12 uur ’s middags. Het startschot weerklinkt en een groep van ongeveer 60 lopers zet zich in beweging. Er wordt gelachen en vrolijk gekletst. Geen mens die zou vermoeden dat zij zich aan een loop van zomaar even 6 uren gaan wagen. Voor de meesten onder hen is het dan ook niet de eerste keer. Meer nog, de meesten zijn zeer ervaren ultralopers. Het feit dat hier na de wedstrijd de prijsuitreiking van de marathon- en ultracup plaatsvindt, zal hier wel niet vreemd aan zijn.
Het wordt vandaag mijn vierde 6-urenloop. Het is de bedoeling eindelijk de kaap van de 75km te overschrijden en de 78km zo dicht mogelijk te benaderen. Mijn PR staat sinds vorig jaar op 72.9km. (Wijdewormer in barslechte weersomstandigheden.)
De eerste rondjes loop ik samen met Kristof Rul. Hij is een zeer goed marathonloper en dit wordt zijn eerste kennismaking met het 6-urenmonster. Na twee ronden sluit ook Renaat Moyson zich bij ons aan. Hij neemt onmiddellijk resoluut de kop. In het lange stuk met tegenwind is dat voor ons erg welkom. Voor Kristof ligt het tempo evenwel net iets te hoog. Hij wil rondetijden tussen 9.45 en 10.00 lopen om zich bij zijn eerste 6-uren niet te vergalopperen. Wijselijk besluit hij dan ook om ons te laten gaan. Van dat moment af ontfermt Renaat zich als een vader over mij. Hij doet namelijk het kopwerk en houdt zich een beetje in voor me. Ik bied enkele keren aan om ook wat van het kopwerk te doen, maar hij weigert telkens resoluut. De kans dat hij kan uitlopen is erg klein omwille van knieproblemen en het doet hem dan ook plezier iemand anders te kunnen helpen. Ik ben er wel niet echt gerust in: het tempo dat hij aanhoudt ligt voor mij ook iets hoger dan ik gepland heb. Hiervoor zal ik straks in de tweede wedstrijdhelft misschien een zware prijs moeten betalen. Ik besluit echter om het erop te wagen. Wil je een goed resultaat behalen, dan moet je ook wel iets sneller durven vertrekken en gewoon hopen op een goede dag. Als we echter net voor het ingaan van het derde uur een rondje in 9.09 lopen, moet ik wat gas terugnemen.
De volgende rondes draaien we dan vlot rond 9.30. Halfweg zitten we daardoor zelfs bijna op 40km, en dat met een plaspauze inbegrepen. Een super resultaat, maar de twijfel of ik dit ga kunnen doortrekken op het moment dat ik alleen verder moet, wordt er alleen maar groter door. Renaat heeft ondertussen last van zijn maag gekregen, maar wil me nog 1 ronde verder helpen. Na 20 rondes geeft hij me de zegen en sta ik alleen voor het moment van de waarheid. De opdracht, mij nog eens goed uitgelegd door steun en toeverlaat Renaat, bestaat er nu in om 17 rondes onder de 10 minuten te blijven. Als dat lukt haal ik iets minder dan 78km. In de eerste rondjes kan ik mijn voorsprong op dit schema nog 1 minuut verder uitbouwen, maar dan krijg ik het gedurende een half uur even lastig. Mijn maag begint te protesteren. Gelukkig was ik toch net van plan om op cola over te schakelen. Enkele kilometers verder is mijn maag weer ok.
Met nog een uur te gaan heb ik nog altijd een dikke minuut voorsprong op mijn schema. Nu kan of beter mag het niet meer mislopen. Een blaar aan mijn kleine teen wordt stilaan vrij pijnlijk, maar ik concentreer me op het doel: de 78km-grens. Bij de doorkomst aan de finish roept Dirk De Pooter me toe dat de Deen Jesper Pedersen nog te pakken is en ik dus een podiumplaats kan behalen. Dit is de laatste boost die ik nodig heb om vlot het laatste uur door te komen. Tegen de wind in blijft het verschrikkelijk knokken, maar met de wind in de rug vlieg ik. De voorsprong op mijn schema groeit en de achterstand op Jesper daalt. Hij heeft blijkbaar ontzettend last van krampen. Daardoor ga ik hem in de laatste rondes nog twee maal voorbij.
Bij de laatste doorkomst heb ik nog drie minuten voor de 226 meter die me van de 78km scheiden. Na het bruggetje en de bochten trek ik me op gang voor een laatste lange spurt tegen de wind in. God, wat kunnen drie minuten lang duren. Dan wil je zo graag die verlossende toeter horen, maar tegelijkertijd ook weer niet, want je wilt nog zo ver mogelijk komen. Daar is hij dan, oef. Ik kom een paar meter achter Wim Callens tot stilstand. 78,485km zal ik uiteindelijk afgelegd hebben. Meer dan ik gehoopt had dankzij Renaat Moyson en Dirk De Pooter (Papa Renaat en Podium Dirk vanaf nu). Zonder hen zou ik waarschijnlijk de 78km niet gehaald hebben. Mannen, nog eens bedankt!
Zoals bij alle ultralopen die ik al in Nederland meegedaan heb, was de organisatie hier weer uitstekend. Ook aan hen een dikke merci. Bij leven en welzijn mogen ze me hier volgend jaar dan ook terug verwachten. En wie weet, als ik nog eens een superdag heb, haal ik misschien de 80km wel. Een mens moet zich steeds nieuwe doelen stellen, toch.
Gert Mertens
