Categorieën
Niet gecategoriseerd

t’Is (voor) niks marathon Geldrop

Lucien Taelman doet zijn relaas over de modderige marathon in Geldrop.

t’Is (voor) niks marathon Geldrop.

In Geldrop waren veel ultralopers aanwezig, wat je ook ziet in de uitslag… Hadden ze vorig jaar geen 20 lopers op de marathon, dan waren er nu 100 vooringeschrevenen, maar door de ijzel en het slechte weer verscheen een deel van hen niet aan de start. Ook al was het “maar” een marathon, het was wel de ultra voor de crossers en modderduivels.
De prijsuitreiking na deze laatste wedstrijd van en voor “de cup” bracht met zich mee dat voor sommigen nog goed moest gerekend worden.
Zelf diende ik de prijzen van de Cup te verdelen, want mijn eerste plaats kon niet meer bedreigd worden. Dus meedoen als training
Gewoon meelopen met de eerste groep en samen aankomen had ik me voorgenomen, maar neen hoor, Math wilde nog een tijd lopen op de marathon en ging er direct voor: nl voor een tijd van 2u45 à 2u50. Zelf wou ik de eerste 5 à 10 km traag inlopen om dan jasje uit te schieten en ook mijn stukje kopwerk te doen…
Bij de start een lichte regen en een temperatuur van 4graden, wetende dat ik een warme weerloper ben, niet echt mijn weertje.
Maar goed, iedereen gelijk voor de wet, zoals in Torhout of “de nacht” die ook nooit mijn type wedstrijd is of zal zijn, want ik ben ook een ochtendmens. Ik zal zelden na 19 uur nog mijn loopschoenen aantrekken om nog wat km’s te draaien….
De eerste tegenslag: het waren geen rondjes maar een aaneenschakeling van lussen ,dus andere keuze gemaakt: lichtjes opwarmen en mijn dikke trui afgeven aan de eerste bocht….
Zo haalde ik nog een tijd onder de 5 min op de eerste km om iedere km iets rapper door te komen. Vele bekende gezichten, meer nog, zelfs een gewezen meervoudig wereldkampioen aan de start. Hoewel ik een traagstarter ben, en met de jaren wordt het niet beter, loop ik Gert Mertens al na enkele honderden meters voorbij. Gert zou misschien 4 uur lopen na zijn aanslepende kwetsuur. Rudy en Patrick liepen nu in een ruimere groep voor mij en ondertussen werden de paadjes smaller en glibberiger, toen nog niet wetende dat dit maar een begin was.
Eens bij het groepje was Paul of Polleken of beter nog “den Paul Beckers himself “ al uit de groep weggegaan en liep nu een 150 meter voor ons uit. Hoeveelste we liepen wist ik niet maar dit zou niet lang meer duren. Daar, in de rechte stukken de voorrijdende fietser met in zijn zog Math Roberts. Daarachter een voor mij bekende Nederlandse ultraloper “Jan Nabuurs” sorry als ik me vergis en daarachter reeds ons Polleken…
Op deze ijzige en gladde omloop was het zoeken naar een goed spoor maar het bleef zoeken, of te nat of te glad of te zacht… nooit goed laat staan ideaal.
Ondertussen Jan voorbij en op 50 meter van Paul, wat liep die sterk terwijl hij maar pas terug aan trainen toe is. Paul kon in “De Cup” Math nog pakken maar moest hem dan ook kloppen dus zal hier zijn rappe start en strakke tempo wel voor iets tussenzitten zeker?
Halverwege kom ik bij Polleken en even verder moet hij ook lossen, daar waar ik niet nader op de koploper. Ik schat 200 à 250 meter maar de af te leggen weg is nog lang, heel lang. Nu moeten we ook door plassen zodat ook onze voeten zeer goed afgekoeld raken, en zoals over het ganse parkoer bijna, glijden en proberen recht te blijven. Aan km 30 had ik cola staan en kwam net bij Math die moeder de vrouw als supporter had evenals de dochter. Als een pijl ging hij er vandoor terwijl ik de tijd nam wat cola tot mij te nemen.
Ondertussen was de kloof weer meer dan 100 meter en de dochter riep “Hij moet doorgaan, hé” . Ik begreep het niet en riep terug “Ik zal hem meebrengen” ….
Enkele km verder was ik terug vooraan komen aansluiten, maar de snelheid was eruit, ook de gedrevenheid, daar een goede tijd er niet meer inzat, wat wil je op dergelijke omloop?
Dan maar wat praten om zo de tijd te doden, waar het parkoer het toeliet. Waar ik voorliep voelde ik mijn metgezel alle moed bijeenrapen om te volgen of zogoed als volgen.
Met nog 3 km te lopen zei hij je kan de 3 uur nog halen, waarop ik antwoordde “waarom”.
Neen, we zullen samen aankomen wat ook geschiedde.

Menig spier en gewricht was vermoeid, verstijfd en verzuurd, maar is dat niet de beste training? Als je niets voelt mocht het wat meer geweest zijn. Zelf diende ik op maandag om 6 uur 16 km naar mijn werk te lopen en ’s avonds om 16.30 terug om mij in de zetel te ploffen want ik ben in rustperiode……

Lucien Taelman