{i}Winschoter Courant, oktober of november 1971{ei}
{b}Atleten willen voorbeeld zijn{eb}
{b}Toen Derk van der Laan in de marathon van Maassluis de chronometers op 2 uur 43 minuten en nul seconden liet stilstaan, realiseerde de Aquilo-atleet zich drommels goed dat het districtsrecord van 2.42.30 voor verbetering vatbaar zou zijn. De Groninger Henk Kalf, een veelzeggende naam in de atletiekwereld, zag zijn naam achter het districtsrecord op de marathon inderdaad verdwijnen. In het Duitse Essen vestigde de Pekelder Derk van der Laan met 2.36.40 een nieuw record. Tot grote vreugde van hemzelf, zijn vrienden en medestrijders tegen de ‘lange’ kilometers en natuurlijk zijn vereniging Aquilo.{eb}
Johan Smit, secretaris van de Winschoter atletiekvereniging, bleef met 2.41.25 ook nog onder het oude record van Henk Kalf, terwijl de derde loper van de Aquilo-familie, de Veendammer Bé Lohof een tijd liet noteren van 2.45.58. Opmerkelijke prestaties dus van de drie Oostgroningers. Leden van de vereniging Aquilo, een vereniging die nu niet bepaald ruim zit in actieve leden en niet in het bezit is van een uitstekende accommodatie. Een gesprek met de drie is niet mogelijk zonder de problemen van de vereniging zelf aan te snijden.
Zowel Johan Smit, Bé Lohof als Derk van der Laan vinden dat het met de wegloperij wel goed zit. “Er zit muziek in” is hun unanieme mening. Met de andere takken in de atletieksport staat het niet te best. Een verklaring heeft daarvoor heeft Johan Smit. “De atletieksport eist een intensieve training. Dat strookt helaas niet met de mentaliteit van de hedendaagse jeugd, uitzonderingen natuurlijk daargelaten. De leden die voldoende talent bezitten hebben naast de atletieksport nog een andere tak van sport die zij beoefenen. Meestal komt dan de atletiek op het tweede plan. Daar komt dan nog bij dat Aquilo evenals de meeste verenigingen kampt met het kaderprobleem. Om van de accommodatie nog maar niet te spreken. We hebben lang geleden de toezegging gekregen dat er op het sportterrein aan het Sint Vitusholt afstandsmarkeringen zouden worden aangebracht. Dat zou voor de trainingstijden van groot belang zijn. Tot dusver is er echter niets gebeurd. Nu kun je je nergens op richten en moet je de afstand maar schatten”.
Zijn alle factoren dus tegen de Winschoter atletiekvereniging, de leiders geven de moed niet op. De drie lange afstandslopers, die de naam van Aquilo hoog houden, doen er alles aan om de vereniging in leven te houden. Op hun verre reizen naar een wedstrijd worden Van der Laan, Smit en Lohof meestal vergezeld door twee andere prominente Aquilo-atleten: “veteraan” Martin Boog en Joop Hulsebos.
Eigenlijk is Joop Hulsebos de man die het idee heeft geopperd om gezamenlijk te gaan trainen. De drie succesvolle atleten moeten erkennen dat gezamenlijke training uitermate bevorderlijk is om betere resultaten te realiseren. Toen Joop Hulsebos door dagelijkse beslommeringen zich niet meer voor de volle honderd procent kon gaan inzetten, zijn Smit, Van der Laan en Lohof, veelal met Boog, doorgegaan. “Het is prettig om met elkaar te trainen. We wisselen iedere keer van plaats van samenkomst. De ene keer trekken we naar Oude Pekela, waar Van der Laan woonachtig is, dan komen de atleten in Veendam samen, wat de domicilie is van Bé Lohof en dan weer kunnen hoogst verbaasde Blijhamsters hun plaatsgenoot Johan Smit met zijn vrienden over Neerlands wegen zien hollen”.
Na de eerste gezamenlijke training waren dus reeds opmerkelijke prestatiestijgingen niet vreemd. De atleten hebben er een simpele verklaring voor: “Je trekt elkaar mee. Neem nou Bé Lohof, die eerst als een berg tegen een marathon-loop opzag. Nu is hij een atleet, waar je danig rekening mee moet houden”. Dat bewees de Veendammer atleet wel met de tijd die hij in Duitsland liet registreren. Wel geeft Bé Lohof toe dat de marathon meer van de atleet vraagt dan de gewone loopnummers. De anderen stemmen daarmee volledig in. Ze zeggen: “In de marathon moet je je beheersen. Je moet niet te hard van stapel gaan. In een marathon loopt ieder tegen zichzelf. Beheersing is een voornaam punt. Daaraan is ook wel te verklaren dat het gros van de marathonlopers van een leeftijd is die niet ver verwijderd is van het dertigste levensjaar”.
Het gaat wat Aquilo betreft dus goed in de wegloperij. In Essen sleepte de club zelfs een verenigingsprijs in de wacht *). De atleten zijn ervan overtuigd dat de records nog scherper gesteld kunnen worden. Zij blijven in training om het komend atletiekseizoen weer goed voor de dag te komen. Nu reeds treffen Smit, Van der Laan en Lohof maatregelen om de naam Aquilo hoog te houden. Hoe moeilijk de positie van Aquilo ook is, de mannen geven al hun talenten om de vereniging nieuw leven in te blazen. Een van de mogelijkheden om de atletieksport in Oost-Groningen in de schijnwerpers te zetten vinden zij goede prestaties te leveren, opdat de jeugd weer interesse krijgt voor de atletiek. Aquilo moet uit het slop. De atleten weten dat ze een steentje kunnen bijdragen om dat inderdaad te bewerkstelligen.
Johan Smit meent bijvoorbeeld: “Wat Aquilo nodig heeft, is een naam waar de buitenwereld tegen op kijkt. Een sport krijgt een geweldige toeloop van leden wanneer een prestatie in dezelfde sport hen prikkelt. Er is altijd een voorbeeld nodig. Kijk maar naar de schaatssport. De successen van onze toprijders en -rijdsters heeft de aanleg van kunstijsbanen danig versneld. De interesse van de jeugd komt dan vanzelf. In de atletieksport willen de jonge leden ook een voorbeeld. Toen Carsten Kamp nog lid was van Aquilo hadden we ook veel meer leden dan nu”.
Smit vervolgt met “Ja, ik zie in het aantal leden van onze vereniging duidelijk het gemis van een topsporter. Ik weet drommels goed, dat wanneer een lid van ons uitblinkt hij wellicht naar een andere atletiekclub zal overgaan, omdat daar de trainingsmogelijkheden veel groter zijn. Ik geef ze daarin groot gelijk”.
Wat natuurlijk ook een probleem is om aspirant-atletiekleden aan te trekken is de accommodatie. Aquilo heeft de beschikking over het sportpark aan het Sint Vitusholt. Maar leden, die voor de eerste keer komen en eens de kat uit de boom willen kijken, zijn snel weer verdwenen. Zij willen eenvoudig niet op een grasmat hun looptraining doornemen. Na berichten van een ideale baan op Papendal verwachten velen een soortgelijke accommodatie in Winschoten aan te treffen. Zoiets is natuurlijk niet mogelijk. Aquilo heeft zelfs niet de beschikking over een sintelbaan.
Nee, de Aquilo-hoop is gevestigd op hun lange afstandslopers. Zij moeten leden aantrekken. Jonge mensen, die geprikkeld raken door prestaties van de kilometervreters. Wanneer Derk van der Laan, Johan Smit, Bé Lohof, Martin Boog en Joop Hulsebos dat kunnen bereiken ziet de toekomst van de atletieksport in Oost-Groningen er nog niet zo somber uit. Dan kan Aquilo met een gerust hart het 10-jarig bestaan gaan vieren. Een feest dat de Winschoter vereniging wil combineren met de organisatie van het Nederlands kampioenschap op de 25 kilometer afstand.
De drie atleten, die in Essen de concurrentie verstomde door hun goede prestaties, zijn er nog lang niet. Dat weten ze zelf wellicht het best. Er moet nog heel wat gebeuren voordat Oost-Groningen atletiek-minded zal worden. Wanneer dat in de naaste en verre toekomst ook niet zal gebeuren zal het zeker niet aan de lange afstandlopers van Aquilo liggen. Zij laten in wedstrijden menig zweetdruppeltje vloeien. Niet alleen voor eigen plezier en prestatiedrang, maar ook om hun sport meer aanzien te geven. Zij willen de hedendaagse jeugd prikkelen. Opmerkingen tijdens hun trainingen als “Ze hebben hem al” of “Kist wel met mie op de fietse” nemen zij voor lief.
{b}HENNIE LEMEIN{eb}.
*) 6e in 8.03.27 voor het Aquilo-trio Van der Laan – Smit – Lohof, achter Keulen (7.23.39), Altis Amersfoort (7.27.34; De Ruyter – Mol – De Ridder), Düsseldorf (7.46.38), Hollandia Hoorn (7.56.44; Vink – Keizer – Hart) en Wuppertal (8.03.01), maar voor bijvoorbeeld Metro Rotterdam (8.07.06; Hendriks – Hol – Hasselink)
– – – – –
{i}{b}Nawoord Martien Baars{eb}. Met dank aan de Hazewinkel Pers voor hun toestemming om bovenstaand artikel op UltraNed te mogen publiceren. In 1971 was de Winschoter Courant nog zelfstandig en eigendom van uitgeverij J.D. v.d. Veen b.v. De krant werd pas in de jaren 90 onderdeel van Hazewinkel Pers, die ook alle rechten van vroeger heeft overgenomen.{ei}
Na afloop van een fietstocht met een aantal ‘RUN’76 reünisten’ over één van de oude RUN-parcoursen van 50 km op zondag 17 september 2006, daags na de RUN 2006, mocht ik van Derk van der Laan en Bé Lohof hun meegenomen plakboeken lenen en mee naar Texel nemen. Het krantenknipsel hierboven zat in één van de plakboeken van Bé Lohof. (NB Lezers die de herpublicatie van dit interview waarderen kunnen een emailtje sturen naar belohof provider planet.nl). Bij het artikel stond alleen 1971 genoteerd dus de exakte verschijningsdatum is mij onbekend maar het moet in ieder geval na 16 oktober 1971 geweest zijn want toen vond de Essen Marathon plaats (volgens het finish-certificaat van Bé in datzelfde plakboek). Ook de krant stond niet vermeld maar ik neem aan dat het om de Winschoter Courant gaat omdat een ander artikel van Hennie Lemein (in één van de plakboeken van Bé) de Winschoter Courant vermeld.
Het artikel dateert van ‘ver’ (5 jaar) voor de allereerste RUN maar laat al heel mooi zien dat het idee van Theo de Winter om een 100 kilometer wedstrijd in Winschoten te gaan organiseren in goede Aquilo-bodem zou gaan vallen. Aan die eerste RUN ’76 zouden zowel Derk van der Laan als Bé Lohof mee doen. Bij hun debuut-100 km finishten ze heel verdienstelijk als 10e in 8.39.57en 22e in 9.58.27. Van de 77 gestarte atleten zouden er 57 de finish halen. Johan Smit acteerde in de organisatie bij die eerste editie als wedstrijdsecretaris. Kennelijk kriebelde de loopkoorts wel zodanig dat ook hij bij de tweede editie als loper van de partij was. In een voorwoord van het boek ’25 jaar RUN’ (Harm Noor, 2000) geeft hij droogjes weer hoe dat eenmalige optreden op de 100 km is verlopen: {i}“Helaas voor mij ging de RUN toen nog door mijn woonplaats Blijham en omdat het op dat moment niet al te best met mij ging, kon ik de verleiding niet weerstaan om na 65 kilometer, op zo’n honderd meter van mijn huis, de pijp aan Maarten te geven. Ook de bij mij levende gedachte hoe het zonder mij bij de finish zou gaan, was een van de redenen om de loopschoenen toen uit te trekken. Maar dat was natuurlijk onzin, want ook zonder mij liep alles prima. En zo zie je maar weer dat niemand onmisbaar is.”{ei}
Het is vermeldenswaard dat het drietal atleten van toen nog steeds bij de club of bij de RUN betrokken zijn. Johan Smit is al jaren de wedstrijdleider van de 10 x 10 km estafette, Derk van der Laan bemant een verzorgingspost op 7,5 km, en Bé Lohof is scheidsrechter bij de RUN. Pikant detail is wel dat Bé Lohof begin tachtiger jaren samen met anderen in zijn woonplaats de SV Veendam Atletiek zou oprichten. Bij Aquilo waren ze daar helemaal niet blij mee en het ‘verraad’ is Bé nog jaren nagedragen.
Die plakboeken van Derk van der Laan en Bé Lohof geven een boeiende kijk op de jaren zeventig van de Nederlandse wegatletiek. Derk en Bé deden mee aan veel lopen over de toen gebruikelijke afstanden als 20 km, bijvoorbeeld Sneek-Bolsward, of 25 km – zo’n wedstrijd organiseerde Aquilo zelf sinds 1964, en die loop werd het NK 25 km in 1972 en 1974. Plus dat ze de nodige bekers mee terug namen die ze bij lopen over de grens in Duitsland hadden gewonnen. Deze Aquilo-lopers waren voor die tijd heel reislustig en waren ook niet benauwd om zich in de Randstad te manifesteren. Zo deden ze mee aan vroege edities van de Westland Marathon in Maassluis begin zeventiger jaren en aan de eerste edities in 1972 en 1973 van de Rotterdam-Marathon georganiseerd door Metro in het Kralingse Bos.
Wie weet ga ik sommige krantenartikeltjes over die marathons uit die plakboeken nog eens ‘digitaliseren’ en hier op UltraNed publiceren, want voorlopig mag ik de plakboeken onder mijn beheer houden. Mijn prioriteit ligt nu echter bij de artikelen die over een paar vroege edities van de RUN in die boeken te vinden zijn. Kortom, in mijn hoofd zit dus een nieuwe serie ‘Winschoten-nostalgie’ in de aanloop naar de RUN 2007 😉