Pijn doet het altijd

Endy Kasanardjo: “Het plan was om de eerste helft te hard te gaan zodat ik het de tweede helft heel zwaar zou hebben. Het briljante van dit plan is dat het bijna niet kan mislukken want het is precies hoe mijn meeste wedstrijden verlopen.”

De eerste keer dat ik Limburgs Zwaarste liep was het eigenlijk helemaal niet de bedoeling. Het was meer omdat ik me na afloop van de halve had laten overhalen om ook maar de hele te gaan doen. Spekgladde wegen waren mijn deel en sneeuwvelden tot aan je knieen, modderig en vies was het. Het was inderdaad erg leuk. Vandaar dat ik dit jaar niet lang hoefde na te denken om me voor alle Limburgse Zwaarste loopjes aan te melden. Dat van die gladde wegen en sneeuw daar zou natuurlijk geen sprake van zijn met die pseudo-winter van dit jaar, maar mooi zou het zeker worden.

Mijn voorbereiding op dit soort evenementen gaat elke keer steeds gesmeerder. Dus vroeg van huis, nog snel even ns.nl checken voor vertragingen en aldus kwam ik ruim voor sluitingstijd aan bij het Nivon huis in Heerlen waar ik zou overnachten. Vorig jaar was ik ternauwernood op tijd want de natuurvrienden van de receptie wilden al bijna naar huis gaan toen ik aanklopte en dan zou ik dus voor een dichte deur hebben gestaan. Omdat er niet veel te doen was en ik ‘s ochtends om half 4 wilde opstaan en omdat mijn kamergenoot Roger Kempinski ook al in zijn slaapzak lag leek het me een goed idee om ook te gaan “slapen”. Tja normaal ga ik pas ver na middernacht naar bed en nu was het nog niet eens 10 uur, dus van dat slapen kwam weinig terecht. Dat ik de hele tijd aan hardlopen dacht hielp ook niet echt om in slaap te vallen. In mijn gedachten zag ik voor me hoe ik ongenaakbaar de Limburgse heuvels opstormde en onvervaard naar beneden raasde, vriend en vijand verrassend. Lekker makkelijk dat gefantaseer in bed en dan die filmpjes van Salomon Running in je hoofd naspelen. In ieder geval wel goed voor de visualisatie en inspiratie en zo ging de tijd toch snel voorbij en mocht ik al weldra opstaan.

Na een aantal kopjes koffie een koud ei (bah) en een uitgelepelde avocado was het half 5 en vond ik het tijd om te vertrekken naar de start. Te voet welteverstaan, zodat ik, zelfs als ik tijdens de wedstrijd nergens fout zou lopen, thuis toch gewoon kon pochen op het feit dat ik ruim 100 kilometers had afgelegd (Later zou blijken dat ik me daar geen zorgen over had hoeven te maken, ik zou die dag ettelijke kilometers verkeerd lopen). Zo een vroege ochtendwandeling door de stad is echt een aanrader. De huizen ademen rust, je ziet een paar jongelui op weg naar huis na een avond stappen en een hele vroege wandelaar die zijn hond uit laat. Verder is het stil en ben je alleen met je gedachten in de voorschemering.

Aangekomen bij de start kom ik weer in de echte wereld. Het is al druk in de kantine en ik zie veel bekende gezichten. Fijn allemaal, zo dadelijk gaan we rennen. Startnummer pakken en omkleden. Speciaal voor deze gelegenheid heb ik een half jaar geleden echte trail schoenen gekocht (Inov-8 trail roc 150). Nou ja echt, ze zijn nog steeds minimalistisch maar hebben wel een stuk meer grip dan de zero-profiel schoenen die ik vorig jaar aanhad. Dat leverde hilarisch momenten op bij de vele gladde modderpaden. Toch had ik thuis getwijfeld of ik niet beter op mijn Crocs zou kunnen lopen. De halve van vorige maand had ik bij wijze van experiment op Crocs gedaan en dat ging eigenlijk erg goed, ik vond ze zelfs beter dan de inov-8. Maar dat zou toch al te gek zijn. Ik koop toch geen dure schoenen voor Limburgs Zwaarste om dan alsnog met Crocs te gaan lopen? Daarom had ik de Crocs voor de zekerheid thuis gelaten om niet alsnog in de verleiding te komen en had ik alleen de inov-8 in de tas gedaan.

Vandaag had ik niet echt een strategie in gedachten, wel een paar doelen. In mijn achterhoofd natuurlijk dat ik over twee weken de JKM doe en dat dit slechts een “training” is. Maar een training is geen excuus om slap te lopen, integendeel. Het plan was om de eerste helft te hard te gaan zodat ik het de tweede helft heel zwaar zou hebben. Het briljante van dit plan is dat het bijna niet kan mislukken want het is precies hoe mijn meeste wedstrijden verlopen. Alleen dit keer doe ik het dan met opzet. Een ander onderdeel van mijn plan was goed op te letten op mijn lichaam, wanneer krijg ik honger, wanneer wordt ik moe, hoe erg doet alles pijn, en wanneer komt dat magische moment waarop de pijn verdwijnt en de energie weer terug keert.

Mooi die start. De zon is nog niet op maar het schemert al een beetje. Er wordt niet veel gezegd daar is het nog te vroeg voor. Op de eerste heuveltop als je naar achteren kijkt zie je de hele sliert van lampjes naar boven klimmen. Eenmaal over de top is het een lang stuk naar beneden, lekker zo hard mogelijk gaan met de zwaartekracht. Binnen no-time loop ik te zweten en bij de volgende beklimming doe ik mijn tas af en jas uit en BENGGG!!! Ik struikel en in een reflex stamp ik met mijn linkervoet op de grond precies met mijn hiel op een scherpe steen. Mijn officiële trail schoenen blijken behoorlijk minimalistisch te zijn en het lijkt wel alsof de steen dwars door de zool heen is gegaan. Amper 10 minuten begonnen en nu al pijn aan mijn voeten dat is niet precies hoe ik het me had voorgesteld. Natuurlijk had ik wel pijn verwacht maar dan na een uur of 6 of zo, niet nu al. Nou ja, dan went het maar gewoon wat eerder, aan optimisme geen gebrek.

Bij het 30 kilometer punt zie ik Paula IJzerman die op 5-fingers loopt. “Hoe doe jij dat met die afdalingen?” vraag ik. “Gewoon naar beneden” zegt ze, “en pijn doet het altijd, het hoort er gewoon bij”. Oké, ik ben dus niet de enige met zere poten, dat beurt een mens weer lekker op. Lekker stukje vlaai trouwens. Als ik voor de tweede keer bij Het Hijgend Hert kom (50 km) zie ik Paula met een dekentje om zitten. Gestopt. Ik besef dat iedereen kwetsbaar is. Ik trouwens ook want mijn hiel begint nu echt pijn te doen. Om maar niet gelijk weer op pad te moeten doe ik me rustig tegoed aan 2 stukken vlaai en een paar bekers thee. Het bankje waar ik op zit voelt heerlijk aan en voorlopig hoef ik niet weg. Daar komt Sjaak aan en we praten wat over de JKM die hij ook gaat lopen. Als ik aan mijn 3e stuk vlaai begin komen Ernst-Jan en Renske aan. Ze zien er nog super fris uit en bovenal ze hebben gewoon echte schoenen aan. Ik klaag een beetje over mijn schoenen en dat ik ook dikke zolen wil net als zij, maar dat is behoorlijk nutteloos, dan had ik mijn Crocs maar niet thuis moeten laten. Als ze vertrekken ga ik met ze mee, maar na de eerste bocht laat ik ze al gaan. Te veel dennenappels en stenen voor mijn hiel en ik besluit om in laag tempo naar het 60 km punt te hobbelen. In hetzelfde lage tempo bereik ik het 70 km punt en eigenlijk gaat het best wel prima met mijn hiel zolang ik maar blijf bewegen. Kwestie van ervoor zorgen dat de aanmaak van endorfines op gang blijft.

Als ik bij het 70 km punt aankom merk ik dat vergeleken met vorig jaar, ik me helemaal goed voel. Niet echt moe of zo. Bovendien hebben ze hier soep en dat is weer eens wat anders dan al die zoete hapjes en drankjes tot nu toe. Samen met Roger en Wilma die net na mij aankwamen ga ik op pad naar Valkenburg. Roger is echter helemaal warm gedraaid en loopt soepeltjes weg en ook Wilma kan ik niet bijbenen want door het stilstaan is mijn hiel weer aan het protesteren geslagen dus moet ik even geduld hebben voordat de pijn zich weer koest gaat houden. Op de stukken omhoog loop ik nog wel op ze in, maar de grindpaadjes naar beneden moet ik wandelend doen. De stenen liggen overal en zijn niet te vermijden zelfs niet met een schuifelpasje waar mijn moeder zich nog voor zou schamen. Mijn hiel houdt pas op met zeuren als ik Valkenburg heb bereikt en de weg weer gewoon van normaal asfalt is.

Van de laatste 20 kilometer kan ik me niet zoveel meer herinneren alleen maar dat het voorbij was voordat ik er erg in had. Ik ging me steeds beter voelen en vreemd genoeg had ik tijdens de DCURBN een soortgelijke ervaring op ongeveer hetzelfde moment zo rond de 75 a 80 km. Ik hoefde niet meer te stoppen of te wandelen zelfs niet meer bij de stukjes omhoog (nu waren die nu ook niet meer zo zwaar want van asfalt en niet zo steil). In het Imstenrader bos liep ik zo hard dat ik de lintjes niet meer zag en opeens helemaal niet meer wist waar ik was. Toen ik uiteindelijk de weg teruggevonden had was ik zo bij de finish. Binnen de 14 uur en dat was bijna 2 uur sneller dan vorig jaar.

De balans opmakend was deze dag in het prachtige Limburgse land bijzonder geslaagd. Ik ben volgens plan te hard weggegaan, ik heb het flink zwaar gehad mede dankzij de vroege valpartij en ik heb het ultra gevoel van nieuwe energie krijgen bijna kunnen betrappen. Volgend jaar weer denk ik zo, alleen dan misschien toch maar op de Crocs.

Endy Kasanardjo