Hoe makkelijk onmogelijk te bereiken is; de Zestig van Texel op herhaling

Mark Slaman: ‘Wat ik jaren terug niet voor mogelijk had gehouden, was nu een “makkie”. Dit was gezond; geen roofbouw, een teken van goed opgebouwde (loop-)conditie. Ik heb ervaren wat echte ultralopers allang weten; 60 km kan op het gemak met gemak’

Bron: http://www.dutchroadrunners.nl/profiles/blogs/hoe-makkelijk-onmogelijk-te-bereiken-is-de-60-van-texel-op

Zestig kilometer kan onmogelijk gerend worden en als je het doet kan het niet gezond zijn. In ongeveer driekwart van de gesprekken met mensen over de Zestig van Texel is dit de leidende gedachte. Echte ultralopers weten natuurlijk beter maar laat ik eerlijk zijn; zo dacht ik er tussen de 30 en 5 jaar terug ook over. En twee jaar terug was ik al heel blij dat ik überhaupt boven op de Hoge Berg kwam. Het was zeker zwaar.

Twee jaar later was de Zestig geen hoofddoel maar “vooral” goede training voor de Comrades 2015. Finishen en het liefst zonder al te veel spierpijn. En dat bleek verdomd nog te kunnen ook en makkelijker dan dat ik ooit voor mogelijk hield.

Wat is het menselijk lichaam een bijzonder mechaniek. Hoeveel beter voelde ik me dan in oktober 2014, toen ik me tijdens de halve van Amsterdam met hele stramme kuiten en weinig energie naar de finish sleepte. Na bijna alle trainingen in de weken daarvoor had ik meer spierpijn dan na de Zestig van 2015. Half december liep ik een marathon in Spijkenisse. De laatste 10 kilometers was de energie weg, het tempo 6 minuut 20 per kilometer kostte al veel moeite. Drie maanden gestaag doortrainen zonder overigens verder dan 30 kilometer te gaan, leverde zijn vruchten af.

Nu liep ik energiek tot op het eind met kilometers onder de 6 minuten. Mijn tijd was veel beter dan in 2013, ik had genoeg energie over en ik had niet het gevoel dat mijn prestatie zoveel grootster was. Integendeel. Het was, zoals je voelt na een goede training; moe, niet dwars af, ontspannen en voldaan. Klaar voor de volgende training, twee dagen later. En dit jaar kon ik rustig in de zon kijken na al die mensen die na mij kwamen en napraten met Theo en Marijke, die een uurtje rapper over Texel liepen en fietsten.

Het was ook een beetje twee voor de prijs van een; ik beleefde ook de tocht van 2013 nog een keer. Ook omdat de wind bijna hetzelfde was, hard uit het Noorden. Dus op het strand tegen de wind knokken, terug freewheelen met de wind in de rug. Dus wist ik dat tegen de wind in op het strand in een groep moest lopen en dat lukte vrij lang. Het ging af en toe voor het mooie te snel, dus liep ik het stuk erna rustiger. Bij de Muij liep ik alleen in de wind. Geen goede groep voor of achter me. Mijn voeten en tenen waren al een half uurtje pijnlijk en mijn kuiten voelden te vroeg wat zwaar van al het geploeter door het zand. Dus vooral rustig aan gedaan en niet geforceerd. Ook niet inde Eijerlandse duinen. Niet ver van de vuurtoren brak de zon door en een paar kilometer verder kwam de wind in de rug. Het ging zo goed dat ik te vroeg in de Cocksdorp was en de verversingen van Marthe miste en mijn warme kleren niet kwijt kon. Bij 40 kilometer wist ik zeker dat het veel beter ging dan het jaar ervoor. Alle pijntjes waren weg, behalve die in mijn tenen. Ik had meer oog voor het wad en het prachtige weer. Ik begon me vooral 2013 te herinneren, hoe ik uitzag naar Oosterend en het 10 kilometerpunt. Het ging nu veel makkelijker en sneller. Ik kwam er in veel betere conditie aan. Oudeschild lag prachtig in de zon; de wind leek afgenomen en oom Kees en tante Riet zaten heerlijk in de zon in de haven. Kon ze toch moeilijk voorbij snellen. Een kilometer verder kwam zus Marijke me fietsend tegemoet en zo beleefden we de laatste kilometers samen opnieuw en vloog ook het laatste stuk voorbij. Die Hoge Berg is niet hoog en niet steil, maar na 60 kilometer toch een hele klim. Mijn horloge stopte ermee; zo ongeveer na 6 uur. Dat weet ik dan ook voor de Comrades.

De toeschouwers op het laatste stuk gaven veel energie en met een eindsprintje zorgde ik dat ik alleen op de foto kwam, 24 minuten sneller dan de keer daarvoor. De tussentijden lieten mooi zien hoe mijn race zich verhield tot twee jaar ervoor; op het eerste deel veel sneller (8 minuten); het tweede deel en derde deel wat ingehouden (3 en 5 minuten sneller) en het laatste deel weer 8 minuten. Net als verleden keer een negatieve split (niet moeilijk gezien de wind) 3 uur 5 om 3 uur (eindtijd 6.05.19). De laatste kilometer was de snelste. Gemiddelde hartslag 137; niet slecht voor een pittige training. Een marathontijd van 4.15, dezelfde als in december, maar nu onder veel zwaardere omstandigheden. En 20 seconden van de limiet van het startvak bij de Comrades waarvoor je (onder de 4 uur op de marathon of) onder de 6 uur 5 op de 60 km moest lopen. Als ik dat had geweten; dat was piece of cake geweest. Maar misschien had ik dan niet zo ontspannen gelopen. Bij de training twee dagen na de loop wel wat stramme spieren, maar geen enkel spiertje of peesje was te hard of pijnlijk. Op zaterdag liep ik een vertrouwd rondje in een meer dan gemiddelde tijd met een mooie hartslag.

Wat ik jaren terug niet voor mogelijk had gehouden, wat twee jaar mijn een na grootste sportprestatie was, was nu een “makkie”. Dit was gezond; geen roofbouw, een teken van goed opgebouwde (loop-) conditie. Ik heb ervaren wat echte ultralopers allang weten uit ervaring; 60 kilometer kan op het gemak met gemak.
Mijn vertrouwen in een goede afloop van de Comrades was al groot en is alleen maar toegenomen. Al is het grootste gevaar te denken dat je er bent. Hij moet natuurlijk nog wel gelopen worden.

Mark Slaman
(markslaman <> hotmail.com)
Voor meer: http://www.stilstaanbijhardlopen.nl