Categorieën
Niet gecategoriseerd

Gelrepen, LSD en een bidon………

Beulen met Jan Bon in Texel.

Met mijn spikes probeer ik de laatste jaren zo snel mogelijk vierhonderdjes, achthonderdjes en vijftienhonderdjes af te leggen. Dit gaat mij redelijk goed af maar, toch ben ik nooit echt tevreden over mijn prestaties. Ik wil harder en als dit niet lukt baal ik.
De drang naar het moeten presteren gaat in tegen mijn gevoel.
Een lange duurloop in een mooie omgeving vind ik fijner.
Een marathon onder de drie uur lopen is leuk. Met mijn 3 uur 03 minuten zit ik er dichtbij. Toch zit daar ook een prestatiedrang achter, een heilig moeten van ik onder die drie uur zien te komen.
Lopen vanuit mijn gevoel vind ik veel fijner.

Tijdens de zomer vakantie van 2006 ontmoet ik een ultraloper. Hij staat naast ons op de camping.
Door hem zie ik op eens “het licht” . Ik wil mij op het ultra pad begeven. Het hoeft niet extreem hard te gaan. Ik zal er wel flink voor moeten trainen. En het is iets wat ik nog nooit eerder gedaan heb.
Ik wil wel graag een mooie ultraloop doen.
Daarom kies ik voor DE 60 VAN TEXEL: een verlangen ontstaan tijdens duurlopen in de Bourgondische heuvels. Gerijpt in het duingebied van Katwijk en Meyendel.

Mijn onregelmatige werktijden bieden mij ongekende mogelijkheden om te trainen. Katwijk en Meyendel zijn ideaal voor mijn “zware” trainingen. Er zijn genoeg strandopgangen en mulzand om doorheen te ploegen.
Mijn duurlopen zijn langzaam in LSD tempo, long slow distance. Ik word er nog high van ook. De langste duurloop is 5 uur.
Baan- en intervaltrainingen horen er ook bij. De tempo’s liggen lager en de rust is korter. Lagere tempo’s lukken niet altijd…. Trainen bij Henk zit er nu jammer genoeg niet in.

Mijn marathonervaring leert mij dat drinken het belangrijkste is. Drinken tijdens het lopen is ook iets wat je moet oefenen.
Al snel voldoet een grote bidon niet meer. Ik neem een belt mee met daarin 8 kleine flesjes. Om de 17.30 minuut geeft mijn horloge een seintje: tijd voor een drankje.
Bij duurlopen van 4 uur en langer hobbelt een klein rugzakje van Annemieke mee.
Ik probeer zelfs om uit zo’n camelback te drinken. Het zuigen aan het slangetje kost meer inspanning dan het lopen zelf.
Onderweg vul ik de flesjes bij uit een klotsende bidon die in de rugzak zit.
Om de 35 minuten is het tijd voor een hapje gelreep of een energiereep. Kauwen,slikken en ademhalen tegelijk valt niet altijd mee tijdens het beklimmen van een duintop. Maar als je de 60 wil lopen, ga je ver.

Even dreigt een epileptisch insult roet in het eten te gooien. Het gebeurt tijdens mijn dagelijkse fietstocht van werk naar huis. Ik heb een hersenschudding en schaafwonden aan mijn gezicht. Een ambulance brengt mij naar het ziekenhuis. De volgende dag ben ik weer thuis.
Na acht dagen rust durf ik het weer aan. De eerste duurloop is onder begeleiding van Annemieke. Ik loop een uur en mijn zelfvertrouwen begint te groeien. Gelukkig pak ik zonder problemen mijn trainingsschema weer op.

Casper Ravensbergen wordt mijn fietsbegeleider op Texel.
Henk van Velzen leent ons zijn mountainbike uit.

Voor Casper wordt het ook een uitdaging. Hij kan na zijn heupoperatie laten zien wat hij kan. Zes uur meefietsen valt niet mee.
Net al ik houdt Casper van de natuur. Hij kan iemand op een leuke manier motiveren en hij kan moeilijk zijn mond houden. Soms kan een nadeel ook een voordeel zijn. Vooral als ik eventueel stuk kom te zitten is het prettig als iemand je er door heen praat.
Van Casper hoef ik dan niets terug te zeggen …… Gelukkig maar!

We willen er een paar leuke dagen van maken.
Texel heeft een schitterend Stay Okay. Daar boek ik een kamer voor de Paasnacht. Om nog aan een laatste lading koolhydraten te komen schrijven we ons in voor de Pasta Party. Het is gezellig druk en we praten met wat andere lopers.
Sommigen zijn ervaren ultralopers en anderen doen, net als ik voor de eerste keer mee.
’s Avonds vul ik mijn flesjes en zoek ik mijn gelrepen op.
Casper propt het eten en drinken en droge kleding in een rugzak.
Op een kaart bekijken we waar onze wegen zich soms zullen scheiden.
Casper maakt immers twee maal een omweg door de duinen.
Het strand is zelfs niet begaanbaar voor mountainbikes.
Het zand is mul.
Soms kun je vlak langs de vloedlijn lopen. Er is een spoor gemaakt door andere lopers. Het spoor gaat dwars door hoog opgestuwd schuim. Dit is een mooi gezicht. Ik wil geen natte voeten krijgen. Hier en daar maak ik even een praatje. Dit lukt niet iedereen. Voor mij loopt een vrouw in een shirt van een bekende bank.
Als ik een tijdje achter haar loop bied ik haar aan om de kop over te nemen. Lange tijd blijft zij in mijn spoor door het schuim. Haar man staat langs de kant met drinken. Als zij dit van hem aanpakt verliest zij de aansluiting met mij.

Bij een strandopgang vraagt Casper hoe het op het strand is. Ik antwoord:”Gaaf, ik vind het erg leuk” Om mij heen zie ik verbaasde blikken mijn kant op kijken. Niet iedereen denkt er zo over. Ik ren de strandopgang op.
Anderen wandelen.

We gaan ook door ruig duinlandschap, pittig maar bekend terrein. Als mijn timer aangeeft dat ik iets moet drinken ren ik drinkend een duintop op. Hierbij haal ik wat andere lopers in. Dit geeft een extra kick.
Casper en ik zijn niet de enigen die genieten van de mooie omgeving. Het wemelt er van de toeristen. In het Duits aangemoedigd worden heeft ook zo zijn charmes.
Niet iedereen is blij met een stelletjes malloten die hardlopend het eiland willen ronden. Casper krijgt bijna een frontale botsing met een fietser die als een kamikaze piloot aankomt suizen. Een paar keer passeren we wildroosters. Deze zijn niet afgedekt. Het blijft puur natuur…..

Na zo’n 25 km gaat het kriebelen. Ik ga mijn tempo wat versnellen. Daarvoor gaat het 10 km/ uur Nu wil ik er 12/uur van maken.
We gaan dijken op en af en er staat flink wat tegenwind. Casper mag mij niet uit de wind houden. Bij de eerste keer krijg je een tijdstraf van 5 minuten. Gebeurt het nog een keer dan lig je eruit.
Casper maakt nog steeds foto’s. Dit doet hij al fietsend, soms gaat het maar net goed in combinatie met het andere verkeer. Af en toe waarschuw ik hem dat hij uit moet kijken. Wie past nu op wie? Soms verrast hij mij door ergens op te duiken om een foto te maken.
Casper vermaakt zich best. Op het ene moment ziet hij lepelaars. Een andere keer verliest hij al fietsend mijn drinkflesjes. Dan heeft hij weer sjans met wat vrouwen die hij bijna omver rijdt.

Regelmatig haal ik andere lopers in. Eerst denk ik aan een tijd van 6 uur. Eigenlijk geef ik niks om een tijd. Het genieten staat voorop. Dit roept Casper regelmatig als we weer een groepje toeschouwers passeren. Hij roept het ook als ik een medeloper inhaal waarmee het zichtbaar minder goed gaat.
De omgeving blijft geweldig ook die hele lange Lancasterdijk met uitzicht op zee en wind tegen.
Ik vecht niet tegen de windmolens.
Ik laat ze links liggen.

Casper raakt net als ik in een roes. Opeens geeft hij mij wat schouderklopjes. Dit is een mooi moment.
Ergens aan het einde van de dijk hoort Casper finishgeluiden. Ik hoor niets. Ik dender door een bocht naar beneden. Ik vraag aan iemand van de organisatie hoeveel kilometer het nog is. Hij zegt dat het iets meer dan een kilometer is. Dit verbaast mij. Ik kan het bijna niet geloven. Ik heb bijna 60 km gelopen en ik voel mij nog hartstikke fit.
Ik zie nu het bordje 1 km en Casper legt dit digitaal vast.
Dan brult hij:”Daar ligt Stay Okay” Ik denk:Okay en ik gooi er een tempo versnelling uit. Ik zie dat ik onder de 5 uur en 45 minuten kan eindigen. Ik ben niet te beroerd om er een eindsprint van te maken.

Na de finish kom vind ik het jammer dat het afgelopen is.
Ik krijg een aluminiumfolie vel over mij heen gedrapeerd

Even dreig ik door mijn hoeven te zakken. Een attente vrijwilligster komt mij te hulp.
Na alle zoetigheid heb ik echt trek in de tomatensoep, door de organisatie verstrekt.
Ik drink ook heel veel spa blauw. Onderweg naar Leiden moet ik een paar maal de auto uit om te plassen.

Thuis wacht ons een feestelijk onthaal. Compleet met slingers, bloemen, kroontjes en een rijst met kerrie.
Samen delen we een flesje bier.
Casper is zo moe dat hij zijn bloemen vergeet.
De volgende dag haalt hij ze op.
We kijken terug op een schitterende ervaring

Jan Bon