In een paar maanden liepen mijn marathontijden, zonder duidelijke oorzaak, op van 3:25 naar 4:00. Genoeg reden voor enkele onderzoeken. In eerste instantie leek een hb-gehalte de oorzaak, maar bij de sportarts werd een iets afwijkend ecg geconstateerd. Bij inspanning weer normaal. Toch maar, net als drie jaar geleden, naar de sportcardioloog. Weer allerlei onderzoeken, op de fiets, in rust, met en zonder zuurstof etc. Er is iets niet helemaal goed, maar de cardioloog wil dat met een catheterisatie, drie weken later, helder krijgen. “Mag ik wel blijven lopen”. “Ja, maar doe rustig aan”. Mooi, kan ik toch nog de Dijkenloop en de OBB-marathon lopen.
Dinsdag 27 september, de catheterisatie. Rechter kransslagader prachtig schoon en open. Dan de linker kransslagader. “Even mijn collega raadplegen,” zegt de cardioloog. Dan is hij terug en zegt, terwijl hij me strak aankijkt: “dat wordt opereren en wel zo snel mogelijk. Uw linker kransslagader zit voor 90 % dicht”. En als uitsmijter erbij “u mag ook niet meer naar huis. U blijft hier en u krijgt hartbewaking”. Kortom, het is even ‘over en uit’.
Schrikken is zwak uitgedrukt. Het was een complete aardbeving. Hoezo opereren, dat kan helemaal niet, daar heb ik geen tijd voor. Ik heb het veel te druk met mijn bedrijf. Dan hij weer: Je hebt met het zwaard van Damocles boven je hoofd gelopen. Opereren is de enige optie. Er moet een omleiding gelegd worden om de verstopte plek te omzeilen. En het moet zo snel mogelijk. Okee, okee, als het moet dan moet het..
Donderdag 29 september wordt ik in alle vroegte met de ambulance van Amersfoort naar het Antoniusziekenhuis in Nieuwegein gebracht. Daar zal ik ’s middags al geopereerd worden. De chirurg komt even overleggen en vertelt dat er twee omleiding (bypasses) noodzakelijk zijn. Voor twee omleidingen gebruiken ze meestal één borstbeenslagader en een ader uit je been. Ik vertel hem van het ultralopen en mijn leven als ultraloper en vraag mijn benen te ontzien. Dat wil hij wel, maar alles hangt af van mijn conditie. “Mooi denk ik, dan zit het wel goed”.
Dan volgt een grote tegenslag. Tien minuten voor aanvang van de operatie krijg ik te horen dat deze wordt uitgesteld. Er is een nog ernstiger geval binnengebracht en die gaat voor. Waardeloos, maar het is niet anders.
Er volgen vier dagen waarin ik de afdeling niet mag verlaten. Dat betekent dat ik opgesloten zit in een gang van 60 m. Na twee dagen ken ik de gang beter dan wie dan ook. Ik loop met een telemetriekastje om waardoor ze mijn hartslag 24 uur per dag volgen. Natuurlijk hoor ik al snel dat mijn hartslag wel erg laag is, eigenlijk veel te laag. Overdag in rust zo rond de 50 en ’s nachts onder de 40. Uitleg over ultralopen en lage hartslag maakt veel duidelijk. Ondertussen raak ik gefascineerd door mijn hartslag, die op een scherm te volgen is. Ik heb er, hangend op de balie, uren naar gestaard. Twee keer bewegen van mijn hand levert een verhoging op van twee slagen per minuut, twee keer mijn rechter been opzij bewegen is goed voor acht slagen meer. En als ik de electrode op mijn linkerborst heen en weer beweeg kan ik de mooiste afwijkingen maken. Prachtig allemaal.
Zondag 2 oktober, mijn 55ste verjaardag. Ik mag een verjaardagsdiner uitzoeken en Marijke mag mee eten. We krijgen er zelfs een klein flesje wijn bij. Een verjaardag om nooit te vergeten. Dan toch maar vroeg naar bed, want morgen staan ze al om zeven uur bij me.
Maandag 3 oktober. “Goedemorgen, meneer de Jong, u krijgt vandaag een licht ontbijt.” En dat ontbijt is licht, het waait bijna weg. Daarna de handelingen voor de operatie en om 7:30 uur naar de operatiekamer. Ik krijg eerst wat oppervlakkig verdoving en zak snel weg in de vergetelheid. Vier uur ongeveer zullen ze met me bezig zijn. Er moeten twee omleidingen gelegd worden.
Op de Intensive Care word ik om 17:00 uur wakker en zie, zoals je dat in films ziet, twee gezichten helder worden: Marijke en mijn dochter Janneke. Praten kan ik nog niet, maar ik heb al wel gevoeld dat ik geen beenwond heb. Mooi, dat scheelt een slok op een borrel. Snel daarna kan ik ook weer praten. Die nacht blijf ik op de IC en dinsdagmorgen om elf uur word ik verplaatst naar de afdeling.
Dinsdag 4 oktober mag ik al even wil ‘bungelen’, even met de benen over de rand. “Nu u hier toch zit kunt u wel even twee stapjes naar de weegstoel doen” zegt de verpleegkundige. Nog geen 30 uur nadat ze mijn hart voor de operatie stil hebben gezet loop ik alweer een paar pasjes!
Woensdag loop ik al tot de kamerdeur, gluur zelfs al even de gang in en op donderdag begin ik door de gangen te wandelen. Eerst voorzichtig en niet te ver weg, maar al gauw wel tien minuten op pad. ’s Morgens met de zaalartsen gesproken over ontslag voor het weekend. Dat vinden ze wel snel, maar ze zien ook dat het goed gaat. Ze zullen het er over hebben.
Vrijdagochtend besluiten ze dat we die middag het ontslaggesprek hebben. Prima, dus toch voor het weekend naar huis. Even nog de hoop dat het vrijdagavond zal worden, maar nee, dat gaat ze te snel. Ik lig toch al twee dagen voor op het schema. Dus, op zaterdagochtend 8 oktober komt Marijke me om 10:30 uur ophalen.
Het is allemaal heel snel gegaan. Eigenlijk veel te snel om het allemaal te bevatten. Normaal is er een wachttijd van gemiddeld 6 maanden. Ik ben binnen een week geopereerd. Super snel, maar ook super noodzakelijk dus. Ook mijn herstel gaat, dankzij mijn uitstekende conditie super snel. Gemiddeld gaan patiënten na 8 tot 12 dagen na de operatie naar huis. Ik ben was op de ochtend van de vijfde dag erna alweer thuis. En ook thuis gaat het goed. Ik moet natuurlijk nog veel geduld hebben en kan een heleboel nog niet. Even een plakje kaas afschaven gaat nog niet. En ook mag ik bijvoorbeeld 6 weken geen fiets of auto rijden.
Maar evenzo goed zit ik hier achter de PC dit stukje te schrijven. Voor mezelf omdat ik het al wel 100 keer verteld heb, maar nog niet beschreven. Maar ook voor ultraned omdat er nogal wat lopers en loopsters zijn die die ongerust over me waren.En met dit bericht is iedereen weer op de hoogte.
Bovendien laat het ook maar weer eens zien dat we niet alles in de hand hebben. Al wil je nog zoveel, je blijft afhankelijk van je lichaam. Dus wees er zuinig op.
De vooruitzichten voor de toekomst zijn zondermeer goed. Na een maand of vier, vijf ben ik weer geheel opgeknapt en weer als nieuw. En dan gaan we er weer tegenaan.
Met vriendelijke groeten
{i}Theo de Jong {ei}
(viridis provider planet.nl)