Verslag Brocken Challenge 2014

André Boom: “Om meer grip te krijgen trok ik mijn Yaktrax (sneeuwkettingen) aan en gebruikte ik mijn loopstokken om mijzelf omhoog te duwen in de ‘Langlauf’-stijl. De sneeuwval werd intensiever en de wind trok aan.”

Toen ik, ’s nachts voor de start, in de Reiterhof te Kehr (een manege ergens op een heuvel boven Göttingen) lag te woelen in mijn slaapzak waren er vier dingen die mij uit mijn slaap hielden. Het vooruitzicht van een ultra van 80 kilometer door de Harz, finishend op de top van de Brocken. Het getrippel van muizenpootjes. Het koor van snurkers. Het oncomfortabele gevoel in mijn rechtervoet.

Wat betreft het eerste: ik heb deze ultra, de Brocken Challenge, al vier maal eerder gelopen. Bovendien zullen de omstandigheden dit jaar, met zijn zachte winter, niet erg zwaar zijn. Weinig sneeuw, nauwelijks vorst, hooguit wat storm op het plateau (‘Orkanartigen Windböen am Brockengipfel’). Van muizen ben ik niet bang zolang ze niet in m’n slaapzak kruipen. En snurken? Ik had oordoppen bij me en volgens mijn vrouw snurk ik zelf ook. Maar dan dat laatste punt. Die enkel. Op 1 januari zwaar verstuikt tijdens het omlaagrennen van de Haarlemse ‘Brocken’: de Brederodeberg. Met zijn 45 meter het hoogste punt van Kennemerland. Ter vergelijking: de Brocken is met 1142 meter het hoogste punt van de Harz.

De Brocken heeft mij tot vier maal toe niet weten te vellen, de Brederodeberg is daar echter wel in geslaagd. Het was niet mis. Een dik opgezwollen voet, een enkel als een flink kippenei. Gelukkig heb ik een bekwame fysio die me begeleid heeft en die me de juiste manier van tapen heeft geleerd (de zogenaamde ‘reminder’ methode). En zo kwam het dat ik, na vier dagen absolute rust, toch weer om de dag een stukje van zo’n 15 á 20 kilometer over het vlakke strand kon lopen. Niet helemaal pijnloos, maar uit controles bleek dat er weer een voorzichtig herstel was.

Totdat ik het op 17 januari in mijn hoofd haalde om de Dutch Coast Ultra Run by Night te lopen. Een nachtelijke strandloop van Den Helder naar IJmuiden over 75 kilometer. Naar achteraf bleek had ik toen bovendien de tape verkeerd aangelegd. De laatste tien kilometer kreeg ik een stekende pijn op de wreef van mijn voet. Het losmaken van de schoenveters hielp nauwelijks en de laatste kilometers naar de finish heb ik moeizaam wandelend afgelegd met een hele dikke voet. Naar later uit de echo bij de fysio bleek, was er een kruisband afgescheurd. Een hoofdschuddende fysiotherapeut. Beangstigende verhalen over eigenwijsheid, chronische blessures en invaliditeit. Weer een volle week absolute rust. Het was inmiddels 25 januari en ik zou de Brocken Challenge uit mijn hoofd moeten zetten.

Ja, Probeer dat maar eens. Een strandloopje van anderhalf uur ging alweer prima. Twee dagen later opnieuw. Na nog eens twee dagen liep ik zonder problemen 21 kilometer. Op 2 februari besloot ik een rondje door de polder te lopen. Over het asfalt. Dat beviel minder en de voet was weer pijnlijk. Opnieuw rust nemen. Op 5 februari weer een echo. Blijkt de gescheurde kruisband zelfs alweer voorzichtig aangegroeid te zijn! De fysio was positief, dus ik raapte alle moed bij elkaar en vroeg hem of ik het komende weekend een ‘marathon’ zou mogen lopen. Tot mijn verassing was het antwoord: ‘Ja, maar dan niet over oneffen terrein’. Oeps. De Harz. Effen? Ik zei – en dat was geen leugen: er zijn wel heuvels maar de paden zijn in het algemeen goed beloopbaar. De Brocken Challenge is eerder een landschapsloop dan een trail. Geen technische toestanden zoals in de Ardennen. Wat de BC zo zwaar maakt is de dikke laag sneeuw, maar die ontbreekt dit jaar.

En zo lag ik dus in die slaapzak te luisteren naar het gezeur van mijn enkel. De lange treinreis en het gesjouw met tassen en slaapzakken over de trappen naar de perrons hadden hem geen goed gedaan. Maar ik zou nu in elk geval gaan starten en dan wel zien hoe ver ik zou komen. Ik was nog het meest bezorgd voor de eerste 42 kilometer tot aan Barbis. Dat stuk is grotendeels vlak en het bevat veel asfalt (niet gedempt door een sneeuwlaag). Maar het ging prima. Na de start om 6 uur ’s ochtends ging het eerst bijna een uur lang licht omhoog door het donkere Göttinger Wald, dus dat was nog even opletten geblazen. Nu een misstap maken op een kei of een boomwortel zou funest zijn. Daarom ging ik opzettelijk helemaal achteraan lopen zodat ik vrij zicht op het pad voor mij had. Toen we het bos uitkwamen werd het licht, maar nu bleek de weg hier en daar glad opgevroren te zijn. Ook nu weer heel voorzichtig gelopen, een val zou het einde kunnen betekenen. Ik voelde me zo kwetsbaar! Alles ging goed en na een paar uur lopen door dorpjes en over groene (!) vlakten, en enkele keer onderbroken door een stukje bostrail, bereikte ik al om half twaalf Barbis, aan de voet van de Hochharz. De rechtervoet had af en toe een beetje ‘gepiept’, maar er was geen reden om niet aan het echte klimwerk te gaan beginnen.

Via de zogenaamde ‘Entsafter Part Einz’, een uitputtend pad dat gedurende tien kilometer langzaam stijgt van 280 naar 635 meter, bereikte ik de Jagdkopf. Op deze hoogte lagen nog veel sneeuwresten, maar met een temperatuur van dik boven nul waren deze nogal papperig (‘Matsch’) en daardoor niet erg glad. Na de Jagdkopf, waar een provisorische verzorgingspost was ingericht, volgde de ‘Entsafter Part Zwei’ naar Lausebuche. Dit is een tamelijk vlak gedeelte door imposante dennenbossen met prachtige vergezichten. Een van de mooiste stukken van het parcours. Normaal gesproken berucht om de dikke, oneffen en vaak beijsde sneeuwlaag die het lopen ernstig bemoeilijkt. Maar dit jaar was daar geen sprake van en dat was maar goed ook, want dat zou voor mij op een drama uitgelopen zijn. Niets is belastender voor een enkel dan dat.

En zo bereikte ik ook in goede conditie Lausebuche op 63 km. Inmiddels had ik zo’n 15 lopers weer ingehaald, maar ik zat nog steeds in de achterhoede en dat zou zo blijven.Maakt niet uit: finishen op de Brocken, dat is het doel, niets meer en niets minder! Vanaf Lauschebuche konden we de ‘shortcut’ nemen naar Königskrug. Dit is een stevige klim van zo’n 5 kilometer naar bijna 800 meter hoogte. Ineens zag ik boven de boomtoppen de nog 15 kilometer verwijderde wit besneeuwde top van de Brocken met de karakteristieke rood-witte zendmast verschijnen. Ik kon wel janken. Ik ga het redden, nu wist ik het zeker!

Maar er zou nog een lastig stukje volgen, een Grande Finale in Brocken-stijl. Bij Oderbruck, met nog 7 klimkilometers te gaan, begon het licht te sneeuwen. De temperatuur duikelde onder nul en de ‘Matsch’ ging over in een hobbelige ijsvloer. Slecht! Om meer grip te krijgen trok ik mijn Yaktrax (sneeuwkettingen) aan en gebruikte ik mijn loopstokken om mijzelf omhoog te duwen in de ‘Langlauf’-stijl. De sneeuwval werd intensiever en de wind trok aan. Voordeel was dat zich over de ijshobbels een nieuw zacht sneeuwlaagje begon te vormen wat meer grip gaf. Toen ik de Brockenbahn bereikte moest ik mijn bril afzetten omdat die steeds vol sneeuw zat. Een jacht van fijne ijsnaaldjes prikte in mijn ogen. Bovendien werd het mistig. Ik kon nog net de driehoek ontwaren van de koplampen van de laatste stoomtrein die de Brocken verliet. Door de sneeuwflarden heen meende ik het mij verbaasd (?) aankijkende gezicht van de machinist te zien. In een spiraal loopt het pad vervolgens omhoog naar de aansluiting met de Brockenweg, een autoweg die alleen voor bevoorrading en noodgevallen gebruikt mag worden. Dan is het nog 1 kilometer naar de finish op het Brockenplateau. Op het laatste kale gedeelte boven de boomgrens stond een striemende wind. De zware sneeuwjacht maakte het vrijwel onmogelijk om de ogen open te houden. Het was aardedonker. Schuin naar links een vage oranje gloed. Dat moest de verlichting van het spoorwegstation en het hotel op de top zijn. Ik kon niet meer voor me uit kijken. Het wegdek zelf was niet meer te zien, maar door tussen de palen te blijven die langs de weg stonden hoopte ik de goede richting uit te gaan. Plotseling hoorde ik het geluid van ratelaars, gevolgd door joelende en schreeuwende stemgeluiden. Het ontvangstcomité bij de finish! Voor elke loper kwamen deze dapperen even uit een daar geparkeerde auto naar buiten om hem of haar te verwelkomen en te registreren. Door een felle windstoot werd ik nog bijna tegen de grond geblazen maar toen kon ik de warme, lichte Goethesaal betreden waar voor elke arriverende loper een applaus opging.

Het was gelukt! De vijfde Brocken Challenge zat erop in bijna 12 uur. Der Brocken ist wieder geknackt. Met dank aan de organisatie, de fysio en mijn vrouw voor de Reiki behandelingen. Het vooruitzicht dat ik daarna nog 10 kilometer naar beneden moest teruglopen naar Schierke, opnieuw die desoriënterende sneeuwstorm in die later overging in een kil ijsregentje, dat kon de vreugde niet meer wegnemen.

André Boom