Het is zaterdag 20 januari en ik ben op weg naar een buitengewoon evenement in de Belgische Ardennen die zondag zal plaatsvinden in de omgeving van Olne, gelegen ten oosten van Luik. Het gaat hier om Le Trèfle à 4 feuilles of te wel het klavertje vier, een marathontrail. Er moet in totaal 1000 meter hoogteverschil overwonnen worden. Ik had er de nodige verhalen van gehoord en die hadden mij geprikkeld het ook eens uit te proberen.Dit zijn de uitdagingen die mij kunnen motiveren.
Nou was het de vraag of ik fit genoeg zou zijn om naar tevredenheid te lopen. Met kerstmis ruzie gehad met mijn darmen en een dag na de Sylvestermarathon lekker verkouden geworden. Ja, het valt soms niet mee om een hardloper te zijn, maar niet getreurd, blijven lachen en stug doorgaan.
In Schinnen ging het alweer een stuk beter, alhoewel voor de volle 50 kilometer de energiehuishouding van mijn lichaam nog niet in evenwicht was. Ik heb het maar bij de marathonafstand gehouden, tenslotte wil ik in dit deel van het jaar ook weer niet teveel doen. In april wil ik er staan, zonder overspannen verwachtingen trouwens. Doe me een lol zeg!
Terugkomend op het begin van mijn betoog kan ik zeggen dat het niet altijd meevalt om in België de weg te vinden. De aanwijzingen waren minimaal en wij Nederlanders zijn verwend. De E40 gaat nog wel en afrit 37 is ook geen probleem, maar dan. In de beschrijving staat dat je vanaf afrit 37 links af moet slaan, bij de de stoplichten weer links, bij de de tweede stoplichten richting Olne moet rijden en in Olne bij de kerk twee keer links aan moet houden om dan bij het Chalet van de Joggingclub Olne uit te komen. Bingo! In een keer raak, maar mensen probeer in het donker dat bord richting Olne maar eens te vinden, een hele opgave.
Rendez-vous om half zeven bij het Chalet om vandaar naar een slaapplaats gebracht te worden. Ik tref Cedric Proot met zijn loopmaatje Raf Inghelbert en dat is best wel handig. Cedric is de Franse taal machtig en dat is niet mijn grootste deugd.
We rijden naar Soumange alwaar we – tot mijn verbazing – in een soort kasteel terecht komen om de nacht er door te brengen.Het optrekje heet hier Domaine Wégimont. Iedergeval een tweepersoonskamer voor mezelf met douche en toilet op de gang. Ouderwets! ,s Avonds heerlijk eten en kletsen in de plaatselijke pizzeria.
Cedric en ik zijn beide postbode en dat schept een band, alhoewel de loopverhalen de overhand hebben.De volgende ochtend een ontbijtje, ach wat wil de mens nog meer. Inschrijving, overnachting met ontbijt en dat voor nog geen 20 euro, een reden om het volgend jaar ook eens te proberen, maar goed laten eens zien hoe het lopen die dag ging.
Het is zondagmorgen en buiten waait het hard en het regent bij vlagen. Het is fris weer. De weg naar Olne is weer vlot gevonden. Bij het Chalet is het druk aan het worden. In het clubhuis tref ik allerlei bekende koppen, Jacques Vandewal, Suzanne Maes, Ghislain Dops, Jan Nabuurs, Theo Kuypers, Willem Mütze, Jack Hendrickx en al die namen die ik vergeten ben. Sorry!
Hoewel het bijna niet meer regent is het buiten fris en iedereen blijft schuilen in de kantine, maar ja er moet toch een keer gestart worden en die start komt weer eens lekker onverwachts. Er gaan nogal wat mensen van start en ik vermoed dat de meeste dat doen om één of twee rondes te baggeren om daarna weer de kantine in te duiken.
Er kunnen achtereenvolgens 12-11-10 en 9 kilometers gelopen worden en laat nou uitgerekend het eerste rondje de meest pittige te wezen. Klimmen op uitgesleten veldweggetjes waar je loopt te zoeken naar een smal hard richeltje om je voeten goed af te wikkelen. Klei en harde stenen doen de schoenen schuiven en kantelen. Harde wind boven op de heuvels doet fris aan ondanks de zon die er door is gekomen. De afdalingen vergen veel concentratie want de klei en modder blijven alom aanwezig. Hier en daar kan er naast het pad op de rand van een maïsveld gelopen worden.
Vlak voor de 9 km is in een afdaling het pad verworden tot een snel stromend beekje door de overvloedige regen van de laatste tijd. Je weet bijna niet waar je, je voeten moet neerzetten. Nou, dan kun je droge voeten wel vergeten, laat staan schone schoenen. Niet aan denken. Later in het parcours zal zich nog een keer herhalen.
Ik kom Jack Hendrickx achterop en die wil het al na een ronde voor gezien houden. Dit is niks voor hem, het kost hem teveel van zijn concentratie. Jammer, maar het zij zo. Zelf begin ik steeds meer te genieten van deze tocht. Na een dorpje weer een klim met een stevig plak klei. Heen en weer springend naar links of naar rechts om wat stevigheid te zoeken of van steen naar steen.
Na één ronde haken veel mensen af en wordt het rustiger op het parcours. Het wordt nu oppassen om niet mis te lopen. Hier en daar zijn kalkstrepen aangebracht en fladderen er zo nu en dan lintjes die het parcours markeren. We blijven dalen en klimmen op lastige paden met af en toe een stukje asfalt, vooral in de dorpjes die we doorkruisen.
Ik loop ritmisch en ontspannen. Het klimmem gaat me goed af en daar waar de helling iets te steil is ga ik over op de Willen Mütze-methode en dat zeg ik uit respect! Bospaden, veldweggetjes, boerenerven, dorpjes. Afwisseling op en top.
Halverwege het tweede rondje krijgen we een gekleurd lintje als bewijs dat we die ronde ook gelopen hebben. Dit zal zich de volgende rondjes herhalen. Op een helling kom ik een groepje lopers achterop die ploeteren op een dikke laag klei die het pad tot een glijbaan heeft gemaakt. Ik kom er makkelijk langs en vervolg opgewekt mijn weg om het tweede rondje te voltooien. Op naar de top van de heuvel bij Olne gemarkeerd door een zendmast. Op naar de verzorging met thee,water,koek en rozijnen.
Bij aanvang van het derde rondje is er in Olne even de verwarring welke kant op te moeten. Ik zie lopers rechts afslaan, terwijl wij toch naar links moeten. Het blijken lopers te zijn die de vierde ronde ingaan. Ongeloofelijk!
De gaten tussen de lopers worden nu groter en wordt nu spoorzoeken naar de juiste weg. Na een afdaling volgt een lange en in het begin een steile klim die overgaat naar een stuk die ik lopend kan afleggen. Ik voel me fit en sterk en ik geniet. Ik overbrug met gemak gaten tussen de lopers voor mij, die de klim wandelend afleggen. Na de afdaling weer een klim en weer richting Olne, naar steeds weer die zendmast ter oriëntatie, richting de vierde ronde. Ik blijf lopers inhalen.
Bij aanvang van de vierde ronde kom ik Ghislain Dops tegen die verkeerd is gelopen. Nou was ik hem al een paar keer tegengekomen onderweg, maar zoals het hoort is hij steeds weer van mij weggelopen, maar vandaag heeft hij zijn dag niet. We lopen op een stuk vals plat met asfalt als ondergrond en we halen Cedric Proot in, ook al niet fit. Met z’n drieën halen we Theo Kuypers in en dat is opmerkelijk,’want Theo heeft heel wat problemen moeten overwinnen om weer wat op niveau te kunnen lopen.Klasse!
Van het asfalt af komen we op smalle paden over en langs boerenerven te lopen, met veel links, rechts combinaties. Langzaam loop ik van de andere drie weg. Vooral in de klimmetjes. Na een afdaling worden we een weiland en daarna een maïsveld ingestuurd en dit vergt nog even wat van de coördinatie,nu ik het tempo er redelijk in heb zitten. Een bossage met klaphekjes volgt. Ik nader het einde van de laatste ronde.
Een afdaling en een pittige klim verstoren mijn ritme niet. Ik passeer een enigszins verbaasde en uitgewoonde loper. In het laatste deel van de klim richting finish, haal ik met de wind tegen, nog verscheidene lopers in en intens tevreden haal ik de meet in 4 uur 43.
Een fraai T-shirt is mijn deel. De overvolle kantine met veel bierdrinkende mensen laat ik links liggen, neem afscheid van Cedric en Raf, kleed mij om en ga tevreden op weg richting Zwolle. Ik voel mij goed.
Gelukkig was ik weer eens fit en of die extra mineralen die ik onderweg gebruikt heb, er iets mee te maken hebben gehad, zal te toekomst leren. Traillopen is leuk, gekkenwerk zullen sommigen zeggen, maar ik vindt het zo gek nog niet. Ik zie jullie wel weer eens ergens bij een wedstrijd. Het ga jullie goed en tot ziens.
Herman Euverman