Parsley, Sage, Rosemary and Thyme

André Boom in de Hardmoors 60 mijl: “De trap gaat steil omlaag, richting het water. Maar ik zie geen einde aan de opeenvolging van onregelmatige treden, de bundel van mijn hoofdlamp reikt niet ver genoeg. Eindelijk, na een eeuwigheid, ben ik beneden.”

En weer een mooie buitenlandse ultraloop! En weer de Cleveland Way. En weer de laatste loper! En weer genoten! En weer de officiële finish niet gehaald! En weer zeg ik, dat geeft niet, want mijn finish lag na ruim 81 kilometer (50,4 miles) in Scarborough. En die heb ik wel gehaald. Alles is relatief.

Scarborough, badplaats aan de Engelse oostkust, waar ik een prima en gastvrij onderkomen had gevonden in het St. Michaels Hotel. Toepasselijker kan het niet zijn, want de Hardmoors 60 miles van dit jaar vond plaats op 29 september, de naamdag van St. Michael.

Scarborough, september 1973, 19 jaar oud. Op mijn eerste zeereis, een tocht naar de Shetland eilanden met het opleidingsvaartuig Prinses Margriet, liep ik de eerste wacht. Aan bakboord was het vuur van Flamborough Head al voorbijgeschoven. Vaag waren in het maanlicht de contouren van de honderd meter hoge kliffen te zien. Schuin voor ons doemden de tintelende lichtjes van Scarborough op. In de harde wind hing ik over de brugvleugel en ademde de frisse zeelucht in.

Scarborough, september 2012, 58 jaar oud. Behoedzaam volg ik de smalle singletrack langs de steile kliffen. Zo smal dat ik voetje voor voetje moet plaatsen. Rechts van mij ruist het hoge gras in de wind, en links, ruim honderd meter in de diepte, ruist de zee. Er is niemand meer achter mij. Mijn mobiele telefoon is uitgevallen. Condenswater. Een uur geleden ben ik over de rotstrappen van Hayburn Hyke geklauterd, een donkere tunnel onder de bomen, via ruwe steentrappen honderd meter steil omlaag naar het strand en weer omhoog. Gelukkig zijn er hier en daar houten geleiderails aangebracht en geven de boomstammen wat houvast. Voorzichtig, rustig, niet uitglijden. Mijn schoenen hebben een totaal ongeschikt profiel voor de gladde natte rotsen, ze zijn bedoeld om grip te geven in de modder. Handig bij Olne-Spa-Olne, maar niet hier. De trap gaat steil omlaag, richting het water. Maar ik zie geen einde aan de opeenvolging van onregelmatige treden, de bundel van mijn hoofdlamp reikt niet ver genoeg. Eindelijk, na een eeuwigheid, ben ik beneden. Een zwart stenenstrand. En dan weer omhoog, trede na trede, soms wel een halve meter hoog en schots en scheef. Dan ben ik boven en vervolg mijn weg, het bos uit. De volle maan licht boven zee en schuin voor me zie ik de tintelende lichten van Scarborough. Na het bedompte bos adem ik de frisse zeelucht in.

Langzaam, veel te langzaam komt Scarborough dichter bij. Ben meer dan twaalf uur onderweg nu. De ‘sweeper’ is me zojuist gepasseerd en heeft mij met een vriendelijke groet en ‘are you OK’ aan mijn lot overgelaten. Bij elke rotsachtige afdaling aarzel ik. Bang om te vallen, hier in mijn eentje. Het schiet niet op. Telkens opnieuw zinken alle lichten van Scarborough weer weg achter de volgende in het donker opdoemende heuvelrug. Om boven op de top daarvan weer te voorschijn te komen, ietsje helderder, ietsje gedetailleerder. Midden in die zee van lichtjes draait een reuzenrad met rode, gele en blauwe knipperlichten. Een kermis, Scarborough Fair! Ik moet denken aan de oude ballade met diezelfde naam, zo mooi vertolkt door Simon & Garfunkel. Het gaat over een jonge man die zijn vroegere geliefde opdraagt om een aantal onmogelijke taken te verrichten. Alleen als ze deze taken tot een goed einde brengt zal hij haar weer tot zich terugnemen.

Mijn ‘onmogelijke’ taak van vandaag is het halen van de cutoff time in Scarborough: 21:30 stipt. En daarna ook nog die in Filey: 00:30. Zesennegentig kilometer, 3500 hoogtemeters moeten in 16 uur gelopen worden. Als ik die geliefde uit de ballad was geweest zou ik niet teruggenomen zijn. Want ik bereikte Scarborough te laat en liep zodoende geen 96 maar 81 kilometer. In dertien uur. Mijn vermoeidheid was ik al lang te boven en ik had best nog wel door kunnen gaan. Toch was het ook een opluchting om zo vlak bij het hotel er uit te kunnen stappen. Het parcours was in het donker en met vermoeide geest en benen gewoon veel te riskant geworden. Bovendien had ik kou gevat.

Maar wat waren die 81 kilometers die ik wél gelopen heb een sensatie! De uitzichten over zee, de hoge winderige paden langs de randen van de kliffen waarvan de hoogste, Boulby Cliff, 203 meter uit zee oprijst – slechts een meter verwijderd van een val in de diepte. De schilderachtige plaatsjes vol van levendige herinneringen aan vissers en smokkelaars (wat denk je van een naam als Robin Hood’s Bay). De ruïnes van Whitby Abbey, de volle maan die ‘s avonds plotseling oprees uit zee, de diepe beekkloven (steile inhammen) met hun krankzinnige rotstrappen.

Op zich ging het lopen prima. Niet snel genoeg, maar wel stug door. Geen inzinkingen. Door gebruik te maken van de mogelijkheid van dropbags had ik een niet al te zware rugzak, hoewel de knietjes behoorlijk pijn gingen doen door het trappenlopen.

Het was heerlijk weer, ‘fine, cloudy and clear but breezy’ met een temperatuur tussen de 12 en 14 graden. Het parcours is niet erg technisch, behalve de beekkloven dan. Ondanks dat is het zwaar doordat er voortdurend over smalle, horizontaal zowel als verticaal slingerende trails gelopen wordt over gras, grind en los zand (34% uitvallers zegt genoeg).

De 140 (uitsluitend Engelse) loopcollega’s en de ‘marshals’ waren vriendelijk en voorkomend. Zoals je van Engelsen kunt verwachten. En het full English breakfast de volgende ochtend was fenomenaal.

Dat ik dit jaar een aantal buitenlandse ultra’s niet heb uitgelopen doet me niet zo veel. Als je de lat hoog legt moet je er rekening mee houden dat je er niet altijd overheen komt. Ik denk dat de reisinspanningen (vrijdag de hele dag reizen, ‘s avonds arriveren, zaterdagochtend om vier uur op en dan de hele dag lopen ook een rol spelen. Maar wat er ondanks het niet uitlopen van de hele afstand aan belevenissen en herinneringen overblijft maakt dat ene kleine gemis meer dan goed.

Are you going to Scarborough Fair?
Parsley, sage, rosemary, and thyme;
Remember me to one who lives there,
She was once a true love of mine.

André Boom