Voorafgaand aan mijn vakantie van dit jaar in Oostenrijk was ik vast van plan om mee te lopen in de Karwendellauf. In de weken voorafgaand kwam ik eigenlijk niet aan genoeg kilometers, en vooral te weinig lange trainingen, maar na een hoop twijfel heb ik uiteindelijk toch op vrijdag maar een startnummer opgehaald voor de loop.
En zo loop ik dan op zaterdagmorgen om half vijf als stilletjes het hotel uit en door een donker en verlaten Seefeld. Aan de rand van het dorp tref ik een aantal andere deelnemers die wachten op de pendelbus naar de start in Scharnitz.
Na een kort busritje komen we aan in Scharnitz en kunnen we ons klaar maken voor de Karwendelmarsch of Karwendellauf, een tocht van 52 km voor hardlopers en wandelaars door het Karwendelgebergte van Scharnitz naar Pertisau met bijna 2300 hoogtemeters (nur bergauf !, waarschuwt de organisatie), maar aangezien de start en finish op nagenoeg dezelfde hoogte zijn (ca 900 meter boven zeeniveau). Zullen we ze ook naar beneden af moeten leggen. Onderweg passeren we dus een aantal beklimmingen, met en maximale hoogte van ruim 1900 meter.
Als om 6.00 uur in het donker het startschot klinkt regent het. Nou schijnt dat een gewoonte te zijn tijdens deze wedstrijd, want de aflopen 4 jaar heeft het altijd geregend tijdens de Karwendelmarsch. Een keer begon het zelfs te sneeuwen, waardoor de deelnemers die op dat moment de post op 35 km nog niet gepasseerd waren daar van het parcours zijn gehaald. Al na 10 minuten lopen we in de bergen terwijl het langzaam licht wordt, de eerste klim is ondertussen begonnen. Deze klim loopt over een breed pad met een soort grind langzaam omhoog, met een klein dribbelpasje is deze klim voor het grootste gedeelte goed te lopen. Op 9 km is de eerste verzorgingspost, daarna wordt het op weg naar de 2e verzorgingspost op 19 km steiler, maar nog wel steeds op brede paden. Na deze post is het ruim 5 km dalen, en gaat het parcours tot mijn volle tevredenheid meer over smalle bergpaadjes. Omdat het nog steeds af en toe regent is deze natte afdaling een prima test voor mijn nieuwe “trailmaatjes” (in gewone mensentaal schoenen, voor geïnteresseerden de Salomon 3D ultra, en tot zover de commerciële berichten). De test verloopt uitstekend, ik kan prima afdalen zonder de berg af te donderen.
Na de afdaling is er ruim 24 km afgelegd en ben ik zo’n 3 uur onderweg. Vooraf had ik ingeschat zeker 8 uur onderweg te zijn, dus daar zit ik nu nog ruim binnen, maar ik heb me al te vaak rijk gerekend in een trailrun om weer in deze mentale val te trappen.
Eventjes is het vlak, maar gelukkig gaan we weer snel klimmen. Na een klim van enkele kilometers is er de volgende verzorgingspost. De posten zijn prima verzorgd, met gebruikelijke producten als water, thee, mueslirepen en bananen, maar ook brood met kaas, soep (bosbessensoep…) en Holundersaft. Ik heb geen idee wat het is, maar het smaakt prima. Later blijkt dat het vlierbessensap is.
Hierna volgt een prachtig stuk, dalen langs over een keien- en steenvlakte met daartussen de markeringen en rechts een hoge steile bergwand waarvan je je wel nietig moet gaan voelen. Het volgende herkenningpunt is de Engalm na 35 km; wandelaars kunnen op deze post finishen als ze niet verder willen en na een bepaalde tijd mag je hier niet verder.
Met twee anderen; een Oostenrijker en een Oostenrijkse, begin ik aan de laatste klim. Hij komt hier uit de buurt en weet te vertellen dat we nu ruim 600 hoogtemeters voor onze kiezen krijgen in minder dan 4 kilometer. Zij denkt er het hare van en ik weet zeker dat het pijn gaat doen, want het vervelende is dat het niet zo steil begint dus dat belooft…. Langzaam wordt het steiler en smaller. Als we op een geitenpad lopen gaat zij voorop van steen naar steen, bochtje of struik. Wij volgen voor zover we kunnen, ik heb geen idee waar ze met haar dunne benen de kracht vandaan haalt. Ondertussen is het droog geworden en is de zon zelfs gaan schijnen. Als ik even achterom kijk zie ik de wolken onder ons in het dal.
En dan ineens staan we op het hoogste punt, we genieten even van het uitzicht en vanaf hier nog 12 km en alleen nog maar dalen (bijna 1000 meter). Zij huppelt vrolijk de berg af en ook hem kan ik niet volgen, mijn bovenbenen vinden het zo langzamerhand wel mooi geweest. We passeren een hut waar een man buiten staat die sterk lijkt op de opa van Heidi, maar dat zal vast mijn verbeelding zijn. Na een aantal kilometers steile afdaling door de modder en stenen gaan de laatste 8 km over een breder pad, mijn Oostenrijkse medegezellen van de klim lopen in de verte voor me. Hier is het pad breder en zacht dalend. De laatste kilometers gaan zelfs over asfalt.
De organisatie doet een laatste poging het moraal van de deelnemers te breken; Aan het begin van Pertisau (finishplaats) wordt het parcours aangegeven met bordjes waarmee bij het langlaufen en biathlon de banen worden aangegeven, waardoor het lijkt alsof achter elke bocht de finish ligt. Laat ze nou echter heel veel van deze bordjes hebben en ook genoeg bochten, want de laatste twee kilometer wordt geflankeerd door deze borden. Helemaal gesloopt bereik ik uiteindelijk de finish. In de tent na de finish is weer genoeg verzorging om weer op krachten te komen. Als ik even later met een biertje (alcoholvrij!!) aan de rand van de Achensee zit met mijn benen in het koele water denk ik alleen maar: Es war eine geile Laufveranstaltung.
Jean Antoin van de Rijzen
NB. Redactie (Henri Thunnissen): Jean Antoin van de Rijzen liep een tijd van 8.47.43. Naast Jean Antoin deden er nog 3 Nederlanders mee: Annekarlijn en Ralf de Rijcke en Helma van Wezel. Voor alle 3 hun eerste ultraloop.