Categorieën
Niet gecategoriseerd

Schaarbeek, 17 oktober 2008, Belgisch kampioenschap 24 urenloop.

Een leeswaardig relaas van Belgisch kampioen Pat Leysen

Schaarbeek, 17 oktober 2008, Belgisch kampioenschap 24 urenloop.

Ondanks het WK in ditzelfde weekend, willen we dit BK niet als een klein kampioenschap de geschiedenis insturen. De motivatie staat op zenith. 220 km en een podiumplaats zijn mijn doelstelling. Maar tussen droom en daad… staan 24 lange uren van mentale en fysieke aftakeling.
Om drie uur in de namiddag wordt de wedstrijd op gang geschoten. Zonder de aangekondigde Paul Beckers, die moeilijk zijn oude niveau lijkt terug te vinden. Van de gezamenlijke kilometertjes op training kan ik anders getuigen dat hij erg scherp oogt. Enkele rondjes worden traditiegetrouw gebruikt om wat kennis te maken met elkaar en met het parcours en om een gepast ritme te vinden. De tegenstand een beetje aftasten (en succes wensen) en je wat zorgen maken om de vele, soms messcherpe bochtjes en kuitenbijtertjes. Marc Vanderlinden is gekomen om 5 uren vol te maken in het vooruitzicht van het (ondertussen afgelaste) WK trail. Hij schiet dus als een pijl weg en wij doen verder ons eigen ding. En dat ding is rondjes draaien aan een goeie 5 minuten per km. Een erg leuk tempo, zoals altijd in het begin natuurlijk.
Organisator Dirk en ‘bevoorrader’ Vincent sparen geen moeite om het ons naar de zin te maken. Maar na een uurtje glibber ik bij het missen van mijn peperkoek op een gladde piste onderuit: Bloeduitstorting op mijn linkerheup. Ik probeer mezelf wijs te maken dat deze pijn wel overgaat. Niet dus. De hele wedstrijd lang is die domme val mijn zwarte beest gebleven, vooral bij het optrekken in het erg nijdige en bochtige hellinkje naar de piste toe.
Domweg had ik mijn eigen bevoorrading ook zo ver van de piste gezet dat ik onder de afsluiting door moest om hierbij te geraken. En dat vertik ik. Dan liever niks en gewoon wachten tot mijn vrouwke na vier uren arriveert. Eindelijk dat stukje chocola waar ik al zo lang van droomde. Ondertussen heb ik enkele rondjes voorsprong opgebouwd op Rik Thijskens die zeker in deze fase mijn kwaadste tegenstander lijkt te worden. Maar ik ken mijn eigen reputatie ook wel: een snelle start is helemaal geen garantie op een eindsucces. Er zijn zoveel valkuilen in een 24-uurwedstrijd.
Na 80 km moet ik even een klein muurtje omver lopen maar dat gaat vrij makkelijk. Ik zie nu ook op het grote scherm dat ik effectief in de wedstrijd zit (opluchting, héhé). Voordien lagen de matten zo dichtbij dat de naam pas op het bord verscheen nadat de loper voorbij was. De eerste 100 km worden netjes gerond in 8.43 uur en het gevoel zit goed.
Ondertussen zijn we al enkele deelnemers kwijtgespeeld waaronder ook Wouter Haemelinck. In zo’n spektakel kan je een voorsprong nooit geruststellend noemen, maar ik moet bekennen dat ik liever 10 km voorop lig dan 10 km achter. Halfweg een vrij comfortabele positie dus. Sommigen menen op dat moment dat de wedstrijd al gelopen is maar daarvoor ken ik mezelf te goed. Ook Johan Bogaert, die me onlangs in Delmenhorst nog het vuur aan de schenen legde en er nu ook verdraaid verbeten tegenaan blijft gaan, vertelt me nadien dat hij maar liep te wachten tot ik weer een uurtje het koffer van mijn wagen zou induiken. De langste pauze die ik inlas is een drietal minuten op het toilet… maar door diarree deed ik dit ondertussen wel 9 keer. En beeld je maar in dat een gehavende poep afkuisen ook niet pijnloos is. Tegen de ochtend aan brengen de fluitende vogeltjes wat leven in de donkere en erg koude Schaarbeekse parklucht. Dit geluid klinkt me alleszins beter in de oren dan de nachtelijke moskeegebeden die door de stilte galmden. Ik zie het met onze kerkklokken nog niet gebeuren. Ook Chris D’Hooghe lost noodgedwongen op in de nacht. In de achtervolging wordt er ondertussen werkelijk strijd geleverd op leven en dood. Behalve Johan (onlangs ook nog winnaar in Luik) draaien ook de Duitser Riedel en goeie ouwe (sorry) Leo Pardaens de gaskraan volledig open. En ik, ik moet dus ook mee wil ik mezelf later niet in de problemen brengen. Dat is hard, keihard. De muur op 150 km is er eentje van stevige kwaliteit waar ik met moeite door geraak. Met de start van de marathon komt er wat meer animo rond het parcours. Maar veel charme stralen al die uitgelaten frisse lijven op dat moment niet echt op me uit. Doffe blik, kilometers malen, rondje per rondje tellen en proberen je voorsprong vast te houden, een beetje tactiek (lopen als je tegenstander je ziet, beetje stappen achter het hoekje), nog maar 6 uren te gaan. Johan en Leo lijken onze Duitse vriend te moeten lossen. De Belgische titel wenkt. Nu de overwinning nog proberen binnen te halen. De welgemeende maar veel te vroege felicitaties maken me wat zenuwachtig: neen, Gislain, Rik, Alexander, jij superenthousiaste Jutta en nog vele anderen binnen en buiten de lijnen, de buit is nog niet binnen! De laatste uren kunnen nog erg doorslaggevend zijn. Het licht kan elk moment definitief uitgaan. Maar het moreel is vandaag ijzersterk. Eén struikelperte achter de pootjes van een nadarhekken haalt nog mijn teennagel er af. Had ik maar niet zo diep in de ogen van die fotografe moeten kijken! Om zekerheid over winst te hebben besluit ik door te gaan tot 230 km (en het klinkt ook leuker natuurlijk). Van mijn laatste ronde maak ik een (volgens mij verdiende) ereronde met zooooo’n lekkere trappist in mijn hand alsof hij door God zelf was ingeschonken. Roland Riedel (die man leek nooit te eten of te drinken of te kakken) strandde op een drietal km. Voor mij was dit mijlenver van de zevende hemel waarin ik me waande. Bedankt Patrick (proficiat marathonwinnaar), Gerald en Renaat (spoedig herstel beiden), Rudy en vele andere bekende en onbekende sympathieke supporters. Vooral bedankt Dirk, voor de puike (en ik weet wel, ondankbare) organisatie en alle stille werkers achter de schermen, de dame die me ’s nachts die lekkere chocomelk bezorgde en de sponsors voor de leuke prijzentafel.
En natuurlijk vergeet ik mijn vrouwke niet: ook zij trotseerde een ijskoude nacht en al mijn nerveuze commentaren: bedankt!
De resultaten bewijzen mijn openingszin dacht ik: dit zou geen klein kampioenschap worden.

Pat Leysen