De Monschauer Ultramarathon

Rudy Van Daele blikt terug op zijn 200ste wedstrijd.

4h45. De wekker gaat. Vroeg opstaan in een plaatselijk hotelletje voor een ultramarathon: de 56K in Monschau die om 6h vertrekt. Ik ben iemand die zo lang als mogelijk slaapt, en ik begin (wijdverspreid) de reputatie te krijgen om telkens op het laatste moment aan de startlijn te komen.

Het wordt iets bezonders! Er zitten (nauwelijks) 950 positieve hoogtemeters in , dus dat is het niet . Het wordt mijn 200ste marathon of ultraloop vandaag.

9°C is niet warm, en ik ben voor mijn doen warm gekleed met drie lagen. Het zonnetje komt er door en na de eerste lus , waarbij we de hoogste top met zicht op de vallei krijgen kunnen we de marathon beginnen. Over het algemeen loopt de marathon vrij gemakkelijk , maar er liggen toch een aantal stukken in om “U” tegen te zeggen, en waar lopen nog nauwelijks mogelijk is; Ik kom vrij ontspannen aan (gemiddelde hartslag van 144 waarbij ik vrijdag mijn PR op 10K liep in 37’20” en 163 gemiddelde hartslag) en wordt hier waarachtig nog 3e 50+. Er zat beter in, maar rugpijn liet het tempo drukken. Heel tevreden!

Even nadenken waar we staan :60 ultramarathons en 140 marathons. In mijn onmiddellijke omgeving ken ik al minstens 30 mensen die meer dan 150 marathons liepen. De tijden willen wel eens varieren : mijn eerste marathon liep in (eerste editie) Visé 1999. Het was toen 30°C en zonnig en ik kwam in problemen vanaf 25K. Dan duurt een marathon nog lang! Ik kom aan in 4h02. In IFF (eerste editie) wilde ik de warmte vermijden, maar weerom 25°C maar in 3h40.

Twee marathons in het eerste jaar? Drie in het tweede jaar, vijf in het derde jaar, alsof ik de priemgetallen achterna ging. Vanaf 2001 wordt de afstand iets langer met ultralopen . Eens een 6uur , een 100K , een 24uur. Waarom geen marathon op piste : de marathon in Schaarbeek in 105 ronden.

Uiteindelijk liep ik in 2008 mijn record op de marathon in 2h57’13”. Later dat jaar voor het eerst (in 10 jaar lopen) geblesseerd aan de hamstring en 2009 en 2010 worden magere jaren, maar toch blijf ik marathons/ultra’s lopen. Al bij al ca 4200-4600 km per jaar.

2011 wordt de langzame heropstanding en in 2012 loop ik 24 afstanden van marathon of meer. 2013 ziet er niet minder uit.

Sinds 2012 komen er nog (ultra)trails bij : hossen door het bos op smalle bospaden op afstanden van 50 à 80km, en dat allemaal in voorbereiding van de Chiemgauer , een bergloop van 100K en 4400 positieve hoogtemeters in de Duitse alpen. Vertrek om 6uur , en aangekomen 15 uur later net voor het (compleet) donker wordt.

Dit jubuleumjaar liep ik dus de 15e keer (alle) Visé (en vermoedelijk ook 15e keer (alle) IFF), alle edities van Brussel waar ik telkens beter liep dan verwacht.

De Chiemgauer was mss nog niet de limiet. Deze limiet bereikte ik in dit jaar in de Madeira International Ultra Trail, met 6600 +m en 116 km. Ik liep er 27 uur op, zonder enige opname van eten , en de helft van de tijd in het donkere . Ik wil onmiddellijk opnieuw starten !

Volgend jaar waarschijnlijk de Lavaredo in de Italiaanse Dolomieten , een trail over 120K en 6000 +m.

Er zijn meer uitdagende wedstrijden , waar ik jammer genoeg niet voor geschikt ben, maar dromen mag. De UTMB , dé ultratrail nabij de Mont Blanc met 10.000+m en 160 km, en dé wedstrijd aller tijden : de spartathlon.

Ik laat het niet aan mijn hart komen . Ik ben nog jong 😉 , dus zolang ik kàn lopen zal ik Visé en IFF blijven lopen.

Op naar nummer 300 in 2018?