultraloper angst? Sommige ultralopers hebben over hun angst geschreven. {ei}
Paul Beckers in de Millennium run, waar hij als 1e over de finish kwam: “Op dat moment ben ik een beetje gaan panikeren, heb ik 10 minuten stilgestaan. Ben ik met mijn armen gaan zwaaien en heb ik geprobeerd auto’s te stoppen. Maar die reden natuurlijk allemaal door. Wie stopt er nou voor zo’n zwaaiende dwaas, in het midden van oudejaarsnacht? Daar krijg je toch schrik van” (25). Ron Teunissen: “Dit heeft niks met lopen te maken! “roept hij in de Tour de Mont Blanc. Hij blijkt een paar keer uitgegleden te zijn en dat is geen geintje op zo’n parcours (45). Simon Pols in Two Oceans: “het enige waar ik echt bang voor was, dat ik net als bij mijn laatste Comrades deelname, kramp in mijn kuiten zou krijgen….ik was toen gedwongen de strijd te staken..”(31). Ron Teunisse was zenuwachtig geweest, daar op die binnenplaats, voor de start van de Jan Knippenberg Memorial van 100 EM in 1996, die hij overigens zou winnen.Hij had zich een beetje in een hoekje verscholen, terwijl de andere lopers met elkaar stonden te praten. Hij had de benen losgeschud en afwezig met deze of gene gepraat. De onzekerheid was in zijn ogen te lezen (19). Angelika Castaneda zei over Badwater 135 (foto), “ik ben ontzettend bang, het onbekende overwinnen, zal ik slagen of falen”..…”ik ben bang, vooral voor de hallucinaties. Het slechtst heb ik het hier altijd tussen twee en vier uur ’s nachts “(11).
{u}{b}Op jezelf gericht zijn{eu}{eb}
{i}Na zijn beroerte is deze patiënt egocentrisch geworden en minder met de ander bewogen (42). Hendrik is geen onaardige man. Hij is duidelijk een man met een grote mond en klein hartje. Die dingen oplost met zijn vuisten. Hij voelt zich minderwaardig en lijd eronder dat hij met niemand echt contact heeft. In dat isolement is hij afwerend en achterdochtig geworden (42). Andries voelt zich omringd door een muur van haat. Meer en meer wordt het winkeltje een veilige plek waar hij rustig, want er komen nauwelijks nog klanten, de dag kan doorbrengen. Lezend in tijdschriften uit zijn eigen handelsvoorraad (42). Herkent U als ultraloper het op Uzelf gericht zijn? {ei}
Volgens sommigen is hardlopen het toppunt van egocentrisme en op jezelf gericht zijn. Vincent Schoenmakers: “als je in een marathon finisht ben je een held. Doe je er 8 km bovenop, dan geniet je in je eentje, een geluk dat je met niemand hoeft te delen (7). Edwin Lenaerts over de Spartathlon: “het is een zoektocht naar zelfbevestiging”(16). Geen geld maar eeuwige roem valt de winnaar ten deel in de Spartathlon, Andre van der Zwan (23). Barbara Warren in Badwater: Bewijzen dat je nog een stukje verder,dieper kunt gaan (11). Ria Buiten: “Ik vind het een kick, dat ik dat allemaal op eigen kracht doe”(21). Joke Keuning: “Ik wil geen mier in een mierenhoop zijn”(21). “Átleten laten veelal hun geliefden thuis…”Vincent Schoenmakers (29).
Marc Papanikas “Wij staan er tijdens een wedstrijd helemaal alleen voor; en ook de eindeloze trainingen doe je alleen (21). Wim Bart Knol herkend dat egocentrisme toen hij zich een jaar lang helemaal aan topsport heeft gewijd. “Nou dat bleek een dramatische vergissing, ik kan niet met oogkleppen op leven. Ik raakte prompt geblesseerd, het evenwicht was verdwenen.. Misschien ben ik te calvinistisch: is het maatschappelijk wel verantwoord om alleen maar met sport bezig te zijn, vraag ik me dan af”(20). Ann Trason in Western States: “Je moet goed voor jezelf zorgen, een goede tactiek uitstippelen: waar sla je je slag? Het is eigenlijk een soort schaakspel, in voortdurend gevecht met het parcours”(6).
Van de andere kant wordt soms juist in plaats van het op jezelf gericht zijn, het sociale aspect van ultralopen benadrukt. ” Tom Smeets maakte het trieste nieuws officieel….een groepje deelnemers slaat handen en armen om elkaars schouders. Verbondenheid, meeleven….solidariteit…De ultralopers nemen hun sport serieus, maar missen de afgunst en killers mentaliteit die zo kenmerkend is voor een harde competitie….waar las ik het onlangs?…in NRC handelsblad nav 100 km Winschoten…’’Het is een kleine familiaire wereld, waar wederzijds respect de boventoon voert” Vincent schoenmakers (27). “De gezellige praatjes onderweg…Met iemand meelopen en de wedstrijd bespreken.”(7). En volgens Marc Papanikitas is wat ultralopers kenmerkt juist hun sociale inslag en het onderlinge respect waarbij wedstrijden soms als een reünie zijn, waar iedereen even met elkaar bijpraat (21). “Zelfs bij de finish liepen we nog met z’n vieren te kijken, praten en lachen. We waren gewoon nog niet uitgepraat, Prisca Vis (34). En “In traditionele wedstrijden wordt snel een bekertje van de tafel geritst, want er mogen geen seconden verloren gaan..dat ontbrak hier” Vincent Schoenmakers (7). Ron Teunissen komt me voor de finish van de Mont Blanc tegemoet gelopen en is net zo enthousiast als ik dat het gelukt is. We lopen al ouwehoerend naar de finish, een bezigheid die we op de heenweg in de auto al 12 uur geoefend hebben, Tom Hendriks (45).
En soms is het een afwisselen van wedstrijden waarin je op jezelf gericht bent en loopjes met het meer nadruk op het sociale aspect , zoals Guus Smit over La Fagna Run schreef: “Loopmaatje Bart Kraan en ik doen het rustig aan, vandaag heb ik geen finale ambities en staat genieten van bos, beek, berg etc voorop. Ik heb een camera in de heuptas, zodat ik al dat moois kan vastleggen en ik wacht op het moment dat Bart hopelijk ergens in de modder zal zakken”(36).
{u}{b}Pijn{eu}{eb}
{i}Voorbeelden van patiënten die pijn hebben en lijden, die slaan we hier maar over. Er van uit gaande dat iedereen minstens wel 1 patiënt met pijn en lijden kent. Heeft U als ultraloper wel eens pijn gehad? {ei}
Sommige ultralopers kennen de pijn en het lijden, als patiënt, en als ultraloper. Regelmatig lees je dat juist de pijn die de patiënten hebben, lopers helpt om door te gaan . “Als ik het moeilijk heb en krampen door mijn lichaam trekken, denk ik aan mijn moeder die ik 2 jaar verpleegd heb voor ze overleed aan een spierziekte (4). ”Wat is nou afzien als je weet dat zoveel mensen echt moeten lijden?”, aldus Veron (4). Maar ook wordt het zelf pijn lijden tijdens het lopen door sommigen herkend. De ultralopers moeten soms barrières overwinnen die zelfs in de individuele wielersport ongebruikelijk zijn, aldus Vincent Schoenmakers (26). “Want de laatste 30 km van de 100 doet pijn, pijn,pijn. Je hele lijf en al je organen schreeuwen om rust. Op een gegeven moment doet zelfs ademhalen pijn. Als ja dat niet kunt verdragen wordt je nooit een goede ultraloper ”, aldus Luigi Simbula (21). Met stinkend zware benen kon ik hem op zo’n 50 meter afstand houden, aldus Cees van der Woude (28). Andre van der Zwan in Spartathlon: “ik gilde het uit van de pijn”(23). Ron Teunisse tijdens JKM:”Pijn, alles doet zeer”. Henry Okkersen gaat vermoeid in het gras liggen. Hij wil het even alleen verwerken, de pijn en vermoeidheid die nu razendsnel omgezet zijn in een onbeschrijfelijke vreugde dat het gelukt is (26). “De pijn schijnt van mijn gezicht af te lezen zijn geweest”, aldus Vincent Schoenmakers (27). “Een deel van het parcours bestaat uit steengruis wat voor mij, ik weet niet of anderen daar ook last van hebben, altijd de eigenschap heeft om van het pad in mijn schoenen terecht te komen.. Daar de Zwitsers erg aan hun fauna gehecht zijn, ben ik dus verplicht om na elke 4-5 km het gruis in de natuur terug te leggen”…en…..”totaal uitgewoond kom ik bij een verzorgingspost aan”, Tom Hendriks (46). De avond tevoren is Castaneda wederom bezocht door de spoken die de pijn verjaagden. Ze besluit de tocht in een hardnekkig stilzwijgen. Volgens haar begeleider Anne Lenferink is dit gebruikelijk bij haar. “Als de pijn te veel wordt, rekent ze stilzwijgend af met de hallucinaties” (11). Jos Koniuszek schreef over de Zijderoute in China: “Een van mijn Belgische vrienden, gleed uit op een redelijk vlak stuk en brak zijn sleutelbeen en twee ribben”(41). Er waren geen citaten, in deze stapel, te vinden van ultralopers die geen pijn kenden. Wat uiteraard niet betekend dat die er niet zijn. Wel staan onder kop: “doorzetten, niet ophouden “citaten van ultralopers, die stoppen, als ze hun grens ervaren.
{u}{b}Jezelf een mislukkeling vinden{eu}{eb}
{i} “Dokter, ik kan niet meer, ik zit vol twijfels en ben een complete mislukkeling”(14). “Ze voelt zich leeg, versteend en ze kan niets, zelfs niet verdrietig zijn. Ze is overbodig”(10). “Iemand die met mij praat of mij helpt, zal ook ten onder gaan”(42). Ik ben bang tekort te schieten”(10). Bij sommige patiënten kan elke krenking leiden tot droefheid, tot gevoelens van tekort schieten of falen en tot gevoel van schuld en onvermogen er iets aan te verbeteren. Sommige ultralopers herkennen het om je een mislukkeling te voelen, zoals patiënten dat soms ook hebben. U ook? {ei} Andre vd Zwan herkende het wel, en hij schreef hard over zichzelf “ Andre faalt in Spartathlon 2003, Ik was een illusie armer”(23). “Natuurlijk betrof de traditionele klaagzang ,van Ron Teunisse, na afloop, ondanks het winnen, voornamelijk het eigen falen, het lichamelijk onvermogen en het sublieme lopen van anderen”(39). Ook Marc Papanikitas heeft wel eens een hekel aan zichzelf als hij ipv de vriendelijke man die hij normaal is, in een wedstrijd egoïstisch moet zijn (21). Wim Bart Knol zat er dagen mee dat hij uitgestapt was in de Spartathlon op 110 km: ”Ik wilde er niets meer over horen of zien. Maar ik heb de draad weer opgepakt, je kan niet blijven kniezen”(38).
Toch zijn er ook ultralopers die zichzelf geen mislukkeling vinden. Die gewoon genieten van de loop, ongeacht de uitkomst. Sommige ultrawedstrijden benadrukken ook juist dat aspect: dat iedereen een winnaar is ongeacht hoe lang je erover doet en vermelden geen records/uitslagen. En er zijn ultralopers zoals Tom Hendriks die “elke verklote wedstrijd, als een nieuw leermoment zien”(32).
{u}{b}In de war zijn{eu}{eb}
{i} “Op een bepaald moment zwaaide ik vriendelijk naar een patiënt. Hij bukte echter, alsof ik een steen naar hem gegooid had. Mijn handbeweging had hij waargenomen, maar ze verkeerd geïnterpreteerd en met gevoelens van angst en bedreiging verbonden. Voor hem was zijn reactie logisch”(14). Student Adri merkt dat mensen in winkels vee betekenend naar hem kijken en blikken wisselen. Hij voelt zich bedreigd en besluit maatregelen te nemen. Voortaan draagt hij alleen nog zwarte kleding, gaat gymnastiek oefeningen doen om zuiverder te worden en meet zich een streng afgemeten manier van lopen en kijken aan. Ondanks dat neemt zijn gevoel van belaagd zijn niet af. Sinds kort ziet hij ook een bepaalde rode auto door de straat rijden. Om bespioneren te voorkomen beplakt hij zijn ramen met aluminium folie, dat houdt de stralen ook mooi tegen (42). Mensen die aan extreme psychische belasting worden blootgesteld kunnen op een goed moment last krijgen van gewaarwordingen, beelden of geluiden, die alleen door hun zelf worden beleefd. Of zoals de bekende fata morgana van de woestijnreiziger of bij drenkelingen die hun moeder over het water zien aan komen lopen (42).
Ook kan tijdens een illusionaire vervalsing, een in de werkelijkheid aanwezige stimulus, worden omgevormd tot iets angstigs. De struik wordt een dreigend mens en de lichtstraal een naderend voertuig (10). Sommige ultralopers herkennen het verkeerd waarnemen van de omgeving of het hallucineren wel, anderen niet. U? {ei}
Het verhaal gaat dat de boodschapper Pheidippides de Sangraspas 2500 jaar geleden passeerde om oorlogs nieuws naar Athene te brengen. Op de top zou de god Pan hem bemoedigende woorden hebben ingefluisterd, voldoende aanmoediging in elk geval om Sparta te bereiken. Waarschijnlijker is dat hij last had van hallucinaties. “Die Pan heeft mij nog nooit geholpen” zegt Ron Teunisse op de van hem bekende cynische toon, tijdens de Spartathlon (16).
Yiannis Kouros herkent het hallucineren wel. Zoals bij het 6 daagse loop, waarin hij won en 623 mijl, 1320 yards aflegt: ”Het is een spirituele reis, waarbij je in een soort extase raakt. Afwisselend beleef je een gevoel van vreugde, van totale vrijheid, maar dan is er ook weer de pijn en de slaap die je moet overwinnen. Tijdens de Spartathlon hallucineerde ik op een gegeven moment en dacht echt dat ik Pheidippides geworden was “(22).
Angelika in Badwater: “Door slaapgebrek worden je zintuigen zo gevoelig dat ze in kleine antennes veranderen” (11). Barbara Warren: “We hebben ook muziek gehoord. Luide, prachtige muziek. O, we komen dichterbij, daar zijn de mensen al en de lichten. We komen dichterbij en…niets (11). Joke Keuning: “Soms kom ik op en punt dat ik echt niet meer weet hoe ik daar beland ben. Dan ben ik echt even helemaal van de wereld geweest. Het eerste uur moet ik hard werken, daarna raak ik in een roes en ben hele stukken kwijt “(21). Tot mijn grote verbazing echter zitten er nog een paar klimmen in het parcours die er volgens mij vorig jaar niet waren. Nou weet ik niet of die Zwitsers in hun vrije tijd bergen erbij maken of dat ik gesloopt als ik vorig jaar in Wengen was, ietsje van het parcours gemist heb, maar daar had ik dus even niet op gerekend…….Bij 40,5 komt er gelukkig een eind aan, hoewel ze op 41 toch weer een heuveltje hebben waarvan ik zou zweren dat dat er vorig jaar niet was, volgens mij nemen die Zwitsers je gewoon in de maling en gooien ze gewoon ergens een puist stenen neer! En maar hoppa!, hoppa!, roepen onderweg, Tom Hendriks (46). Jeffry Oonk in de Spartathlon, waar hij derde zou worden;”De duisternis komt en ik ben mijn gevoel van tijd een beetje kwijt”(17). Luigi Simbula: “Ik heb echt ruimte reizen gemaakt tijdens mijn trainingen, figuurlijk dan. Het lopen moet geen lichamelijke arbeid zijn. Al het vanzelf gaat, ontstaat er iets van een mantra van 12 km per uur. Ik concentreer me op mijn ademhaling en schakel het hier en nu uit. Dat wegraken zoek ik bewust op”(21). Castaneda:”Schaduwen gaan tegen je praten en worden je vijand. De bossen worden menselijke gedaantes, ze maken zich los en beginnen met je mee te lopen…het volgende stadium is de déjà vu’s. Je kunt plaatsen beschrijven terwijl je er nooit eerder bent geweest. Tot in het kleinste detail. Dat is pas eng ”(11). Ann Trason: ”Ik won die Comrades Marathon van 1996 niet, en dat bedoel ik letterlijk. Met nog 15 van de 87 km te gaan,”zat ik zo stuk en het leek het alsof iemand anders plaatsnam in mijn lichaam. Dat was een heel griezelige ervaring ” (6). Niet alle ultralopers herkennen het in de war kunnen zijn. Wim Bart Knol herkent het niet en zei bij het uitstappen op 215 km in de Spartathlon: “Ik zat zo stuk dat het niet verantwoord was om door te lopen. Ja dat heb ik zelf goed in de gaten. Ik zal nooit gaan hallucineren, gaan slingeren, zodat ik tegen een boom aanloop, dat moment ben ik voor”(20). Ook Marc Papanikitas herkent het in de war zijn niet. En Gijs Honing zei: “Ik ga geen onverantwoorde dingen doen”(27).
{u}{b}Doorzetten en niet ophouden{eu}{eb}
{i}Voor patiënten in hun strijd om beter te worden, is het een kwestie van doorgaan. Er is meestal niet even een dagje tussendoor waarin je helemaal beter bent en even “op adem kan komen”.
Herkent U dat doorzetten en niet ophouden als ultraloper? Of juist niet? {ei} Soms lees je juist dat mensen bewust stoppen. “na elf ronden zag ik hem aan de kant staan…reden: “anders loop ik alles kapot…..je grenzen kennen heet dat”(27). En Jos Hopman: “Je moet je kop erbij houden, ik ben slechts 1 maal te diep gegaan” (35).Vincent Schoenmakers : ”Voor mezelf had ik besloten te stoppen als het niet meer ging”(35).
En anderen gaan diep en dieper:
“ Autocoureurs hadden waarschijnlijk de rode vlag gekregen, zoniet de hardlopers, ze laten hun passie voor de sport niet bepalen door weersinvloeden” (29). Volgens Ron Bakker is juist het volbrengen (van deze elfsteden loop) de mooiste prijs, een uitdaging en overwinning op jezelf is ook het doel van deelname.; “Dat laatste stuk was loodzwaar, maar dan opgeven? Dat nooit” (33). In Jordanië, tijdens de Dead Sea ultramarathon was het 32 graden en Han Frenken schreef: “Je loopt door de woestijn, zodat nergens schaduw te vinden is, en er zijn flinke klimmen. Het moeilijkste van de laatste km’s is de strijd tegen de hitte”(37). Marc Vanderlinden en Jan Vandendriessche wisten na een te snelle start op WK Taiwan toch een buitengewone prestatie neer te zetten. Ook Ivan Hostens, kapot als hij na enkele tientallen km’s al was, is gefinisht en ook Inez Jacquemart wist gestaag de km’s bij elkaar te lopen (44). Het was tijdens de 24 uur van Apeldoorn, dat de later winnende Ron Teunisse, door zijn begeleidend team, letterlijk weer met de neus in de looprichting gezet werd (39). Wim Epskamp herkent het doorzetten ook wel: ‘Tot ik in Duitsland in 1995 tijdens een honderd km zo kapot kwam te zitten, ik zo diep moest gaan..toch vond ik de kracht om door te gaan. Zo’n dieptepunt overwinnen, niet opgeven, dat werkt louterend. Dat sterkt je, daar heb je later houvast aan als het eens moeilijk gaat (15). Zo zat ik ook eens in de bergen, Florence, 100 km van punt tot punt, dwars door de bergen, in de nacht, geen ontsnappingsmogelijkheden, dus je moet door (15). Patrick Kloek tijdens 100 km in non-stop regen : “Anny van Butsele en ik vonden, eenmaal warm en gerust, de moed terug. Toch maar doorgaan? Ja, dus..”(30). Ook Guus Smit was doorweekt in La Fagna: “Ik begin al aardig leeg te raken, maar de behoefte aan de finish is sterker dan de kroeg, dus ga ik maar weer door. Na de afdaling, bij een benzine pomp koop ik een zak chips; “Zo die ga ik eens lekker wandelend opeten.”. Na een paar honderd meter word ik toegesproken door een automobilist: “Als je nu doorloopt, kun je nog binnen elf uur finishen”. De zak chips smijt ik in de berm en zet het op een lopen. Ik finish 10:59:29”(36). Jozef Buteneers liep de Spartathlon uit in 1996. “Toen had ik moeten zeggen: en nu is het gedaan. Maar dan kom je weer terug om het nog 1 keer te proberen voor je 50 ste verjaardag”. Tom Hendriks over een warme 100 km in Japan: “Twee km, wat een verschrikkelijk pokke eind is dat als je er helemaal doorheen zit, alsof er nooit een eind aan komt. Uiteindelijk is daar dan toch de streep..”(32). Ook Ron Teunisse ging door tijdens de JKM: Pijn, alles doet zeer, ophouden schreeuwt het lichaam, niet doen, doorgaan. Wisselende stemmingen, andere ultralopers gaan op dit soort momenten spontaan huilen (19). Yiannis Kouros: “Een ultraloper moet oud zijn, een jonger iemand kan het mentaal niet opbrengen om deze lange afstanden af te leggen (22). “Een loper geeft nooit op, dus sprint Henry Okkersen naar de finish, ondanks de 10 dagen elke dag een marathon (26). Tom Hendriks vond zichzelf in de Tour de Mont Blanc, “niet helemaal getikt”, want hij had handschoenen mee! ….al wijdt hij het slechte geheugen voor de narigheid onderweg, wel aan een genetisch defect dat, waarschijnlijk, kenmerkend voor ultralopers is (45). Vincent Schoenmaker vroeg zich af tijdens ronde van Aruba; “Is dit gekkenwerk, wat ik nu doe? (40). “En Andre vd Zwan dacht in Spartathlon bij zichzelf; “wie verzint nou zoiets?” (23). Edwin Lenaerts tijdens de Tour de Mont Blanc van 150 km, lopende langs ravijnen in de mist: “We bekijken elkaar met blikken van: is hier nog iemand normaal?”(18).
{u}{b}Conclusie{eu}{eb}
Wat is Uw conclusie na al deze citaten? Hebben ultralopers een voorsprong in het begrijpen van afwijkend gedrag? Herkent U facetten? Kunt/wilt U een brug slaan naar zieke mensen die abnormaal en afwijkend gevonden worden? Ja ? Nee? Dit luchtige en onvolledige stukje sluit met twee citaten (kom alleen pro vinden); omdat deze ultralopers een expliciet antwoord gaven op deze vraag:
Volgens Angelika Castaneda heb je als ultraloper wel een voorsprong bij het begrijpen van mensen met afwijkend gedrag: “ Ik ben, ondanks mijn hallucineren in zware wedstrijden, niet bang om gek te worden. Ik ben een psychologe die zich uitstekend met de meeste patiënten kan identificeren. Hallucineren is een kunstgreep van de geest om te overleven” (11). En Marc Papanikitas zei : “Het enigste verschil tussen ons en psychiatrische patiënten is dat wij er zelf voor kiezen om gek en bizar te willen doen, en anderen overkomt het gewoon”.
Prisca Vis
ptavis provider wanadoo.nl
P.S.Voor dit stukje heb ik waar kon, de geciteerde personen gevraagd of ze akkoord zijn. Waar dat niet zo was, is dat citaat eruit gehaald. Het lukte niet om iedereen te mailen, dus het kan zo zijn, dat de persoon in kwestie toen al niet blij was toen het artikel verscheen, en/of er nu heel anders over denkt.
{u}{b}Literatuur: {eu}{eb}
1)Foto Badwater 135 miles, te vinden op http://www.signonsandiego.com/sports/20030713-9999_z1s13badwter.html (tweede foto).
2)Veron Lust in “Van zorgenkindje tot ultratopper”in Runners world’, december 2002, door Kees Kooman
3)Winnaar Sergei Janenko op WK Winschoten 1997, Runner’s world, oktober 1997
4)Veron Lust in “Van zorgenkindje tot ultratopper”in Runner’’s world’, december 2002
5)Gerrit van Rotterdam in “soms is het een feest, soms niet”in het algemeen dagblad door Dick Kiers (website team 17)
6)Ann Trason, in “het maakt mij niet uit of ik van een vrouw een man of een aap win”.runner’s world december 1998, door Kees Kooman.
7)Debuut 50 km Soerendonck 40 dec 2000, door Vincent Schoenmakers in Marathon Plus 2001, nr 3
8)Ron Teunissen op ultraned 2000, link: training
9)John Hamlett in Comrades marathon, runner’s world januari 2002, door Sean Falconer ea..
10)Ver-Dwalen is menselijk, (1983) door K.Doenert en U. Plug , Stafleu, Alphen ad Rijn
11)Angelika Castaneda in “Verdomd je hebt gelijk, de berg beweegt!”, runner’s world september 1999, door Kees Kooman
12)Bomen spreken. J.R.M. Maas, psychiater (1974), Contact, Amsterdam
13)Het psychiatrisch onderzoek.(2003) M.W. Hengelveld, W.J. Schudel., de Tijdstroom.
14)Psychische stoornissen en bijbelse zielszorg, (1995)S. Pfeifer, Groen, Leiden
15)“Wim Epskamp wil genieten’”, runners world november 1998, blz. 60, door Sido Martens.
16)“De spartathlon, ultrazware zoektocht naar zelfbevestiging”, runner’s world november 2002,door Kees Kooman.
17)‘Jeffrey Oonk over de Spartathlon’, op ultraned maandag 7 oktober 2002
18)Is er iemand normaal in de tour de Mont Blanc?’runner’s world oktober 2003
19)Op de grens van land zee en lucht, art door Rolf Bos, Volkskrant 28 mei 1996 en op ultraned ,in mini serie door Martien Baars, op 15 december 2003
20)Rennende egoïst wil ook sociaal zijn., door Rolf Bos, volkskrant 11 april 1998, en op ultraned ,in mini serie door Martien Baars, op 5 maart 2004.
21)De diesel van de loopsport. runner’’s world, februari 2005, door Peter Klooster mbt Ysbrand Visser
22)Voorbij de marathon, door Rolf Bos in Volkskrant 18 september 1999, in mini serie door Martien Baars, op 6 mei 2004.
23)Andre van der Zwan faalt in de Spatatlon 2003, zijn verslag op ultraned , oktober 2003
24)Pasta en Patat op het Pieterpad, verslag door Henri Thunissen, op ultraned, 21 juni 2004
25)De weg kwijt bij de zwarte sloot, door Rolf Bos in Volkskrant 3 jan 2000. in mini serie door Martien Baars, op 30 januari 2004.
26)Marathon 10-daagse Cranendonck, door Vincent Schoenmaker, Marathon plus, 2002, nr 3-4
27)Emotionele start NK 100 km Stein. Door Vincent Schoenmakers, Marathon plus, 2002, nr 3-4
28)Een weekend in mei, door Cees van der Woude, marathon plus,2001,nr 4
29)Autocircuit Zolder ook voor snelle atleten, door Vincent Schoenmakers, marathon plus,2002, nr 1
30)De natste, smerigste en zwaarste 100km, door Patrick Kloek, 19 aug 2004 op ultraned.
31)Two Oceans, door Simon Pols, 10 april 2004
32)Lake Saroma WK 100 km, door Tom Hendriks, op ultraned, 29 juni 2005
33)Ron Bakker wint elfsteden, door sv friesland, op ultraned, 16 juni 2003
34)Tweede ultraloop rond Amsterdam, door Prisca Vis, op ultraned 6 juli 2005.
35)Ultramarathon Cranendonck, door Vincent Schoenmakers in Marathon plus, 2001, nr 5
36)La Fagna Run, door Guus Smit, Marathon Plus, 2001,nr 4
37)Amman, Jordanie, dead sea ultramarathon, door Han Frenken. Marathon plus, 2001, nr 4
38)Revanche Knol na mislukte Spartathlon , door ?, runner’s world, november 1998.
39)Ultralopers concurreren slechts met zichzelf, door Sido Martens, runners world, juni 1997
40)Is dit gekkenwerk wat ik nu doe? Door Vincent Schoenmakers en Rob van den Hoek, runner’s world juli/aug 2003
41)China te voet, door Jos Koniuszek in marathon plus, 2001, nr 6
42)Psychiatrie (1997), Reedijk J.S.,de Tijdstroom, Lochem
43)NK 100 km Stein 2002, door Tom Hendriks, eigen website
44)WK 100 km Taiwan: Uitdaging of drama? , door Tom Hendriks, eigen website
45)Tour de Mont Blanc, 150 km, door Tom Hendriks, eigen website
46)Dagboek van de Swiss Alpine 1998, door Tom Hendriks, eigen website