The Caribbean double

Albert en Manon Meijer liepen 2 marathons: “In Miami hebben we genoten van de maffe dingen die je in de States kunt zien, zoals een bull-terrier met een Eastpack-rugzakje. Er was zelfs een kraampje met alleen maar kleding, brillen en petjes voor honden.”

Op 15 januari werden we (Manon en ik) om 5.30 uur door de taxi opgehaald. Het was net begonnen met sneeuwen en de weg was spekglad, zodat de taxi over de Boslaan zwabberde. Daarna waren de wegen gelukkig beter begaanbaar. Toen we op Schiphol zaten te wachten, zagen we opeens een haas door de sneeuw over het platform rennen. Ik moest meteen denken aan de film Collateral waarin in de stad midden in de nacht ineens een vos oversteekt. Voor de vlucht werd vanwege de winterse omstandigheden het vliegtuig gede-iced en dat was het laatste dat wij van de 2 winterweken zouden zien. Aangekomen op de luchthaven van Nassau werden we verwelkomd door een band, waardoor we meteen in de Caribische sferen terecht kwamen.

De door ons gehuurde cottage in Cable Beach was mega (134 m2), met alles er op en er aan. We hadden o.a. een mooie patio waar we ’s avonds heerlijk konden bijkomen van de dagelijkse activiteiten. We zaten direct aan het (privé)strand en er was tevens een mooi zwembad. Het uitzicht over het prachtige blauwe water met in de verte zij-aan-zij een viertal grote cruiseschepen, die in deze regio af en aan varen. De dagen voor de marathon hebben we nog enkele keren een stukje getraind in een rustige woonwijk met bijna uitsluitend schitterende huizen. Tevens hebben we een aantal highlights bezocht/bekeken, zoals Paradise-Island (met naast de spreekwoordelijke Bountystranden (met mooi helderblauw water van 25C !) ook Atlantis (een enorm complex van sprookjesachtige hotelgebouwen en een megawaterpark) en een havengebied (met leuke winkeltjes, mooie jachten en vele restaurants) en Down-Town (het centrum van Nassau met vele historische plekjes en gebouwen.

Hier zagen we ook de 2 bruggen (één ervan zijn we nog overgewandeld en dat was al zwaar) die we in het begin van de marathon voor onze kiezen zouden krijgen. Deze lopen van Nassau naar Paradise-Island en andersom en zijn waanzinnig steil, omdat ze vanwege de scheepvaart over een korte afstand een flinke hoogte moeten bereiken. Toen we een keer het strand van Paradise-Island verlieten, probeerde een taxichauffeur ons ondanks onze sportieve kleding over te halen met de woorden “walking is overrated”. Als openbaar vervoer (taxi’s waren heel duur) reden er kleine (soms propvolle) busjes waarin je voor slechts $ 1,25 p.p. naar Nassau kon rijden. De chauffeur bepaalde de (soms keiharde) muziekkeus, zodat we de ene keer in een reggaebus (deze chauffeur reed als een dwaas) reden, de andere keer in een rapbus en weer een andere keer in een gospelbus (die had voor ons niet gehoeven). We kwamen ook een keer in de file en toen zei de chauffeur (ik zat naast hem) “we take the shortcut”. Een paar straten verder kwamen we op een nog drukkere weg met om de 25 meter een (pittige) drempel. De chauffeur en ik keken elkaar aan en vervolgens kwamen we niet meer bij. Een dag voor de wedstrijd gingen we naar de Expo om onze spullen op te halen en na een weekje relatieve rust (immers wel veel gewandeld en toch ook wat gelopen) was het de volgende ochtend (20 januari) dan zover en om half 3 ’s nachts ging de wekker: ontbijt !

Daarna vanaf een naastgelegen hotel met een shuttlebus op weg naar de start met een bus vol Canadezen, waaronder 1 van zeker 150 kg, die we overigens uiteindelijk zagen binnenkomen na een halve marathon in 4.57 uur. De start was om 6.00 uur en werd voorafgegaan door het volkslied van de Bahamas en een langdurig gebed waarin The Lord bedankt werd voor de marathon (vreemd). Manon liep de halve en had het vanwege het warme weer (bij de start al 22C) zwaar, maar haar in juni geopereerde enkel gaf geen krimp. Zelf had ik na een stevige valpartij op 17 november in Leens vooral gewandeld (en in toenemende mate gejogd) met het idee om in ieder geval de medaille te pakken om zo het land te kunnen meetellen. Mede door het voor mij heerlijke warme weer had ik echter nergens last van en kwam ik in een behoudend tempo (vanwege mijn knieblessure) zowaar op het podium terecht (3e 50+), waarbij ik een megaschelp op een plank uitgereikt kreeg, die ik ook nog in 1 stuk naar huis heb weten te krijgen. De verzorging was optimaal (bijna elke mijl was er een post met minmaal water en sportdrank) en ondanks het vroege tijdstip was er toch al aardig wat volk aanwezig om ons aan te moedigen. Het parcours was afgezien van de eerder genoemde bruggen nagenoeg vlak en bestond na het verlaten van Nassau uit een heen en weer parcours langs de kustweg en dus met fraaie uitzichten. De medaille was de mooiste die ik ooit heb ontvangen, wat een joekel !

Op 21 januari hebben we de oversteek gemaakt naar Miami. Toen we met de taxi aankwamen begon de ellende, want ons appartement bleek ter beschikking gesteld te zijn aan iemand anders. Na meer dan 3 uur wachten werden we uiteindelijk naar een ander (volgens hen veel mooier) appartementengebouw gebracht dat enkele kilometers verderop lag. Ter plekke bleek dat het uitzicht (38e verdieping) weliswaar mooi was, maar dat het appartement in het geheel niet aan onze wensen/verwachtingen voldeed. Bovendien hadden we speciaal een adres uitgezocht in de straat van start & finish van de marathon. Wij eisten dan ook een appartement in het oorspronkelijke gebouw. De volgende ochtend kon hieraan gelukkig worden voldaan. We zaten op de 8e verdieping, gelijkvloers met het zwemterras (met 3 zwembaden, een jacuzzi en vele luxe ligstoelen (met kussens !) en aan de buitenrand van dit terras had je een werkelijk fantastisch uitzicht over het havengebied (met aan de kade soms wel 6 cruiseschepen achter elkaar) en de Bayside Marketplace (een half overdekt winkelcentrum, met vele terrasjes, muziek, restaurants, etc., dat ons een beetje deed denken aan de V&A Waterfront in Kaapstad), direct grenzend aan de jachthaven met prachtige jachten in alle soorten en maten. Hier hebben we regelmatig heerlijk gegeten (waarbij eenmaal een Italiaanse ober kwam vertellen dat ik een zeer charmante vrouw had, waarop Manon met een rood hoofd bijna onder tafel verdween) en genoten van de maffe dingen die je in de States kunt zien, zoals een bull-terrier met een Eastpack-rugzakje. Er was zelfs een kraampje met alleen maar kleding, brillen, petjes, etc. voor honden.

Rond de hoge gebouwen cirkelden de hele dag grote roofvogels, fascinerend om naar te kijken. Dat waren de vele “muscle-cars” en Mack-vrachtauto’s (wat zijn die van ons dan klein) trouwens ook. De volgende dag zijn we naar het Seaquarium geweest met naast de gebruikelijke dolfijnen en zeeleeuwen ook papegaaien in alle kleuren van de regen boog, flamingo’s, krokodillen (die deden geen kunstjes) èn, waar we eigenlijk voor kwamen een mega-orca van meer dan 3.000 kg. Deze deed ondanks zijn (of eigenlijk haar) enorme omvang ook salto’s, zorgde voor een enorme vloedgolf (de eerste vier rijen waren zeiknat) en tilde zelfs de trainster uit het water en liet haat paardrijden op haar rug. Tijdens een oefening van de dolfijnen slaagde een hongerige vogel er trouwens in (door met zijn kop de deksel van de visbox op te lichten en er half in te kruipen) een vis te kapen.

Op de vrijdag gingen we met een oude gele schoolbus (net als in de film) naar de Expo op Miami Beach. Daar aangekomen hebben we echter eerst een aantal uren langs het schitterende strand van South Beach gelopen, heb ik nog in de glasheldere warme (25C) zee gezwommen en zijn we terug door de Ocean Drive (ook onderdeel van het parcours) gelopen. In de Expo had ik eindelijk eens geluk. Er was precies 1 paar Kayano’s (18) in mijn maat (12 ½) en dat was voor (omgerekend) slechts € 84 van mij ! Manon had de 19-versie voor slechts € 120. Bij het ophalen van de T-shirts bleek Manon een soort van kindermaatje te hebben ontvangen, dat we slechts met de grootste moeite wisten om te ruilen, want er was immers een M besteld. Terug in de bus raakte ik nog aan de praat met een Amerikaanse veelloper (ook al meer dan 100 marathons), waarmee ik een flink aantal ervaringen heb uitgewisseld. De dagen voor de marathon hadden we regelmatig een stuk getraind langs de schitterende boulevards (heel veel pelikanen gezien) en we hadden afgesproken (omdat het Manon’s eerste na haar enkeloperatie zou worden en ik door een trainingsachterstand toch niet in goede doen was) de marathon samen te lopen.

Na weer een vroeg ontbijt was de start op 27 januari om 6.15 uur en weer was de temperatuur reeds behaaglijk 19C. Nu stonden er echter zo’n 25.000 lopers aan de start (inclusief) de halve marathon. Ook bij deze wedstrijd was de verzorging weer super, na de 3e mijl was er elke mijl een post met van alles en nog wat. In de 2e helft was er zelfs een keer bier en een keer koffie en verder allerlei soorten fruit. Dit was aan ons allemaal niet besteed, wij doen het op sportdrank en water. Dat laatste gooiden we ook veelvuldig over onze pet, zeker toen de zon doorkwam. Manon (die nu eenmaal niet zo van warmte houdt) zat er na de halve reeds flink doorheen en zag er na verloop van tijd (door de vele bekers water over haar hoofd) uit als een verzopen kat die aan een wet T-shirt contest meedeed. Toen we op een gegeven moment langs een kerk liepen, stond de pastoor (o.i.d.) met zijn kwast wijwater te smijten, leuk ! Ondanks het vroege tijdstip was het publiek massaal op de been en waren er vele bandjes langs de kant. Vele malen vroeg ik mij weer eens af waarom zoveel mensen naar New York gaan (tweemaal zo duur, koud weer, 3 uur van te voren in het startvak, wat een lol), terwijl je hier langs schitterende boulevards en talloze palmbomen lekker in het zonnetje loopt en na de wedstrijd niet meteen staat te verkleumen. Ook hier weer een zeer fraaie medaille trouwens.

Terug op het werk verklaarde mijn baas me voor gek dat ik (terwijl het stadion aan de overkant van de straat was) geen bezoek had gebracht aan een wedstrijd van de Miami Heat (NBA), want dan had ik Lebron James in actie kunnen zien. Maar ja, als je allebei niets met basketball hebt……….

Albert Meijer