Theo de Jong loopt zijn 100ste marathon

“De laatste rondjes waren zwaar, maar werden verlicht daar de aanwezigheid van Marijke en de kinderen,” aldus een geëmotioneerde Theo.

Bergen op – 4 meter ANP

Vorige week keek ik mijn trainingsboekjes van een jaar of vijf geleden in. Ik stond verbaasd oven mijn tijden toen, maar vooral over de wekelijkse trainingsomvang. Vier of vijf keer per week lopen en 80 tot 100 of meer km per week was regel. Wat er niet bij staat, maar wat ik nog wel weet, is dat het me vrijwel altijd gemakkelijk afging. Blessures had ik nooit.
Maar wat geweest is, is geweest.

Nu loop ik drie, soms vier keer per week met een weekomvang van 40 tot 50 km. Gelukkig heb ik ook nu nooit blessures. Wel gaat het me bij tijd en wijle beduidend minder makkelijk af dan voorheen.

In 2001 liep ik in Rotterdam mijn eerste marathon. Op 17 september 2005 stond de teller op 85, toen ik mijn voorlopig laatste marathon liep in Roelofarendsveen. Daarna 1,5 jaar helemaal niets en in 2007 voorzichtig twee en in 2008 drie zes uur wedstrijden waar ik net boven de 42 km kwam. Op 13 september 2009 liep ik weer mijn eerste marathon, opnieuw in Roelofarendsveen. Met de onverwachte eindtijd van 4:38 was ik bijzonder blij. Daarna nog wat zes uurslopen en marathons, maar zelden ging het echt lekker. Steeds kwam ik na de 35 km in de problemen, een logisch gevolg van te weinig duurtraining. Ik kan het anderen zo goed vertellen, dat ze veel lange duurtrainingen moeten doen, in die training het tempo laag houden en met minstens een aantal trainingen van langer dan 35 km. Voor mij was dat natuurlijk niet nodig, ik kon wel zonder, dacht ik. Dat deed ik vroeger toch ook. Tot dat ik mijn trainingsboekje in keek en het aantal km zag. Misschien een beetje naïef, maar pas toen ging bij mij een lichtje branden.

Dat was te laat voor de Berg en Boommarathon in Roelofarendsveen op 12 september. Ik zou daar mijn 100ste marathonafstand lopen. In Roelofarendsveen is het tijdens de One en Only’s altijd feest. De hele buurt waarin de marathon gelopen wordt, heeft er zin in. Alles is versierd en de organisatie slaagt er steeds weer ons in een unieke marathon voor te schotelen. Dit jaar dus de Boom en Bergmarathon. Om die Boom maakte ik me niet druk, we liepen per slot van rekening door de bomen buurt, maar die Berg, daar maakte ik me zorgen om. En terecht zoals bleek. We liepen 20 rondjes en in elk rondje moesten we een steile dijk op, over het gras, om een paaltje en weer steil naar beneden. Op een andere plaats 200 meter slalommen om op de dijk groeiende bomen en direct daarna een venijnig steil bruggetje op, boven aan keren en weer naar beneden. Genoeg hoogtemeters daar in de polder op – 4 meter NAP.

Na de start liepen Gijs Honing en ik al snel in het achterveld, aan alle kanten voorbij gestoken door de vele estafettelopers (61 teams!!!). De één nog gekker verkleed dan de andere. Gijs en ik liepen een zeer constant tempo, tussen de rondjes nauwelijks verschil in tijd. Tot en met het 15 rondje ging het goed. Toen moest ik Gijs laten gaan. De laatste rondjes waren zwaar, maar werden verlicht daar de aanwezigheid van Marijke en de kinderen. Ze maakten met hun vieren meer lawaai dan een hele straat toeschouwers. En ze hadden her en der op het parcours spandoeken opgehangen. Dat pepte me steeds op. Je wandelt toch niet als je een spandoek ziet met “Theo de Jong loopt zijn 100ste marathon”?. Nee dan vlieg je er voorbij.

Dan eindelijk de laatste slalom, opkomende kramp in mijn linkerbeen, maar toch nog met een lekker tempo het bruggetje op en neer, langs de finish, nog één keer die vervloekte dijkhelling op en af en dan echt door de finish. En dat in een tijd van 4:30:50, een postoperatief record. Kortom een prachtige wedstrijd. De organisatie was weer perfect en ook het weer hadden weer goed geregeld. En de speaker had regelmatig de nodige aandacht voor mijn 100ste marathon. Kortom, een prachtige dag. Hartstikke bedankt en tot volgend jaar.

Theo de Jong (theo.marijke@planet.nl)