Curacao HBN Law marathon
Zondagochtend 02:30 en de wekker gaat, eigenlijk wil ik nog een paar uur slapen maar voor vanochtend hebben we andere plannen. Na 7 jaar afwezigheid is er eindelijk weer een marathon op Curacao en de temperatuur en het hoogteprofiel beloven een zware loop. Ik trek mijn loopkleren, die ik de vorige dag heb klaargelegd, aan en neem een goed ontbijt. Een half uur later stopt Jacob voor de deur en samen rijden we de stad in. Onderweg komen we nog een verdwaalde zwarte piet tegen die de boot na pakjesavond waarschijnlijk gemist heeft. Verder is er veel uitgaansverkeer en ook bij de snek’s is het nog druk. Door het vroege tijdstip en het beperkte antal deelnemers (14 in totaal) kunnen we op enkele meters van de start en finish locatie parkeren. We melden ons bij de organisatie en krijgen ieder twee lampjes, zodat we goed zichtbaar zijn. Bij de briefing krijgen we te horen dat er niet voldoende fietsbegeleiders zijn voor elke loper, dus sommige fietsers zullen twee lopers in de gaten moeten houden. Alleen de koploper en de enige dame in het veld hebben een vaste begeleider. De verzorgingsposten zullen mobiel zijn en om de 3 km de lopers voorzien van water en Gatorade. Verder worden we erop gewezen dat we de route goed hadden moeten bestuderen, er staan wel pijlen langs de weg en ook de fietsers kennen de route, toch is iedere loper zelf verantwoordelijk. Aangezien Jacob en ik beide ervaring hebben met het foutlopen tijdens wedstrijden op Curacao hadden we als voorbereiding de route die de organisatie op het internet had gezet in de Garmins geladen, helaas was deze route iets te kort en zit er nu een extra lus aan, als dat maar goed komt.
Om even voor 4 uur, iedereen staat nog lekker te praten, worden we naar de start geroepen en even later mogen we beginnen. De eerste 50 meter zijn vlak, daarna begint het klimmen en na 100 meter laat ik de kopgroep gaan, ik wil op deze klim niet teveel energie verspelen zo vroeg in de loop. Als dan na ruim 500 meter rustig klimmen de Julianabrug (55 meter) echt begint en het een stuk steiler wordt besluit ik te gaan wandelen. De loper waarmee ik samen aan de klim begin loopt wel door, maar op de top is het gat slechts 50 meter en na de afdaling lopen we weer samen. Het veld is door deze hoge brug dusdanig uitelkaar geslagen dat ik voor ons geen lampjes meer zie en ook achter ons is het erg donker terwijl we op een lange rechte weg lopen.
Na de brug lopen we door Punda naar de Penstraat, hier zitten een aantal stukken vals plat in, maar doordat we nog helemaal fit zijn merk ik het niet zo zeer. Doordat ik na de brug samen met de enige dame in de marathon ben komen te lopen hebben we nu twee fietsbegeleiders bij ons, aangezien ik al vrij snel alleen liep was er een fietser achter mij gebleven. Na 3 km de eerste verzorgingspost, weer de inmiddels bekende zakjes water en ik drink er twee leeg. Het is rustig op straat en we worden slechts een enkele keer gepasseerd door een auto. Na ruim 6 km merk ik dat mijn lichaam teveel vocht heeft en moet ik even stoppen om hier wat aan te doen. De komende 500 meter gebruik ik om het gat naar de andere loopster weer dicht te lopen. We zeggen nauwelijks iets tegen elkaar, toch loopt het prettig samen.
Tijdens de start spetterde het een beetje, na een half uur worden we echter getrakteerd op een redelijke bui, het koelt af naar en aangename 26 graden. Helaas zie ik in het donker een plas over het hoofd en met een doorweekte schoen zal ik de resterende ruim 30 kilometer moeten lopen. De eerste 10 km gaan in iets meer dan een uur, mooi op schema. Aangezien ik weinig getraind heb en de omstandigheden hier niet ideaal zijn ga ik uit van een tijd onder 5 uur, ik ben weggegaan op een schema wat op 4:30 uit zou komen, maar als de zon op komt zal er een behoorlijk verval zijn.
We draaien de Caracasbaaiweg op, een drukke weg die Jan Thiel verbindt met de stad. Voet en fietspaden hebben ze hier niet dus we lopen gewoon op de weg, die door de regen nat en erg glad is geworden. Uit tegenovergestelde richting komt een auto met behoorlijk hoge snelheid aangereden. De auto passeert ons en we horen piepende banden, een blik over de linker schouder doet ons beseffen hoeveel geluk we hebben, de auto is in en flauwe bocht gespind en staat nu 180 graden de andere kant op nog net op de rijbaan. Als we 10 seconden langzamer hadden gelopen dan hadden we de finish waarschijnlijk niet gehaald, nu lopen we ongestoord verder.
Aan het einde van deze weg zien we een heleboel blauwe zwaailampen. Net voordat we daar zijn buigt de route linksaf, maar het lijkt erop alsof hier een bestuurder minder geluk gehad heeft. Voor de 4 keer neem ik weer twee zakjes water en drink ze lopent op. Na de brug heeft het parcours de eerste twaalf kilometer rustig gegolfd met slechts 1 klim. Nu verandert dat en gaan we omhoog en naar beneden. Net op het moment dat ik merk dat het niet erg soepel (al bij kilometer 15, dit gaat heel zwaar worden) gaat biedt de andere loopster een stuk eierkoek aan dat haar fietsbegeleider bij zich heeft, dit geeft weer een hoop extra energie waardoor ik weer lekker ga lopen. Even later staat er een pijl linksaf terwijl mijn Garmin rechtdoor zegt, gelukkig heb ik drie man bij me die de route wel kennen en we gaan rechtsaf, dit is de extra lus die nodig was om de afstand op 42,2 km te krijgen. 10 Minuten later meld de Garmin zich weer, we zijn terug op de route en vanaf nu kan ik de weg zelf dus ook vinden.
Het blijft heuvelachtig, het zijn niet de Ardennen, toch begin ik het te merken. Telkens als we heuvelop gaan moet ik een klein gaatje laten vallen en in de afdaling kom ik weer bij. Even voorbij kilometer 15 zijn we weer een post gepasseerd, rond kilometer 18 verwacht ik dus de volgende. Helaas komt die pas bij kilometer 21, 6 km in deze omstandigheden was toch echt teveel om zonder water te lopen en dat zal ik straks waarschijnlijk wel gaan merken.
De halve marathon lopen we binnen de 2:15, dus nog steeds op schema. Rond kilometer 23 zijn we echter aangekomen op een stuk weg dat bijna een kilometer lang heel licht omhoog loopt, ik zie de andere loopster dan ook steeds iets verder uitlopen. Als het dan even weer wat vlakker word zie ik dat er ongeveer 100 meter tussen ons zit. Dit blijft een aantal kilometers ongeveer constant. Bij kilometer 28 hebben we een paar honderd meter een dalende weg en zonder er erg in te hebben loop ik heel langzaam het gat dicht zodat we op 29 kilometer weer even samen lopen. Helaas voor mij komt nu het zwaarste deel van deze ronde, de komende kilometers zijn vrijwel allemaal omhoog. Al vrij snel loop ik weer alleen, omhoog kan ik mijn tempo niet vasthouden.
Het is inmiddels licht en de zon staat alweer ruim boven de horizon, vanaf kilometer 27 is de temperatuur mee gaan stijgen met de kilometers, inmiddels dus tot boven de 30 graden en het kleine beetje wind dat er is hebben we in de rug. Na weer twee kilometer vals plat komen we bij een serieuse klim, niet erg lang maar wel erg steil, ik voel hier al mijn energie wegvloeien, maar kom toch lopend boven. Helaas is boven niet de top, we blijven door klimmen en iedere keer als je denkt de top te zien ga je een bocht door en gaat het verder omhoog. Na 33 kilometer krijg ik een blaar op mijn teen die even later openknapt, dit samen met de klimmen en de hitte zorgen ervoor dat ik even ga wandelen. Dan eindelijk de top bereikt, we krijgen ongever 200 meter afdaling waarbij het tempo weer omhoog kan.
We mogen linksaf en lopen nu op een drukke weg, ondanks het feit dat het zondagochtend is is het toch al behoorlijk druk op de weg en niet iedere automobilist lijkt het prettig te vinden dat er mensen op de weg lopen. Soms rijden ze wel erg hard en dicht langs mijn arm. Ook de zwarte rookpluimen die de meeste auto’s hier produceren zijn niet erg prettig. Deze weg zullen we ongeveer 6 km volgen en aan het einde zit er nog een lange steile klim in. Maar voordat we daar zijn is de weg ook alles behalve vlak. Ik krijg regelmatig waterzakjes aangereikt en ipv twee neem ik nu telkens vier, ik drink ze voor drie kwart leeg en de rest gebruik ik om af te koelen, we lopen vol in de zon en uit de wind. Heuvelop ga ik nu regelmatig over in een wandelpas, het is helemaal gebeurd, ik voel me leeg en kan geen normaal tempo maar vasthouden, alleen in de stukjes naar beneden ziet het er nog enigzins normaal uit.
Al ruim voordat we aan het einde van deze lange weg zijn heb ik mij voorgenomen de laatste klim te wandelen. Rond 40 kilometer is het dan zover, wat kan een heuvel toch hoog lijken als je helemaal kapot bent. Uiteindelijk kom ik boven, nu linksaf de winkelstraat van Otrobanda door, ruim en kilometer en dan linksaf voor een laatste lus naar de finish. Na de bocht linksaf schrik ik, ik wilde de laatste kilometer lopen, hier wacht echter nog een steile klim van 400 meter, dat lukt nu niet meer, dus weer wandelen. Dan eindelijk het bordje 100 meter in zicht, hier rachtsaf en dan is de finish te zien, het loopt hier naar beneden, dus kan het tempo weer omhoog. Bij de finish staan een aantal collega’s die de halve marathon gelopen hebben en op mijn slechtste marathon ooit word ik enthousiaster binnen gehaald dan ooit tevoren.
Na afloop zitten we even allemaal na te praten en genieten van de meloen, banaan, broodjes en het bier dat de organisatie ons aanbied. Dan volgt de prijsuitreiking, na de prijzen voor de halve marathon volgt de marthon. Alle lopers worden naar voren gehaald, krijgen een applaus en er wordt een groepsfoto gemaakt, als het aan de sponsor en organisatie ligt was dit de eerste marathon in een lange reeks op Curacao die ieder oneven jaar gehouden gaat worden. Dan nog de prijzen, met mijn 4:53:15 heb ik toch nog een beker gewonnen, ik ben 3e in mijn leeftijdscategorie.
Als ik de verhalen van andere lopers zo hoor zijn ze het er unaniem over eens dat het een hele zware marathon was en zonder twijfel de zwaarste van ons koninkrijk. Over twee jaar zal ik er niet bij zijn, volgend jaar vertrekken we weer van Curacao. Ik hoop voor de organisatie dat er dan wat meer deelnemers zijn en misschien een mooi excuus voor een vakantie naar Curacao voor de Nederlandse lopers.
Marco Hartman