Moerstraten-Athene-Sparta-Moerstraten

Jan Suijkerbuijk: “Mijn vrouw vliegt mij om de nek, een bijzonder moment. Met de Nederlandse vlag om mijn nek loop ik naar Leonidas. Ik kus de voet en de tocht is voltooid, een onbeschrijflijk gevoel, het is niet uit te leggen, dat moet je ervaren.”

Moerstraten is het vertrekpunt van de vele trainingen als voorbereiding op de Spartathlon. Voor degene dit nog nooit van het dorpje van 600 inwoners gehoord hebben: het ligt in de driehoek Roosendaal – Bergen op Zoom – Steenbergen( en Steenbergen is natuurlijk de plaats waar in 2013 het WK 24 uur gehouden wordt). Na twee mislukte Spartathlons in 2009 en 2010 wilde ik het toch nog eens proberen om Sparta te halen. In al die jaren dat ik aan ultralopen doe maakte ik de schema’s altijd zelf en was ik ook met de resultaten dik tevreden. Maar de Spartathlon eist toch ’n andere aanpak dus zocht ik contact met Ed van Beek of hij mij verder kon helpen van hoe ik mij het beste kon voorbereiden. Ed was heel duidelijk met zijn verhaal, ik trainde toch te weinig en ik voelde de bui al hangen, er moest vaker en meer kilometers gemaakt worden.

In januari begonnen we met mijn doel de finish in Sparta halen. De eerste weken moest ik behoorlijk wennen aan de omschakeling want deze kilometrages was ik niet gewend. De voorbereiding voorliep echter voorspoedig en de hele JKM met Pasen zou de eerste test worden. Maar zoals je vaker hoort verloopt niet elke voorbereiding vlekkeloos dus ook die van mij niet. Daags voor de JKM loop ik een blessure op aan mijn scheenbeen door een stom bedrijfsongevalletje, weg JKM, weg Spartathlon? Gelukkig dat laatste niet, maar het schema moet wel even in de ijskast. Zes tot acht weken loop ik weken van 20 tot 40 km per week met pijn en stijfheid aan het scheenbeen. Eind mei loop ik eindelijk pijnvrij en ook de stijfheid verdwijnt gelukkig. Het opbouwen naar de Spartathlon kan weer beginnen. De trainingen gingen goed en als er weer ’n nieuw schema binnen kwam werden die ook Spartaanser.
Het contact met Ed verloopt prima en het eind punt van de voorbereiding komt in zicht.

Tijdens het warme weekend half augustus valt precies mijn zwaarste trainingsweekend, een prima test voor de Spartathlon. Donderdag voor vertrek naar Griekenland neem ik samen met mijn begeleiders( mijn vrouw, zus en vriend) het hele plan voor de wedstrijd door, alles is geregeld. Op maandagochtend vertrekken we richting Athene, helaas zonder mijn vrouw die mij uitzwaait. Even leek de Spartathlon voorbij, door het plotseling overlijden van een tante van mijn vrouw in het weekend was het even twijfelachtig, maar ik besluit toch te gaan en mijn vrouw blijft in Nederland voor de begrafenis. Dezelfde maandag wordt gezocht of het mogelijk is mijn vrouw alsnog naar Athene te krijgen. Ze zal vrijdagochtend vroeg naar Athene vliegen en met de taxi naar Korinthe gaan.

Op dinsdag gaan we met de auto naar de klim van de Sangaspas kijken, ook het stuk er voor wordt verkend, een klim die veel besproken is tijdens de Spartathlon bijeenkomst dit voorjaar, maar ik had hem nog nooit bereikt, laat staan gezien. De resterende dagen doe ik wat korte duurloopjes en relax ik wat rond het zwembad bij het hotel. Woensdag meld ik mij in het London Hotel waar de organisatie zit voor het af halen van het startnummer. Donderdag worden de bidons gevuld met energiedrank in poedervorm om deze bij elke post bij te vullen met water. Tijdens de wedstrijd zal ik ook buiten de energiedrank ook nog elk uur ’n energiereep nemen, en natuurlijk veel water drinken.

Tijdens de briefing wordt wel duidelijk dat het de eerste dag heel warm( 33-36 graden Celcius) zal gaan worden en dat de tweede dag iets koeler wordt ( 28-30 graden) met wat wind, gelukkig geen regen tussendoor. Met deze gegevens, waar de mens gelukkig geen greep op heeft, gaan we terug naar ons hotel en nemen nog even wat dingetjes door. Ik lig die avond vroeg op bed al slaap je natuurlijk maar heel weinig zo’n nacht voor de Spartathlon. Om 5 uur gaat de wekker, ik bel nog even met mijn vrouw die reeds onderweg is naar Schiphol voor haar tocht naar Sparta. Ik drink nog even een bekertje thee en eet een eierkoek met suiker. Ik maak me verder gereed voor vertrek met de bus richting de Acropolis.

Bij de start is het al aardig druk aan het worden. Ik praat nog even met mijn twee begeleiders die mij zullen bij staan onderweg. Plotseling valt het startschot en zijn we onderweg richting mijn doel: het beeld kussen van Leonidas. De temperatuur ligt rond de 24 graden. De eerste uren loop ik rustig mijn eigen tempo, dat heb ik geleerd van de vorige twee keren, dat ik me niet gek moet laten maken door andere deelnemers, je eigen race lopen
De temperatuur loopt snel op en halverwege de dag is het 35-37 graden. Ik probeer zoveel mogelijk te drinken en te eten, zeker onder deze omstandigheden. Na 5 uur moet ik het voedingsplan voor deze wedstrijd lossen en omdat ik wil voorkomen dat het mis gaat schakel ik over op Cola drinken en veel water. Mijn zout vul ik aan met bouillon. Om koel te blijven pak ik bij elk CheckPoint sponzen en waar mogelijk ijs voor in mijn nek. Koelen, koelen en nog eens koelen is misschien nog wel het belangrijkste in deze periode van de wedstrijd en natuurlijk de eerste limiet op 81 km zonder al te veel problemen halen. Ruim op tijd haal ik dit CheckPoint 22. Ondanks dat het de bedoeling was bij deze post niet te stoppen neem ik toch de tijd om met ijs mijn hoofd te koelen. Op dat moment zie ik Wilma en Erwin aan komen lopen zonder startnummer, beide zijn bij 70 km uit de wedstrijd gehaald vanwege tijdsoverschrijding.

Al snel wordt het duidelijk dat er reeds veel deelnemers door de warmte de wedstrijd hebben gestaakt. Na een kleine 15 minuten rust ga ik weer verder, het lopen gaat goed alleen de warmte is nog niet uit mijn lijf. Gelukkig gaan we wel naar de avond en nacht toe en daalt de temperatuur langzaam en verdwijnt de zon. In de nacht gaat het lopen steeds beter en loop ik even samen met een Italiaan op die reeds voor de 4e keer deelneemt en zegt dat het zijn laatste keer wordt na 3 mislukte pogingen. Ook ikzelf ben aan mijn laatste poging bezig zeg ik en we praten over het niet starten van de winnaar van de laatste twee edities, de Italiaan Ivan Cudin. Dat is eigenlijk het enige contact met een medeloper tijdens de wedstrijd. Het is een wedstrijd die je eigenlijk alleen loopt.

De Sangaspas nadert, het zwaarste punt van de wedstrijd. De klim is moeilijk en je moet erg goed kijken waar je je voeten weg zet. Na 45 minuten bereik ik de top. De afdaling is met de vele losse stenen misschien nog lastiger. Of komt het door het geen ervaring hebben met het lopen op dit soort terrein? Nu volgt er even een iets vlakker stuk en bij de volgende verzorging waar mijn begeleiders staan spreek ik met de Belgische loper Stefaan D’Espallier. Hij eet wat spaghetti en ik vraag hem hoe hij dat nog weg krijgt, het antwoord is simpel zegt hij ‘mond open en er in stoppen’, ik had het kunnen weten.

Langzamerhand word het weer licht, in het dal hangt wat nevel en het voelt zelfs wat fris aan.
Om te lopen is het nu ideaal en er valt nu tijdwinst te boeken voor de zon weer achter de heuvels te voorschijn komt. Gelukkig loopt de temperatuur niet zo hoog op als gisteren en er staat wat wind. De weg richting Sparta loopt licht omhoog en er moet gewandeld worden om later als het weer naar beneden gaat te kunnen hardlopen. Nog 25 km te gaan, ik heb nu voldoende tijd gewonnen dat als ik zou gaan wandelen het nog ruimschoots haal, maar wandelen dat wil ik natuurlijk niet. Maar net dat ik dat denk krijg ik plotseling steken in mijn lies, dat wandelen gaat wel maar hardlopen is erg pijnlijk. Na 3 km wandelen heb ik even contact met Ed van Beek die thuis alles volgt en het advies geeft toch wat te dribbelen en hopen dat het dan minder wordt.

Het lopen gaat gelukkig beter en hoe dichter ik bij Sparta kom hoe makkelijker het gaat. Nog 2 km, het is haast niet te geloven dat ik er nu bijna ben, er staat iets ongelofelijks te wachten. Vlak voor mij finishen 2 Grieken, de Spartanen gaan helemaal uit hun dak, ik zelf word ook gedragen door het geweldige publiek. Mijn vrouw komt aan lopen en vliegt mij om de nek, een bijzonder moment dat even samen. Met de Nederlandse vlag om mijn nek loop ik richting het beeld van Leonidas. Ik kus de voet en de tocht is voltooid, een onbeschrijflijk gevoel is dat, het is niet uit te leggen, dat moet je ervaren.

Met een tijd van 33.49.03 ben ik op een 35e plaats gefinisht van slechts 72 lopers die Sparta weten te halen. Met slechts 23 % is dat het laagste percentage finishende lopers ooit, het was zowaar een slagveld maar gelukkig heb ik deze slag gewonnen door de eindstreep te halen.
Door de medische staf worden mijn voeten gewassen en in een soort van jodium badjes gedaan, mijn grote tenen hebben alle kleuren van de regenboog en de nodige blaren maar dat heb ik er voor over. Terug in het hotel beginnen de benen stijf te worden en zijn de paar treden omhoog haast zwaarder dan de hele Spartathlon. Na een lekkere douche en wat napraten tijdens het eten gaat het lichtje uit. Moe, heel moe val ik in bed om de hele nacht bijna niet te slapen, te moe? Of misschien steeds de wedstrijd terughalen?

De volgende ochtend weer terug richting Athene, de eerste 50 km zijn gelijk aan de laatste 50 km van de Spartathlon, leuk om nog even wat herinneringen op te halen. Ook stoppen we nog even bij de klim van de Sangaspas en in Oud Korinthe, heel bijzonder allemaal. Op maandagavond naar de slotceremonie voor de prijsuitreiking. Diversen Nederlandse en Belgische lopers zijn er ook. Tijdens een ontmoeting met Léonie praten we over onze prestaties en hoe geweldig het is de finish te halen, maar de prestatie van haar vind ik van wereldklasse. Léonie, nogmaals van harte gefeliciteerd met de bijzondere prestatie die je geleverd hebt!

Het is een gezellige avond en na afloop nog even op de dansvloer en dan leek het of niemand meer de pijn voelt van zijn inspanning van enkele dagen geleden. De volgende ochtend alweer vroeg op richting het vliegveld voor onze vlucht van 8.30 uur richting Brussel. Het einde van het verhaal dat Spartathlon heet komt in zicht denk ik dan, maar dat is niet helemaal waar. Bij thuiskomst is de hele tuin versierd en zelfs de buren hebben de vlag uit. Een heel ontvangst- comité heet mij welkom, dat kun je wel over laten aan de familie Suijkerbuijk waarvan 6 van de 7 broers/zussen loopgek zijn. Het is gezellig druk, en direct staan er al 2 fotografen op de stoep voor hun stukjes voor website of krant. Het is geweldig, je hebt zelf eigenlijk nog geen besef wat het met je doet maar dat is nu 2 weken later natuurlijk wel gekomen.

Voor ik het verhaal afrond wil ik natuurlijk mijn vrouw bedanken voor haar geweldige steun tijdens de voorbereiding en tijdens de Spartathlon, zonder haar was het haast onmogelijk geweest om deze ‘spartaanse’ voorbereiding te doen. Vele kilometers heeft zij meegefietst en alles stond in het teken van de Spartathlon dit jaar. Bedankt. Want mede-ultralopers zonder het thuisfront zouden we nooit ultralopers zijn.
Ook dank aan mijn zus Joke en vriend Theo voor de begeleiding tijdens de Spartathlon en aan Ed van Beek voor de geweldige samenwerking die tot het doel had in Sparta aan te komen.
Iedereen bedankt voor de bloemen, kaarten, smsjes, mailtjes die ik mocht ontvangen bij thuiskomst in dat dorpje Moerstraten.

Vriendelijke sportgroet,
Jan Suijkerbuijk
(jhmsuijkerbuijk home.nl)

NB. Noot redactie (Henri Thunnissen): De binnenkomst van Jan is te zien op het volgende filmpje, kijken vanaf ca. 12.40. Jan komt binnen na een paar Grieken, waardoor er maar een relatief kort stukje film van hem is, maar zeker de moeite waard. http://www.youtube.com/watch?v=fukiW1qXStY&feature=related