Al enkele jaren vertellen lopers me dat ik beslist de Maas en Waal marathon gedaan moet hebben. Die schijnt zo onnoemelijk mooi te zijn en bovendien erg goed georganiseerd. Ze hebben niks teveel gezegd. Op de website kon ik me 27 augustus nog net voorinschrijven. Die is een week verlengd vanwege een bijna 25 procent groei van het aantal deelnemers. Dat komt natuurlijk omdat de Dijkenloop dit jaar deelnemer is in het Marathon & Ultracircuit en dat trekt deelnemers. In de uitslagen staan dan ook veel Belgen. Omdat het dit jaar de 7e editie is, heeft men het inschrijfgeld op slechts 7 euro gezet. Het is een prijs uit de vorige eeuw, geweldig dat er nog organisaties bestaan, die goedkope wedstrijden organiseren. Momenteel is dit een zeldzaamheid.
In de startplaats wordt niet gefinisht. Met bussen worden we naar Appeltern gebracht. Een muziekband verzorgt een liveoptreden. Geen pop- of housemuziek. Die opwinding kan er niet meer bij, zo vlak voor de start. ‘Twee reebruine ogen, die keken de jager aan’. Muziek uit de ouwe doos, een meedeiner, moet ook kunnen. De veellopers hebben meer belangstelling voor elkaar. De meeste Brussel marathon lopers van vorige week zijn er ook nu weer bij. Exact 12 uur doen de Champion chips hun piepend werk, als er over de matten gelopen wordt. Ik loop samen met Jan Suijkerbuijk. Het is zijn laatste wedstrijd voor hij eind september in Italië op het EK 24 uur zijn pr van 209 km tracht te verbeteren. Het waait hard en al meteen moeten we flink knokken om ons tijdschema niet in de war te sturen. Mijn pet wil er diverse keren vandoor, maar nog net op tijd weet ik ze pakken. Een keer blaast de wind mijn 52 kilo van de weg, maar ik herstel snel en wapen me tegen zoveel natuurgeweld. Jack v d Sande komt erbij lopen. Als hij in Australië een marathon gaat lopen, heeft hij alle continenten aangedaan. Na 11 km zegt Jack: ‘Ik moet afhaken, het gaat te hard’. Vanaf de 10 km zie ik in de verte Henry Okkersen. Ik wil hem voorbij, maar hij loopt steeds verder uit. Bij de 25 is hij uit het zicht verdwenen. Knap van iemand die in februari zijn laatste wedstrijd liep en door blessureleed pas 3 keer getraind heeft. Ik loop bij een man uit de regio. Hij krijgt overal applaus. ‘Het is fijn voor jou dat je bij mij loopt’, zegt hij, ‘doe maar net of deze ovatie ook voor jou bedoeld is’.
Over de verzorging niets dan goeds. Als het begint te regenen blaast wind en regen vol op je lijf. Toch handhaaf ik mijn snelheid. Elke 5 km gaan in 27 minuten. De halve afstand in 1.52. Het wordt droog. De omgeving is schitterend. Prachtige weidse vergezichten wisselen elkaar af met unieke uitzichten over de 8 dorpen en de idyllische rivierpanorama’s lijken folkloristische bezienswaardigheden. Eeuwenoude boerderijen zijn in typische stijl tegen de dijk gebouwd, waardoor je denkt dat de boerderij maar half af is. Ezels, geiten en alle soorten vogels geven de indruk in een natuurgebied te wonen. ‘ Nederland dichtbevolkt!’ , zeg ik tegen een passeerder, ‘hier is ruimte in overvloed’. De verstandige man antwoord; ‘laten we het aub zo houden’. Bij een verzorgingspost vraag ik op welk punt nu eindelijk de wind eens in de rug gaat blazen. ‘Bij de 25 km’. Omdat in het uitgestrekte gebied van Maas en Waal over de hoge dijken gelopen wordt, is er geen enkele beschutting. Heerlijk nu, die wind van achteren. Het kan wel aanleiding geven om te versnellen. Niet bij mij. De sterke kopwind in het eerste gedeelte heeft zoveel energie gekost, dat de bovenbenen aardig vollopen. Wel hou ik hetzelfde tempo vast. Bij de 40 km zie ik Henry, hij heeft het zwaar. Wat wil je ook met zo’n trainingsachterstand, maar hij is een doorzetter. In de finishstraat staat heel veel enthousiast publiek. Nog redelijk fris weet ik 3.49.34 op de klok te zetten, waarmee ik eerste wordt in de M60 categorie.
Ik wil iedereen aanraden deze marathon te lopen. De schoonheid, rust en de gemoedelijke sfeer, zuigen als het ware het Maas en Waal gebied in je op. Dat is zondag een geweldig fijne ervaring geweest, die ik niet licht zal vergeten. Dat ook nog het parcoursrecord verbetert is, bewijst dat in een omgeving waarin de loper zich thuisvoelt, hij gemotiveerd is om goede prestaties neer te zetten. Mister Cup Luciën Taelman liep 2.40.25, een verbetering van ruim 5 minuten die een Pool hier in 2004 gelopen heeft.
{i}Vincent Schoenmakers{ei}