Ergens half 2006 raakte ik min of meer per toeval verzeild op de website van de Brocken Challenge (http://www.brocken-challenge.de). Het bleek hier te gaan om een loop van 84 kilometer in de Harz, in lijn vanuit Göttingen naar de top van de Brocken. De woorden ‘sneeuw, trails, verdwalen, klimmen en zwaar’ vormden voldoende aanleiding om deze loop onder te brengen in mijn bestandje “Leuk voor later?”.
Eind 2006 verkeerde ik in een fysiek en mentaal wak na een roerig loopjaar, en ter motivatie voor de komende donkere trainingsmaanden gaf ik me op voor het enkeltje Brocken-Gipfel. Het hielp me in ieder geval wat makkelijker op weg voor mijn dagelijkse kilometers en gaandeweg hervond ik mijn enthousiasme voor het lopen ook weer.
Het weekeinde voor de reis naar Duitsland, liep ik samen met Jaap Vis de marathon in Apeldoorn. Ondanks de pittige omstandigheden (regen, wind, lage temperatuur) liep ik op reserve 3u18, een goed voorteken. Jaap was me zoals gebruikelijk ver vooruit in 2u53, de voorbereiding op zijn 9e (!) keer Texel ligt weer geheel op schema.
Om het verdwalingsgevaar in te perken (ik heb een reputatie op te houden wat dat betreft), huurde ik een GPS bij Bever. Het instellen van het apparaat zorgde voor wat hoofdbrekens doordat ik van de Brocken Challenge een afwijkend type bestand had gekregen. Dit koste dit me meer tijd dan de uiteindelijke loop. En hoewel het uiteindelijk niet nodig bleek (de markering onderweg was uitstekend), gaf de GPS in mijn rugzakje me onderweg een geruststellend gevoel.
Bij aankomst in Göttingen viel ik midden in de ‘briefing’, waarbij organisator Markus Ohlef me direct introduceerde met: ”Ist der Thijs Roest schon da?” en “Jetzt is das Lauf zum ersten mal International!”. Er waren zo’n 100 mensen aanwezig, ca 50 lopers en evenveel begeleiders, bijna dubbel zo veel als vorige jaren. Markus vertelde me zelf niet mee te lopen dit jaar. Drukke werkzaamheden hadden hem verhinderd de minimaal 100 km/week te trainen die hij nodig achtte voor deze loop. Ik betaalde mijn inschrijf- en sponsorgeld (het is een sponsorloop met prestatiekarakter, geen wedstrijd) en vertrok naar het overnachtingadres 15 km verderop.
De volgende ochtend liepen we om 6 uur onze eerste passen het bos in, het was nog stikdonker. De meeste lopers hadden een fietsbegeleider bij zich, en ik bleek dan ook degene te zijn die de meeste bagage op zijn rug torste. In een kalm tempo werd het eerste uur afgelegd in een groepje, waarna bij het ochtendgloren ieder zijn eigen tempo koos. Het parcours ging afwisselend over verharde en onverharde bospaden, door grasland en door kleine dorpjes. De eerste uren golfde de weg wat op en neer, maar totaal moest er vandaag ruim 2200 meter geklommen worden. Onderweg waren er zo’n 9 verzorgingsposten, met hete thee, water, soms heerlijke soep, en allerlei snacks. Ook medische verzorging stond paraat, de organisatie was werkelijk uitstekend.
De eerste 45 kilometer gingen soepel in 4u40, onderweg soms wat babbelend met medelopers (Anke Dreschler) of genietend van het landschap. Sneeuw lag er nog niet hier, in tegenstelling tot eerdere edities. Omdat er nu een gat is van 20 km tot de volgende post, sloeg ik ruim eten en drinken in. Ik merkte dat de vermoeidheid nu te snel toenam en schakelde een tandje terug.
Het parcours werd nu flink heuvelachtig, en af en toe lag er al een aardige plak sneeuw. De schitterende omgeving deed me genieten en voor ik het wist naderden we km 65. Het begon inmiddels te miezeren en ik trok een droog shirt aan. Ook de ‘windbreaker’ kon eindelijk uit de rugzak, had ik hem niet voor niets dat hele eind meegesjouwd.
Eten en drinken ging prima, en voor het eerst sinds ruim een jaar had ik geen maagproblemen bij een loop, een enorme opluchting. Daarentegen voelde ik inmiddels mijn linkerhiel zeer nadrukkelijk en de sportsok kleurde langzaam roze/rood. Stoppen en verzorgen, of toch maar doorbijten? Het werd het laatste, maar bij de finish bleek de schade toch aanzienlijk, een groot stuk vel was geheel afgescheurd en een week na de loop is de wond nog steeds ontstoken.
Het lopen bleef goed gaan, en bij het bereiken van de voet van de Brocken sloeg ik de laatste post over, het was immers nog maar 7 km. Dit bleek al snel een vergissing. Hier lag overal flink sneeuw, maar door het regenachtige weer was het glad aangevroren. Hardlopen was daardoor goeddeels onmogelijk, en zelfs wandelen heel lastig. Ik prees me gelukkig met mijn trailschoenen, waardoor ik nog enige grip had. Maar het tempo viel ver terug, en door de regen en aanwakkerende wind kreeg ik het steeds kouder. Muts en handschoenen kwamen tevoorschijn.
Drie kwartier verder (en ca 4 km!!) viel ik helemaal stil. De energie was op. Inmiddels werd het steeds mistiger en de wind trok hard aan. Moeizaam wandelend ging ik stappen tellen om zo de kilometers af te strepen. Een eeuwigheid later zag ik door de dichte mist (zicht ca 30 meter) plots een gebouw met gezellige lichtjes: de finish! Als ik opgelucht binnen strompel, bleek dit niet het goede gebouw te zijn. Weer naar buiten en lopen. De finish was 100 meter verder, pal onder de enorme antenne op de top die geheel in de mist verdween. Ik realiseerde me opeens dat ik de Brocken nauwelijks gezien heb, niet uit de verte (mist) en niet toen ik erop liep (extreme mist).
De finish werd gepasseerd als ca 10e loper in 10u05. Met het hele parcours besneeuwd was dat zeker flink langer geweest. Onder de heerlijke warme douche knapte ik snel op. Met busjes werden we naar Schierke gebracht, voor eten en drinken in een plaatselijk hotel. Na urenlang wachten op de laatste deelnemers (die finishten in het donker), werden we met een bus in anderhalf uur naar de startplek gebracht. Door een hazenslaapje was ik voldoende opgeknapt om direct weer naar huis te rijden.
De voldoening was en is groot: de eerste ultra van 2007 meteen een succes. Geen maagproblemen, veel genoten van een heerlijke loop en de race goed ingedeeld.
Brokkenpiloot werd Brockenpiloot.
Thijs Roest