Hardmoors 160 – 106

Peter de Krijger: “Bij de eerste kruising in een dorpje ging men linksaf terwijl er nergens een route aanduiding stond. Toen ik aan een medeloper vroeg of ik een bordje had gemist vertelde deze laconiek, nee hoor, je moet hier gewoon de route kennen.”

De Hardmoors 160 mijl is onderdeel van een aantal afstanden op diverse data, in het natuurpark North Yorkshire Moors. De 160 mijl was dit jaar voor het eerst toegevoegd, de langste afstand tot dusver was de 110 mijl, welke ook nu in hetzelfde weekend gehouden werd. De 110 mijl volgt het lange afstand wandelpad “the Cleveland Way”, en begint in het binnenland, terwijl de 160 mijl eerst de “Tabular Hills Walk” volgt vanaf de kust en dan de Cleveland Way aansluitend volgt.

Bij een afstand welke voor het eerst wordt gehouden heb je dus niet de luxe dat je kunt vergelijken wat er in voorgaande edities gelopen is. Echter was de tijdlimiet om 260 km en 7.000 hm te overbruggen naar mijn gevoel wel scherp met slechts 48 uur. De start zou plaatsvinden in Scarborough om 17.00 uur, dit betekent dus dat je al een groot deel van de dag op de been bent waarna je nog eens 48 uur kunt gaan lopen. Het leek mij daarom een goed idee om een kleine camper te huren zodat ik ergens even kon rusten. Ook zou mijn broer, die als supportcrew meeging, kunnen rusten terwijl ik onderweg was. De wedstrijd was met minimale verzorging zodat je voor veel dingen zelf moest zorgen, ook was er een aanzienlijke lijst met verplichte items om mee te zeulen. Woensdag waren we naar Newcastle gevlogen en de camper opgehaald. Vandaar naar een camping aan de kust gereden in de buurt van de finish en hier de eerste nacht doorgebracht. Halverwege de nacht werden we gewekt door hevige regen en die regen, variërend in hevigheid, heeft de navolgende dagen aangehouden. Donderdag hebben we besteed met aankopen doen en geprobeerd een aantal checkpoints te vinden. We konden toen al zien dat de omgeving erg mooi was, helaas was het door de regen niet erg aangenaam. Ook begonnen we een beetje een indruk te krijgen van de afstand welke gelopen moest worden. We hadden met de auto slechts tot White Horse checkpoint gereden (op 57 mijl) en dit was al een aardige rit.

Uiteindelijk was het vrijdag, de dag van de start. Vanaf drie uur kon men startnummers en tracker ophalen. Het was toen zelfs zonnig en de sfeer was erg goed en relaxed. Alle 29 ingeschreven deelnemers waren ook op komen dagen en na een briefing van de race director, Jon Steele, werden we, iets na vijf uur, losgelaten. We liepen eerst een stukje naar het noorden langs de kliffen aan de kust en pikten na enige tijd de Tabular Hills route op richting binnenland. Bij de eerste kruising in een dorpje ging men linksaf terwijl er nergens een route aanduiding stond. Toen ik aan een medeloper vroeg of ik een bordje had gemist vertelde deze laconiek, nee hoor, je moet hier gewoon de route kennen er staan maar heel weinig route aanduidingen. Dit was precies waar ik me al zorgen over had gemaakt. Ik had wel kaarten van de route bij me, maar iedere keer stoppen, kaart uit rugzak halen, bril opzetten en kaart bestuderen zou nogal een tijdrovende bezigheid worden. Dus maar aangehaakt bij een paar lokale lopers die al eerder de Hardmoors 110 hadden gelopen en met deze de eerste uren samen gelopen.

Na 20 mijl zou ik voor het eerst mijn broer treffen deze race en we hadden afgesproken dat ik dan een wat langere stop zou doen en proberen wat te eten voordat ik de nacht in zou gaan. Deze eerste 20 mijl gingen zonder problemen, terrein was niet erg moeilijk en was vlot te lopen. Door mijn wat langere stop was ik mijn beide gidsen echter wel kwijtgeraakt. Nu dus alleen verder. Al heel snel kwam ik al weer bij een splitsing in het bos zonder route aanduiding. Ik stond net mijn kaart op te vissen uit mijn rugzak toen er twee lopers aankwamen. Mooi! Weer twee gidsen. Een loper was iemand die heel erg bekend was met de route en de ander was een in Noorwegen wonende Chinees (Jin) die niet bekend was maar wel een handige navigatie op zijn mobiel had. Er kwam toen een heel lang en erg modderig stuk. Diepe blubber waarin je iedere stap zorgvuldig moest zetten. Onze Engelse vriend was hier duidelijk sneller zodat ik beste vrienden werd met mijn Chinese gids. Eigenlijk liep hij me vaak net iets te langzaam, soms liep ik een stuk vooruit om bij de volgende kruising weer op zijn verlossende instructies te staan wachten. Uiteindelijk maar gewoon bij hem gebleven en vol ontzag geluisterd naar de wedstrijden die hij allemaal al gelopen heeft en nog op zijn agenda heeft staan. Na enige tijd werden we opgelopen door twee Engelsen waarvan er ook 1 een navigatie systeem had. Nu waren we dus een team van 4 man geworden waarvan twee met navigatie. Zeker voor de nacht was dit dit een goede situatie. Toch presteerden we het nog om een aantal keren van de route te geraken. Zelfs nog ergens over een prikkeldraad hek moeten klimmen om weer op de route te komen. Het terrein bleef heel veel blubber en veel lang nat gras. Onze voeten konden we dan ook niet droog houden helaas. Even voor Helmsley, werd ons kwartet gereduceerd tot een trio omdat Jin wat terugzakte. Helmsley was ook het punt waar enkele uren later de Hardmoors 110 zou starten. Hier pikten wij de Cleveland Way op en mij was verteld dat deze beter aangeduid stond. Toen wij al even bij het checkpoint waren kwam Jin aan, toen wij weer verder wilden gaf Jin aan om even wat langere rust te nemen. Zodoende gingen wij als trio verder naar White Horse. Daar aangekomen nam ik wat tijd om mijn voeten te verzorgen, drogen en verse sokken. Mijn twee teamleden waren inmiddels al vertrokken zodat ik weer op mijzelf was aangewezen wat navigatie betrof. Al snel haalde ik 1 van mijn ex-en weer in waarbij het een stuk minder snel ging. Volgende checkpoint was Osmotherley. Hele stukken gingen nu bovenop de Moors, waar een sterke wind stond. Volledig onbeschut was het soms behoorlijk afzien. In Osmotherley aangekomen kreeg ik te horen dat ik op 10e positie lag en ik voelde me nog steeds goed en sterk. Nogmaals sokken, en schoenen gewisseld, en weer verder. Ergens in de bossen na Osmotherley heb ik waarschijnlijk een afslag gemist. Ik kwam op een viersprong en zag niet 1 routeaanduiding. Het pad naar links was met lint afgezet in verband met bomenkap. Er was een modderig pad wat naar omlaag ging en zichtbaar gebruikt werd voor zwaar bomentransport verkeer en een pad wat naar rechts omhoog ging. Het pad wat afgezet was elimineerde ik, bleven er dus twee over. Eerst maar omlaag dus. Nee, dit kwam uit bij een hek met hangslot. Private property. Dan toch maar het pad omhoog? Ik had inmiddels ook al de kaart erbij gepakt, maar daar heb je weinig aan als je alleen maar weet dat je “ergens” in “een bos” bent. Ik had geen enkel referentie punt. Pad omhoog dan maar. Gelukkig kwam daar een loper aan met een hond die bezig was met zijn zaterdagse rondje. Deze was zo goed om mij weer naar de Cleveland Way te brengen, over, jawel, het pad dat afgezet was. Dit alles heeft mij heel veel tijd gekost en betekende ook dat ik door veel lopers was ingehaald.

Het verlies van tijd betekende natuurlijk ook dat ik mijn marge voor de checkpoints en dus de mogelijkheid tot een slaapje aan het consumeren was. Gelukkig toch weer op de juiste route en verder maar. Op en af de natte Moors, stenige, slecht begaanbare paden. Best wel zwaar. Bij het checkpoint in Kildale op 91 mijl zat ook mijn andere ex beteuterd naar zijn voeten te kijken in een teiltje water. Hij had hele diepe kloven en was uit de race gestapt. Erg jammer voor hem, hij was een hele ervaren loper en had onder andere de Tor des Geants en de UTMB gefinisht. Ook ik voelde mijn voeten steeds meer en meer. Maar opgeven kwam toen nog niet in mij op. Wel was mijn snelheid door de pijn in mijn voeten aanzienlijk afgenomen en kwam ik steeds meer in de gevaren zone wat cut-off tijden betrof. Na Kildale was het volgende checkpoint Roseberry Topping. Dit is een vrij staande bult van 320 meter hoog. De route maakte een soort omweg naar de top van deze bult en dan langs dezelfde weg weer terug. Dit was een pittige klim naar de top, de top waar de wind om ons heen gierde. Ik had medelijden met de Marshall die daar bivakkeerde. Na Roseberry Topping was het nog 10 mijl tot Saltburn by the Sea. Vanaf daar zouden we alleen nog maar langs de kust lopen langs de steile kliffen. Deze 10 mijl leken wel eindeloos te duren. Het was nu al de tweede nacht en ik had erg veel slaap. Lopen was slaapwandelen geworden. Caffeinegels konden me zelfs niet wakker krijgen. Voor Saltburn moesten we eerst nog door diverse andere plaatsjes heen en iedere keer hoopte ik dat dit Saltburn was. Op een gegeven moment was ik weer eens de route kwijt en vroeg aan een late wandelaar naar de Cleveland Way. Deze man ging ook min of meer die kant op en ik kon hem maar nauwelijks voor blijven, zo langzaam ging ik nog maar. Na wat een eeuwigheid leek kwamen we bij een bord “Saltburn 1 mijl” Dit leek toen voor mij een onoverkoombare afstand maar ook dit toch weer weggewandeld. Bij aankomst checkpoint Saltburn (na 106 mijl volgens de route, maar 183 km volgens mijn Garmin tgv foutlopen) was ik slechts enige enige minuten voor sluitingstijd. Verdergaan zonder slaap was voor mij niet mogelijk, toen ik vroeg of ik ergens kon gaan liggen was het antwoord: ja hoor, je hebt 1 minuut…Niet grappig. Ze zouden nog een minuut of 15 openblijven om op wat andere lopers te wachten en dan dicht gaan. Ik ben toen toch maar even in “onze” camper gaan liggen en gevraagd of mijn broer me na 20 minuten wilde wekken. Toen ik na 20 minuten uit mijn diepe slaap gewekt werd heb ik mijn broer gevraagd om te kijken of er een ehbo-er was die mijn voeten kon behandelen. Die was er helaas niet. Verdergaan met onvoldoende rust en met de snelheid die ik toen had (net iets sneller dan stilstaan) was het geen realistisch vooruitzicht om voor sluitingstijd het volgende checkpoint te bereiken. Ook wist ik dat er bijna alleen maar steile kliffen zouden volgen. Om hier ’s nachts langs te slaapwandelen leek me ook geen goed idee. Ik heb toen het moeilijke besluit genomen om mijn tracker in te leveren en uit de race te stappen. Voor mij hield de Hardmoors 160 dus op na 106 mijl.

Het zure gevoel wat ik toch al had na mijn uitstappen werd nog verergerd toen bleek dat men de sluitingstijden helemaal niet zo strikt had gehandhaafd.
Hopelijk een ander jaar revanche. Ik wil deze loop toch graag eens voltooien.

Wat ik heb geleerd van deze ervaring is:
– niet zelf uitstappen, pas uitstappen wanneer je eruit gehaald wordt.
– een navigatiesysteem is toch wel erg handig.

Peter de Krijger