NEPAL 2016

Nitish Zuidema: “Mensen komen onze kant op. De regering wil het toerisme in Sindhuli bevorderen en het blijkt dat ik de eerste toerist ben die de Phikkal beklimt. Ik krijg een Thikka, oranje stip, op mijn voorhoofd en een drietal bloemenkransen omgehangen

Ik ben in Nepal geweest en heb deelgenomen aan twee lopen. De Kathmandu Ultra op zaterdag 2 januari en de Batase Trail op zaterdag 9 januari. Door de week heb ik met mijn Nepalese vriend en ultraloper Upendra Sunuwar een mooie tocht gemaakt in het district Sindhuli, waar ik nog onderwerp van een ceremonie ben geweest. Nepal is een land, dat me zeer aantrekt. Allereerst vanwege de schitterende natuur en de hoge bergen. Maar ook de vele tempels en de oude schatten die het land rijk is.
Helaas bevindt het land zich in een crisis. Niet alleen vanwege de 2 verwoestende aardbevingen van 2015. En het wegblijven van de toeristen, waardoor er ook nog eens minder inkomsten zijn. Maar er speelt helaas nog iets, wat in onze lage landen minder bekend is. Er is een grensboycot aan de Indiase grens met als gevolg dat er geen goederen vanuit India naar Kathmandu komen. En dus is er een groot tekort aan bepaalde dingen. In de eerste plaats brandstof, daarna medicijnen. En dat terwijl er velen gedwongen zijn de winter in tenten door te brengen. En de nachten zijn zeer koud, brrrrrrr. Gevolg is natuurlijk een houtkap; er is geen andere keus. De oorzaak van de grensboycot is natuurlijk een heel lang politiek verhaal. Het lijkt er op dat “Hindoe”grootmacht India haar Hindoe-buurland dieper in de crisis probeert te duwen.

{b}KATHMANDU ULTRA, 75km, ruim 4000 hoogtemeters{eb}

Ook mogelijk 50km, 30 km en 12km. In de week voor deze loop heb ik me rustig gehouden. Oa 1 nacht doorgebracht in Nagarkot op 2000 meter om aan de hoogte te wennen en de besneeuwde bergen van 7000 + te bewonderen. Verder verbleef ik in het Dev Guesthouse in Lalitpur. Het ligt iets hoger (1200 meter) dan Kathmandu met haar stof en smerige uitlaatgassen. (Ondanks de boycot wordt er veel benzine op de zwarte markt verhandeld). Dev Guesthouse is een mooi en netjes pension met een hele aardige eigenaar. Ik heb er een aantal keren genoten van de Dal Bhat.
Oorspronkelijk zou de loop gehouden worden in het Shivapuri park ten noorden van Kathmandu. Maar helaas is er geen toestemming van de eigenaar gekregen, waardoor organisator Richard Bull gedwongen is de loop te verplaatsen naar plan B in Godawari, 1400 meter hoog, ten zuid-oosten van Kathmandu. Ook het alternatief is een mooie tocht geworden. Misschien een paar km minder, maar wel gecompenseerd met extra stijgingen. Gemiddeld lopen we op een hoogte van 2000 meter. Echter voor Richard en zijn team heel veel extra werk, oa vanwege de markering.

Zaterdag 2 januari zijn we om 4.30 uur gestart. De eerste 2 uur pikdonker. Gelukkig heb ik een goede koplamp. Ik heb er nog wat mee geoefend in de bossen van Driebergen, waar ik van coach Ann Zonneveld nog wat goede adviezen heb meegekregen. We beginnen de loop over een beetje glooiende jeep-road; brede weg met veel zand, keien en kuilen. Na 10 km volgt er een pittige klim over een smal trail-paadje. Omhoog tot 2100 meter. Omlaag moeten we even de weg zoeken. Ik loop in een groepje van een man of 7 uit landen als Indonesië, Maleisië, Thailand, China. Even later maakt het paadje een sprong van zeg 150 cm naar onderen. We schieten keihard in de lach en daarna hebben we elkaar ondersteund om omlaag te komen. Blij dat ik in een groepje zit.
En dan aan de linkerkant een mooi uitzicht naar de hoge besneeuwde bergtoppen. Dit kleurt bij zonsopgang rood, terwijl de rest van de berg nog donker is. We pauseren even en we maken een groepsfoto met elkaars camera. Even later is er de verzorging op 16 km met een zoute snack en banaan.
Na de post loop ik verder met Hong Jiang uit Shanghai. We hebben elkaar de dag tevoren al uitgebreid gesproken. De weg loopt over een jeep-road omlaag. En vergezichten over rijstvelden. En een Hindoetempel. Na 24 km en 3 uur 50 minuten lopen de volgende verzorging op 1500 meter hoogte. Bijtanken, want nu komt de grote en lange klim.

Liefst 8 ½ km verderop ligt de berg Pulchowki, 2750 meter hoog. De weg is afwisselend steil en beloopbaar, langs bossen en open stukken. Een stukje over bevroren ondergrond. Af en toe even uitpuffen om de ademhaling rustig te laten worden. En om het uitzicht te bekijken. Je moet op zo´n klim niet deemoedig worden, omdat ie zo lang blijft duren. Mijn ervaring is, dat eenmaal als je boven bent en je even pauzeert dat dan de energie weer terugkomt.
Ik arriveer na 6 uur en 5 minuten lopen op de Pulchowki-berg. Waar gelijk een bord met noodles in mijn hand wordt gedrukt. Op de top is een militaire basis en de soldaten zijn er ook present. Ik praat wat met de verzorgers, maar we zitten net niet helemaal op de top. Daarom vraag ik, tot vermaak van iedereen, of ik helemaal naar boven mag. Dit kan onder begeleiding van een soldaat. Helemaal boven heeft hij met mijn camera een foto van me op de top gemaakt. Met het uitzicht naar de Himalaya, waar ook de Everest zich heeft getoond. Als ik boven ben, dan wil ik er wel even van genieten.

We gaan weer omlaag over een jeep-road. Tot mijn verrassing springt er van links uit het struikgewas een aap op de weg, steekt de weg over, en verdwijnt weer aan de rechterkant. Einde aap. Even verderop is er een splitsing en slaat mijn 75km linksaf, waar de 50 km rechtdoor gaat. Vanuit de tegenrichting komt de 30 km omhoog geklommen. Zo loop ik Joop Terwiel tegen het lijf. Ik was van de week nog bij Joop en zijn vrouw Nellie langs geweest in hun hotel. We kennen elkaar van de vorige tocht in Nepal. Joop zei achteraan te zullen lopen, maar ik kwam nog veel lopers na hem tegen. Zij steil omhoog ik idem omlaag. Over trappetjes in een mooi bos.
Beneden op 40 km is de volgende verzorging. Zij zitten op de grond in een tent. Daar heb ik een drop-bag met eten en kleding. Ik kleed me om en geef de kleding retour. Even later passeer ik nog een reuze-standbeeld van een blauwe Shiva. De god kijkt uit over een vallei. Helaas heb ik geen ideale posite gevonden om hem goed op de foto te zetten.

Tot de 50km is de weg makkelijk te belopen, waarbij ik wel zo stom ben om te vallen (zonder gevolg). Maar dan mogen we steil omhoog over een bergpaadje een mooi dennenbos in. Lekker beschut en nog net een uitzicht op het dal. Rennen is uit den boze, want daarvoor is het paadje veels te smal. Maar ik kan ook in de wandelpas flink uit de voeten. Na 56km een verzorging midden in het bos. De mannen zitten hier al de hele dag.
Na de post 4 km continu omhoog. Het zwaarste gedeelte van de loop, want ik had geen flauw benul hoe lang het klimmen is en dan zijn 4 km heel veel en duurt het hééééél erg lang. Zeker als de zon laag staat. We lopen omhoog over een afsnij-paadje van een jeep-road. Gelukkig komt ook aan deze klim een eind en worden we verrast met een extra verzorgingspost. Ik denk dat de post de functie heeft om eventuele afsnijders te betrappen. (op alle posten worden onze startnummers en doorkomsten genoteerd). 60 km in 12 uur 30 minuten.

Nu mag ik omlaag over het volgende bergpaadje. Wel met de lamp op, want het is weer eens donker. Vanuit de rugzak hoor ik dat de batterij van de telefoon bijna op is. Hoe kan dat nou? Want aan de start was ie bijna vol. Het blijkt dat op grotere hoogtes het bereik niet overal even sterk is en dan moet de batterij veel meer werk verrichten en loopt ie dus sneller leeg. Weer wat geleerd. Na 65 km de laatste checkpost, die me vertelt dat ik 9 km van de finish ben, voornamelijk omlaag. Dat scheelt weer. Ik realiseer me dat ik ruim 6 uur geen lopers meer ben tegen gekomen. De laatste kilometers loop ik met een tevreden gevoel omlaag wetende dat ik na 3x eindelijk een loop in Nepal mag uitlopen. Dat er nog een stuk van 2 km met smalle bergpaadjes tussen zit, maakt me echt niets meer uit. Het enige zorgpunt is de markering. Later hoorde ik dat velen verkeerd zijn gelopen en dat sommige pechvogels …………………… Helaas een vervelende situatie, als gevolg van het vele extra overwerk waar de organisatie mee te maken heeft gehad.
Ikzelf heb vanaf de Pulchowki berg geen enkele markering gemist. Oftewel over het gedeelte, dat ik alleen heb gelopen. Als je alleen loopt, ben je waarschijnlijk wat meer alert. Na 15 uur 26 minuten en 23 seconden zit deze mooie dag er op. 75 km ruim 4000 hoogtemeters. De eerste 2 uur en de laatste 2 uur in het donker gelopen.

Uitslag
https://docs.google.com/spreadsheets/d/1Womx1t2xoInVwX2F3S1ueNBqpMg4DyryBeL0sDckrnQ/edit?pref=2&pli=1#gid=84019320

{b}SINDHULI{eb}

In 2013 heb ik 4 dagen in Langtang gelopen met Nepalees ultraloper en skyrunner Upendra Sunuwar. Upendra is een gepassioneerd ultraloper. Hoe hoger en hoe moeilijker het paadje hoe beter. Zo heeft Upendra de etappeloop van Annapurna Base Camp naar Everest Base Camp gewonnen. Een loop van gigantisch veel kilometers met verscheidene passen boven de 5000 meter. Als ik met hem praat over rennen dan voelen we de gedeelde interesse run, run, run. Up, up, up. Ik heb Upendra de opdracht gegeven een mooie locatie uit te zoeken en daar een paar dagen te lopen. De keuze is gevallen op zijn thuisdistrict Sindhuli. Het is daar niet zo hoog, maar er zijn daar veel paadjes en het is er hardstikke groen. Als basis kozen we de woning van zijn zus in districtshoofdstad Sindhulimadhi. Ook zijn ouders wonen hier.

De busrit Kathmandu-Sindhulimadhi is een mooie rit van 4 ½ uur over een weg van hele goede kwaliteit. Weinig gehobbel. De weg is 15 jaar geleden gebouwd namens de Japans-Nepalese betrekkingen. Voor deze weg er was, reed je tussen deze 2 plaatsen wel 3x zo lang! Upendra heeft me ook laten zien hoe ze in Nepal leven. Je ziet hier een heel andere kant van het land, dan wat je op de beroemde (toeristische) trekkings-routes ziet. Ik heb in 4 dagen dan ook geen enkele niet-Nepalees gezien. Enig nadeel is dat mineraal-water niet overal verkrijgbaar is. Maar gelukkig kunnen we dat combineren met thee. Hoewel het (berg)water hier beter is dan in Kathmandu, mag ik het absoluut niet nemen.

Op de eerste dag hebben we eerst 15 km gerend, waarna we zijn overgegaan in de wandelpas. Upendra heeft al geconstateerd dat ik wel kan doorwandelen. In totaal overbruggen we deze dag liefst 45 km. Omdat we lang op 500 meter hoogte zitten, is het vandaag flink warm geworden. 22 graden, mijn warmste dag in Nepal. Ook veel zon gevangen. Mooie route langs rijstvelden, oude bomen. In de middag komen we veel kinderen tegen die van school naar huis lopen. Ze kijken me heel verlegen aan en er komt een lachje als ik ‘namasté’ tegen ze zeg.
We eindigen de dag in een dorpje, 10 huizen, op een pas van 1100 meter, even hoog als Kathmandu. Vanaf hier is er een mooie zonsondergang boven het dal te zien, maar ik vergeet hier op te letten. In de lodge zitten we aan een vuur met een man of 10. Ik leg uit dat Nederland geen bergen heeft, aan de zee ligt en dat er zelfs gedeeltes onder zeeniveau liggen. De reacties zijn eensgezind: “very dangerous country”. Ik raak in gesprek met politieman Soman, die me vertelt dat hij iedere morgen om 5 uur een bad neemt in de rivier (beek), brrrrr. Ik heb zijn aanbod om mee te gaan toch maar afgeslagen. Ik eindig deze dag met dal bhat en meer dan 1 liter thee.

De volgende dag vertrekken we om 7.30 uur en vandaag is het up, up, up. Met hele mooie vergezichten. En diep onder ons een riviertje. Oooops, we mogen dat riviertje oversteken en daarna lekker stijgen naar een veel hogere plaats. We stijgen samen met een Nepalees gezin, dat gevijfen ook omhoog moet. Hun tempo is gelijk aan mijn tempo. Om 11.30 uur arriveren we in het laatste bergdorpje voor ons einddoel de Phikkal, berg met uitzicht. Omdat er bewolking is, besluit Upendra te wachten tot de volgende dag en de berg bij zonsopgang te beklimmen. In dit dorpje zie ik de akkervelden en op de achtergrond de laatste klim. Een paar huisjes over een grote afstand verspreid. Ik ben helaas de naam van het dorp vergeten; ik kan het op geen enkele kaart (of Google maps) terugvinden, ook Wikipedia levert geen resulltaat op.
Ik zie een groep mensen onze kant opkomen. Blijkt het dat ze naar mij komen. Ik ben namelijk de eerste toerist die de Phikkal gaat beklimmen. De Nepalese regering heeft een project opgestart om het toerisme in Sindhuli te bevorderen. Daarom wordt er op de Phikkal een uitkijktoren van 20 meter gebouwd. Het dorp gaat dit merken, vanwege meer ontwikkeling en dus ook meer toeristen. Ik krijg een Thikka, oranje stip, op mijn voorhoofd en een drietal bloemenkransen omgehangen.
Daarna worden we in de school uitgenodigd en spreek ik met de leraren, van wie een aantal Engels spreken. Ik praat wat over de kinderen die ook les krijgen in broken English. De jongste klas krijgt les in een tent, omdat hun klaslokaal onveilig is als gevolg van de aardbeving. De gong gaat en de dag zit er op. Alle kinderen komen tevoorschijn en gaan naar huis. Sommigen moeten nog anderhalf uur omhoog lopen.
De avond is gevoelsmatig de koudste avond die ik Nepal mag meemaken. Bij het eten loop ik te rillen van de kou. Ook leraar Dev is hierbij aanwezig, hij is een vriend van de broer van Upendra. Op de plek waar we overnachten, heeft hij ook een kamer. Het dorp heeft voor mij voor deze nacht wat extra dekens georganiseerd. Echt heel aardig. Er is een schitterende sterrenhemel. Zoals bijna overal in Nepal zodra je Kathmandu verlaat.

Op donderdag 7 januari is het zover. Om 6 uur vertrekken we. We nemen een kop thee en we krijgen brood en eieren mee. Tesamen met een lokale bewoner gaan we met zijn drieën omhoog. Ik had me op een langere klim voorbereid, maar na 30 minuten staan we al boven. Met fantastisch uitzicht op de hoge bergtoppen. Het mooiste is de Gauri Shankar. Ook de Everest is in beeld, maar niet de top, want die zit in de cloud. Aan de andere kant kan je tot in de terrai van India kijken. En opzij een bergkam met wat dorpjes. Als je boven bent, dan moet je er ook even van genieten. We zijn een uur gebleven. De mooiste maand om deze plek te bezoeken is maart als de bloemen rood bloeien. Upendra heeft het al over een ultraloop naar de Phikkal.
Al met al is het een mooie tocht geweest. Ik kan een ieder die naar Nepal gaat Upendra van harte aanbevelen. Je krijgt een geïnspireerde ultraloper mee. En als je wil afwijken van de toeristische routes, neem je de Phikkal.

{b}BATASE TRAIL, 31km, 1300 hoogtemeters{eb}

Ook mogelijk 24 km en 10 km. Als laatste in mijn verblijf in Nepal, heb ik meegedaan met de Batase Trail op zaterdag 9 januari. Met 31 km is deze loop veel en veels te kort voor een ultra. Wel verwacht ik er beduidend langer over te doen dan de 3.18 die ik 3 maanden terug in de Amsterdam Marathon heb gelopen. Maar de voornaamste reden waarom ik het in dit verslag heb opgenomen, is omdat het weer een heel ander soort loop is. Hele andere sfeer, hele andere organisatie.
Het begint met een gezamenlijke bustocht. Kathmandu-Batase 4 uur. Bus is stampvol en dan kan er best nog wel een muziekgroep bij, aangevuld met de beroemde Nepalese artiest Krishna Kaushal. Ik wist dat Joop, Nellie en Cinta Groos meegingen. Blijken wij de enige niet-Nepali te zijn. En dat maakt het juist heel erg leuk. Omdat Upendra en ik nog op de weg terug waren uit Sindhuli, zijn we in Melamchi in de bus gestapt. Om Melamchi te halen, hebben we op het dak van de volle lokale bus moeten zitten. Helaas door de crisis een situatie die vaak voorkomt. Ik vond het een leuke ervaring, Upendra was er niet blij mee.
Wat we hebben gemist, is dat de Batase-bus onderweg is gestopt en dat er hoog in de bergen is gezongen en gedanst. Om 20.30 uur arriveren we in Batase. Het is een project van Take on Nepal, een Australische organisatie van vrijwilligers die bezig zijn met de wederopbouw. Ze hebben al een aantal mooie gebouwtjes neergezet. En een school, mooi en ruim gebouwd. Een belangrijke rol binnen Take on Nepal is weggelegd voor Som Tamang. Hij komt uit Batase en hij woont nu in Australië. Batase is een dorp op 1600 meter hoogte, met uitzicht op een diep dal.

De loop is een mooi groot geheel, waaraan veel kinderen aan meedoen. De opbrengst gaat naar de wederopbouw. De start is zaterdagmorgen om 7 uur. Cinta, Joop, Nellie en ik kijken onze ogen uit hoe een ieder al druk bewegend een warming-up aan het doen is. Waarna de jeugd al heel gretig aan de startlijn gaat staan. Wij gaan rustig van start en al gauw hangen de buitenlanders achteraan. Het eerste deel mogen we genieten van een mooi uitzicht. In de dorpjes staan vele mensen te kijken. Na 7 km gaan we via short-cut-paadjes steil omlaag naar Melamchi. Daar is een verzorging met reep, snikkers, zout, banaan. Helaas geen mineraalwater. Die koop ik onderweg. Dan de jeep-road naar Talamaran. Na 19 km gaan we verder in de droge rivierbedding. We lopen een lang stuk over grote stenen. Ik heb het geluk een vijftal lopers voor me te hebben. Cinta en Joop hebben dat geluk niet, zij moeten in de stenen de weg zien te vinden.
Gelijk daarna wordt het nog leuker. We slaan linksaf en over 2.5 km moeten we 700 meter naar boven. Wel een mooi paadje en boven leuk uitzicht naar beneden. Ik blijk het tempo van die 5 lopers te hebben, we gaan gezamenlijk omhoog. Af en toe even tot adem komen. De 2.5 km gaat in 40 minuten en ik ben na 3.30 uur boven, 24 km. De winnaars van de 31km zijn al lang binnen. Upendra ook. Boven zit ook Nellie. Ik neem even de tijd. Omkleden, eten en drinken.
De laatste 7 km zijn niet lastig. Eén km sterk stijgen en 6 km dalen. Vooral psychologisch werkt dat goed. Ik krijg onderweg nog gezelschap van een lokale bewoner, die 1 km met me meerent tot onze route een afslag maakt. Met een goed tempo weet ik te finishen in 4 uur 48. Om 12 uur ´s middags. Cinta en Joop hebben vandaag 24 km gedaan.
Waar wij de stenen in de rivierbedding vervelend vonden, vindt Upendra dit juist het mooiste. Helaas is hij fout gelopen en heeft hij 1 ½ km teveel gelopen. Hij is niet tevreden met de 3.10. Wij vinden het een geweldige tijd. Winnaar is Tamang in 2 uur 43.

Na afloop is er een entertainment-programma verzorgt door Krishna en de muziekgroep. Sfeervolle muziek, gelukkig geen Bollywoodmuziek. Het hele dorp is uitgelopen om het (op gepaste afstand) mee te maken. Verder met speciale gasten toploopster Mira Rai (wereldtop) , Minister Shanta Manavi en Manu Humagain, (vrouwenrechten). Op het moment dat we ons willen gaan opfrissen, krijgen we te horen dat we op het podium worden verwacht. Krishna wil met ons gaan dansen. En zo geschiedde het, zeer tot vermaak van het grote publiek. Krishna zingt in het Nepali, geen idee wat, maar men vindt het heel amusant. Ben benieuwd of er filmpjes hiervan zijn.
Nog net voor het donker gaat de bus weer terug naar Kathmandu. De meest memorabele bustocht ever. Drie uur rijden over jeep-road met al dat zand keien en kuilen hoog in de bergen. En meer mensen dan zitplaatsen. Vanuit het raam kan je diep naar beneden kijken. En jawel…………………………haarspeldje, scherp en steil omlaag ……..…………. de bus is veel langer. Eerst probeert de chauffeur met zijn 2 bijrijders wat uit, maar helaas. We moeten uitstappen. En dan rijdt de bus eng ver naar (rechts)voren, als het zand onder de wielen gaat schuiven……..brrrrrrrr. Uiteraard komt er een briljante oplossing. De bus rijdt zover mogelijk naar (midden)voren en gaat dan achteruit verder omlaag. Gelukkig is er 300 meter weer een haarspeld, waar we dezelfde grap gaan uithalen. Na de tweede haarspeld mogen we weer instappen en gaan we weer vooruit verder. En we hobbelen weer heerlijk verder omlaag.
Aan de andere kant van het gangpad naast me blijkt Krishna te zitten. Op een gegeven moment krijgen we een mandarijn. En voor we het weten gooien we vele malen een mandarijn tegelijk naar elkaar. En voor ik het doorheb, blijkt de halve bus ons spel te bekijken. Leuk. Om 9 uur arriveren we in Kathmandu, een mooie tradionele ervaring rijker.

Tsja, ik heb Nepal van een hele nieuwe kant mogen beschouwen. Uiteraard heb ik ook de verschrikkelijke gevolgen van de aardbeving gezien. En ik weet dat er nog steeds 3 districten in puin liggen, oa Gorkha. Wat ik vooral wil benadrukken is dat er nog heel veel schoons is te zien. En dat de Nepalezen ons graag zien komen.

Nitish Zuidema
(nitishz <> zoho.com)