Texel 2011: mentale hardheid, kennis en discipline

Hennie van Velzen: Na al die ellende thuis en het soms uitstappen bij voorgaande edities, lukt het me om de zwaarste uitvoering van Texel tot een goed einde te brengen. Ik kom over de finish, ik buig en spreek de woorden “mentaal niet te kraken”

De Zestig van Texel met de pasen. Ik kom er al jaren. Nu al weer de 5de keer. Een keer was er die MKZ crisis. Toen een 6 uur op de baan en later op het jaar de echte 60 km. Gezellig met het gehele gezin een weekendje weg. Ook dit jaar was dit de planning. Echter werd mijn vrouw opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Nu alweer de 2de keer. Vorige keer duurde het 5 maanden. Nu zit ze daar pas 2 weken en zal het niet zolang duren voordat ze weer thuis is. Maar goed vervelend is het wel. Daar sta je dan met je 5 kinderen waarvan 3x autisme, 1x Williams syndroom (lees gehandicap) en een half dove dochter. Dan denk je dat gaat fout. Nou echt niet. De ene instantie naar de andere valt binnen (incl de mannen in blauw). Hij zal het wel niet aan kunnen wordt er dan gezegd. Keer op keer proberen ze je poten van je stoel om te zagen. Maar deze jongen is mentaal gehard door het ultralopen. Een loopdiscipline die de psychatrie doet fronsen met de wenkbrauwen. Je voelt ze denken “dit stond niet in onze schoolboeken” Als ik ze vertel dat ik mijn geest kan resetten omdat als ik extreme afstanden loop en ik het zwaar heb, een frisse geest nodig heb, doet het bij ze pijn van het nadenken. Zelf ben ik verpleegkundige op een cardiologie afdeling en krijg van mijn afdeling alle ruimte om het thuis te regelen.

Maar nu Texel 2011. In eerste instantie zou je denken gaat niet, zowel mentaal als praktisch. Weer mis. De oplossing wordt gevonden in oma. Ze gaat lekker mee. De kinderen vinden het leuk en ik kan de 60 km lopen. En wel met een heldere geest. Sta er zelf ook wel eens van te kijken wat ik wat dat betreft in mijn mars heb.

Op vrijdag vertrekken we naar het eiland. De standaard file stond al klaar. Dit keer een van ruim 7 km tot de boot. Parcourskennis is wel makkelijk in dit geval. Links af en via de andere kant naar de boot rijden. Scheelt een paar km file. Al met al om 15.00 uur was ik op het eiland en namen we ons intrek in de Stayokay. Daar ontmoet je weer vele bekende lopers. Ik kan daar goed mijn verhaal kwijt. Want ja, je moet het niet opproppen. Nee, d’r uit met je verhaal. Kreeg daardoor veel respect en begrip onder de lopers en hun volgers.

De kinderen weten zich de flink te vermaken. De vriendjes van de vorige keer worden weer ontmoet. Een aantal prachtige dagen om de ellende van thuis te vergeten. Ja, zij hebben wel een mentale opdonder gekregen. Een trauma die ze gekregen hebben van de hulpverleners van hun moeder. Hoe onbeschoft een “hulpverlener” kan zijn. Al met al heb ik me staande weten te houden. En met deze voorgeschiedenis ga ik de 60 van Texel lopen.

Deze 60 km loop staat ook nog eens in het kader van de 24 uur van Steenbergen over 3 weken. Ik heb mezelf de discipline opgelegd ‘niet harder dan 6 uur en 15 min’. Op gevoel rustig blijven lopen en niet vermoeid worden tot 50 km. Als ik te hard zou gaan, gooi ik mijn glazen in voor Steenbergen. Kalm en rustig blijven.

Op de dag van de wedstrijd sta ik bij de bushalte voor de reis naar de haven. Ik heb alles bij me zodat ik evt situatie de baas kan zijn. Nog even de GPS checken. “low battery” stond erop. Shit dacht ik “opgeladen was hij toch” Een andere loper vertelde dat die dingen ook op een of andere reden leeg kunnen lopen na opladen. Het zal wel. Dit wordt dus lopen zonder GPS. Mijn voordeel is wel dat ik de 5km borden zolangzamerhand uit mijn hoofd weet bij deze wedstrijd. Een ander voordeel is dat ik de gevaren van deze wedstrijd weet. Tijdens de dagen op Texel hou ik ook de windrichting en temperatuur in de gaten. Dit ivm de te volgen voedings- en vochtintake. Kan twee methodes toe passen. De eerste: de multihour bottle, energie en electrolyten voor 6 uur, de rest bijdrinken via de posten. Of twee: Starten met een energie bottle en om de post bijvullen met water en mijn eigen electrolyten eraan toevoegen zodat ik ¾ ltr water per uur binnen krijg met voldoende electrolyten. Energie zou ik dan via de posten nemen. Ik besluit om de laatste tactiek te volgen wat ook zeer goed uitpakte.

De wedstrijd gaat van start. Rustig begin ik te lopen. Lekker ouwehoeren met andere lopers. Zou ook de gehele wedstrijd blijven ouwehoeren. Op het laatst meer met de volgers. De rest had geen fut meer. De temperatuur, die voel je nu al.

Na 5 km het strand. Nou ja, de sahara in het klein. Behendig zoek ik mijn spoor. Vaak afwijkend van de stroom lopers die voor mij lopen. Woon zelf vlak bij het strand en weet waar ik moet lopen. Zoekend naar verharde stukken en lopend op de bandensporen die net gemaakt zijn kom ik bij de vloedlijn. Hoog water, dat is bekend. En geen wind. Nu weer het juiste spoor zoeken. Waterlijn, geen optie. Te mul, te scheef en omgeploegd. Iets hoger, het schelpenspoor. Dit is beter om te lopen omdat schelpen een iets hardere ondergrond geven. Gelukkig zijn mensen kudde dieren en loopt, op een enkeling na, iedereen langs de vloedlijn.

Strand af het bos in. Gevaar nummer twee. Loopt wel lekker dat bos. Harde weg veel schaduw. Maar door de lange krachtige inspanning op het strand, wordt je afgevuurd op de verharde weg. Tempo gaat omhoog bij de meeste. Ik hou me in, we zijn nog geen 15 km ver.

Het 2de stuk strand. Dit is over het algemeen waterlijn werk, ook voor mij. Te mul, geen schelpen en veel spelende kinderen. Hier zo nu en dan natte voeten. Gelukkig droogde dit snel door het hete weer. Strand af de duinen in. Rustig loop ik verder. Aangezien ik onderweg toch nooit me kop kan houden, vertel ik de debutanten wat ze nog te wachten staat. Lekker motiverend vroeg ik of ze op school vroeger perspectief hebben getekend. Je weet wel. Zo’n horizon waar zo’n weg naar toe loopt. Een weg zonder einde. Nou, zo’n weg loop je dadelijk ook op, kilometers lang.

Het 25 km punt weet ik al van km’s afstand aan te geven. “Daar bij de bomen komt het paaltje met nog 35 te gaan” Nu nog even een flinke heuvel en dat was het onverharde voor vandaag.

Het fietspad naar de vuurtoren. Een glooiend weggetje richting de vuurtoren. En fietsers!!! Het leek wel of het halve eiland daar reed, iets wat Mikel Knippenberg al aan gaf de avond voor de wedstrijd. De zon bleef onverminderd haar werk doen. Lekker warm en geen wind. Zo nu en dan leek het wel een oven waar je doorheen moest lopen. Nu ben ik wel aardig bestand tegen hitte en heb veel kennis opgedaan door studie; hoe te lopen in hitte en dit vervolgens uitgeprobeerd. De vuurtoren nadert. Nou ja nadert. Iets ervoor recht naar beneden en dan zijn op 35 km.

Nu komen de lange kaars rechte wegen die verdwijnen in de horizon. Een van die wegen is de Lancasterdijk. Hoe zou die nu aan naam zijn gekomen. Desalnietemin is dit wel vaak mijn executieplaats geweest in andere uitvoeringen van Texel. Toen ik begon met een bijholte ontsteking. Klink nu wel iets als, valt mee. Alleen je bent na 25 km compleet leeg en loopt vervolgens als een lopend lijk nog eens 20 km. Nu niet, ik kijkt lachend naar rechts en maak daar natuurlijk weer een opmerking over.

Ondertussen loop ik nog steeds lekker en maak ik mij geen zorgen over tijd en snelheid. Ja tuurlijk, vraag ik eens na 45 km aan een andere loper hoe lang we nu onderweg zijn, maar verder mag dat geen naam hebben. We gaan Oost in. Vlak daar voor nog maar 15 km. Bij de drankpost neem ik maar eens een gelletje. Valt verkeerd. Ik besloot om daardoor maar eens een tiental meters stevig door te wandelen. Mijn benen vinden dit prettig en herstellen iets. (trukje dat ik geleerd heb bij de 12 uur van Den Haag 2010). Ik loop verder. De weg gaat naar Oosterend. Door het dorp heen en vervolgens naar Oudeschild. Steeds meer zie ik lopers uitgeblust wandelen. Ik blijf rustig lopen. Benen voelen goed aan. Oudeschild voorbij nog 5 km. Ik ga iets versnellen. Niet extreem, gewoon iets harder, soort eindschot.

Nog een laatste bocht richting finish. Maar voor die tijd, een km voor de streep, een traan over mijn wang. Toch, ja toch. Na al die ellende van thuis en het feit dat ik geregeld moest uitstappen bij voorgaande edities van de 60 van Texel, lukt het me om de zwaarste uitvoering van de 60 van Texel tot een goed einde te brengen. Ik kom over de finish, ik buig voorover en spreek de woorden “mentaal niet te kraken”.

Dat deze uitvoering van de 60 van Texel loodzwaar was bleek wel aan de hoeveelheid uitvallers, 224 finishers (binnen de limiet) op de 60 km van de 343 gestarte.

Vochtintake was bijna 5 ltr. De day after waren de benen iets vermoeid maar met weinig tot geen spierpijn.

Hennie van Velzen
(jolhen <> kabelfoon.nl)

Noot van de redactie: lees op UP ook wat pacers als Hennie doen bij de grote stadsmarathons http://forum.ultraplatform.nl//viewtopic.php?p=3797#p3797