Categorieën
Niet gecategoriseerd

120 km op Texel wat een gevoel!

Henk Harenberg wil alleen de zeewind horen.

Texel – 120 km – 9 april 2007

Maandagochtend 2e paasdag 04.30 uur, staan we met een kleine dertig ultra’s en fietsers (Wim-Bart zie ik ook op zijn fiets, prachtig!) in het duister aan de start. Bescheiden neem ik plaats tussen vele in mijn perceptie ultra-vedetten. Ron, Rut en Wouter zijn mannen naar mijn hart. Ik ken ze niet echt maar geniet van ze. Wouter heb ik slechts over gelezen en op een paar foto’s gezien. Zo jong en dan al zo goed. Rut blijft me sinds twee jaar helder voor geest staan door tijdens mijn onverwachte debuut in 2005 op welgemeende wijze te zeggen: “Ga niet te hard weg, probeer de ontspanning te houden”. Dit zie ik op de film bij hem trouwens goed terug. Daarnaast Ron, tja wat moet ik nu aan hem toevoegen? Elk woord is er één teveel.

Het Texel-gevoel begint al de dag voor de wedstrijd. Ik loop Marc Papanikitas (Marc jemig wat een achternaam on in te tikken zeg maar wel een heel mooie) tegemoet maar voel me ongemakkelijk zo’n man aan te spreken. Heb hem al twee jaar niet ontmoet (laatste keer was op de boot naar Texel samen met Patrick Kloek, Patrick waar ben je deze keer?, ik heb je gemist) maar ik schrik me een hoedje, Marc zegt tegen een recreant: “Ha Henk hoe gaat het?”, eh heb je het tegen mij? Hij staat daar met een prachtig gedateerde doos, dé schoen van Jan Knippenberg draagt hij mee. De wisselbeker (in dit geval wisselschoen maar hoe kan je nu spreken over een wissel in het geval van Jan?, niet dus), Marc is in mijn beleving zo dichtbij zijn derde overwinning maar achteraf toch zo ver weg. Ik gun Jan de overwinning van harte maar van mij had je nog wel twee jaar mogen wachten. Helaas voor Marc is topsport in ultra-lopen ook hard. Winnen en verliezen slechts twee woorden maar een wereld van verschil.

Op basis van de weervoorspellingen heb ik me redelijk luchtig gekleed welk gigantisch verkeerd uitpakt. Koud heb ik het gehad maar het is mijn eigen keuze geweest, dus niet zeuren. Het groepje vroege vogels start en verlaat Den Burg om de duisternis van Texel te ontmoeten. Het peloton valt bij de start al uiteen. Zelf loop ik in de achterhoede welke mijn plek is. Illusies zijn er niet wel een onterechte hoop de finish binnen de limiet te halen. Onterecht heeft te maken met een belachelijke planning in 2007, in zes weken twee giga zware ultra’s en dan eind september een andere ultra. Ed roept onderweg nog naar me: “Ben je wel hersteld?”. Nee dus maar honderd procent mijn eigen keuze. Het is geen excuus om de limiet niet te halen maar weer een wijze les om over twee jaar (mits sowieso lichaam en geest het toelaten) voor Texel geen wedstrijden in de eerste drie maanden van 2009 te lopen. Hetzelfde geldt voor de JKM in 2008, slechts trainen en dan proberen te pieken op het moment supreme. Hopelijk lukt het de organisatie JKM met eventueel hulp van buitenaf de 100 mijlen te organiseren.

De eerste 35 km van de 120 km verlopen prima maar het zijn ook relatief de minst zware kilometers. Alhoewel het eten super is in de Stay-o-kay is mijn maag helaas niet bestand tegen warme hap mét uien. Sorry Texel voor de grote boodschappen. De maan staat trouwens prachtig te schitteren aan de hemel. Het lijkt wel of ik deze denkbeeldig tegemoet loop maar deze ontmoeten is impossible, het zou een ultra worden zonder limiet. De schapen en lammetjes lopen te dartelen langs de dijk, af en toe een blerend geluid. Zo af en toe kijkt er eentje om naar de sportievelingen maar wat ze er van denken …?

Mijn plan om geen spanning te voelen in de benen tijdens de loop gaat prima. Rut geeft dus het voorbeeld in zowel woorden als daden. Alleen er is een groot verschil tussen ons. Bij mezelf valt het tempo fors terug terwijl hij gewoon nog een prima tempo kan aanhouden. Tijdens de Spartathlon zag ik ook veel Japanse dames zich op dergelijke wijze voortbewegen. Volgens mij is dit de juiste manier. Niet forceren, de ontspanning trachten te houden. Zo vraag ik me ook af of de geopperde theorie dat je sowieso de eerste 60 km binnen de zes uur moet doorkomen om de limiet van dertien uur te halen de waarheid is. Stel je moet al zoveel energie geven om dit te realiseren, wat is dan je reserve in de tweede ronde, is er dan nog wel sprake van reserve? Zo spreek ik de avond voor de race met Peter over onze tactiek. Peter spreekt uit om en nabij de zes uur te willen doorkomen terwijl ik onder de zes uur door wil komen. Besef je dat hij veel harder loopt dan ondergetekende, wie verliest dan de realiteit uit ogen …? Waarom ben ik eigenwijs wanneer de organisatie reeds voor de race aangeeft niets te kunnen plannen qua eindtijd op Texel? Blijkbaar dien ik dit zelf eerst aan levende lijve te moeten ervaren. Peter is ook het schoolvoorbeeld hoe je een ultra dient te lopen: rustig beginnen met het perspectief een negative split te kunnen realiseren of tenminste weinig tot geen verval.

Nadat ik bijna aan de slotkilometers op het strand begin gedurende de eerste ronde, loopt Veron me als eerst tegemoet. Zelf heeft menig ultraloper een top drie voorspelt waarbij Wouter als favoriet wordt gezien. Wouter kom ik ook tegen, in slechts een broekje met een atletiekhemdje. Goh kanonnen zit ik te zeuren over kou met een shirt met lange mouwen maar zie ik hem, dan krijg ik bijna een longontsteking maar vanuit zijn perspectief gezien, hij loopt natuurlijk ook veel harder, kan dit wellicht meevallen. Het doet me tevens deugd Ron tegemoet te lopen. Besef terdege dat de rode lantaarn dichterbij is dan een andere rangschikking. Een drietal kilometers voor het wisselpunt loopt het peloton 60 km lopers en ondergetekende elkaar tegemoet. Een prachtig gevoel, de wederzijdse herkenning doet me goed, geeft me even vleugeltjes. Op het wisselpunt klok ik 6 uur en 20 minuten. Voel me fris voor de tweede ronde.

Op 75 km wordt het langzamerhand minder, vet minder. Estafette-lopers passeren me, af en toe hoor ik een aanmoediging maar reflecteer deze tegelijkertijd terug. Ik wil maar één ding horen, de zeewind! Ik denk aan nu en niet aan morgen, alleen de zeewind wil ik horen in mijn oren. Geen menselijke stemmen maar de stem van de wind. Zelf mag één woord niet in mijn hoofd naar boven komen en dat is het woord vermoeidheid. Ik wil me beschermen terwijl een gevoel van gaap en slaap zich over me wil ontfermen. Deze mag vandaag niet in De Dikke Van Dale staan. Zelf loop ik al sinds het laatste stuk strand achter een andere 120 km loper aan. Na twintig km passeer ik hem nadat ik tegen zijn vrouw gezegd heb dat ie niet hoeft te wachten op me omdat ik niet sociaal ben tijdens het lopen. Nadat ik hem passeer zegt hij dat ik maar door moet lopen omdat hij er compleet doorzit. Helaas voor hem maar passer ik hem toch (een finisher van de Spartathlon editie 2005). Sorry maar dit geeft me tevens een vleugje zelfvertrouwen. Nou finish je ooit op deze 246 km dan ben je in mijn ogen een kanjer voor het leven.

Tien km voor de finish rijdt een man (volgens mij van de organisatie) met een caravan achter (niet er voor) zijn auto naast me waarbij hij vraagt of ik de 120 km wil voltooien. Hij zal het wel uit beleefdheid vragen maar dit is een opmerking waar ik niets mee kan. Tuurlijk ga ik finishen! Inmiddels voel ik me echt één met Texel, Autostrade in Oudeschild mijn lieve hemel waar vind ik dit. Zelf loop ik in restaurant binnen. Op dit moment bevindt ik me ter hoogte van de Ruyterstraat maar tja het hersenpannetje is praktisch in ruste, dan wordt het besef dat zonder aanduiding je gewoon immer-grade-aus dient te lopen ver weg. Alles komt goed. De één-na-laatste post is inmiddels opgeruimd maar er staan nog twee bekertjes water en twee bekertjes cola op twee houten palen. Vrijwilligers bedankt voor het reuze gebaar, ik pak een bekertje. Na een tijdje zie ik in de verte de omgeving van de finish liggen. Ondanks het lage tempo kan ik blijven hard(zacht)lopen in een superlaag tempo maar altijd beter dan wandelen. Denk niet maar blijf een positieve zinnetje in mijn hoofd herhalen, welke me kracht geeft.

De finish is terecht praktisch afgebroken maar het is toch frappant dat identiek aan 2005 Theo Cloosterman en ik elkaar tegenkomen. Weet je wat de overeenkomst is tussen ons? We hebben beide niet gewonnen, haha maar hadden we anders verwacht? Dat is ook een overeenkomst! Een andere overeenkomst we verdrinken niet … toch handig dat er altijd een zwemband aanwezig is. Camoufleren lukt slechts deels.

Op mijn kamer gearriveerd, sluit ik de gordijnen, deze ultra-loper kust de rust. Voor het slapen gaan probeer ik schaapjes (Texelse!) te tellen maar het mag niet baten. De dag na de loop verlaat ik Texel met een lekker leeg gevoel, eindelijk weer eens een dag genoten zonder van buitenaf opgelegd doelstellingen, verplichtingen en meer van die ongein!

Leve de vrijheid …!

groet,

Henk Harenberg alias Haren-“zand”-berg