Jan Knippenberg Memorial 2014 …. Ik weet waarom ik (ultra)loop

Simon Luckett schreef indertijd voor de nieuwsbrief van zijn club de Kennemerrunners (Haarlem) een verslag van zijn ervaringen tijdens de hele JKM van 2014

{i}Bron: Nieuwsbrief Kennemerrunners, juni 2014{ei}

Jan Knippenberg was een pionier van het ultralopen in Nederland. Bekend van zijn extreme lopen zoals solo 400 km rond het IJsselmeer in 43 uur en 17 minuten in 1979. Jan was van beroep geschiedenisleraar bij onder andere de Openbare Scholengemeenschap ‘De Hogeberg’ in Den Burg op Texel. Hij schreef ook veel over hardlopen met columns in “Runners” in de jaren tachtig. In 1987 schreef Jan een boek “De mens als Duurloper” met een historisch en filosofisch beeld van het bestaan van ultralopen. Dit boek is door velen beschouwd als het beste hardloopboek ooit geschreven in de Nederlandse taal. In 1991 was Jan een van de initatiefnemers achter het opzetten van de Zestig van Texel, het grootste ultraloop evenement van Nederland. Jan is helaas veel te jong overleden (47 jaar oud) in 1995. De “Jan Knippenberg Memorial” loop was opgezet door een stichting waar veel van zijn oude ultraloopvrienden lid van waren. Het idee voor een strandloop kwam uit Jans liefde voor de kust waar hij regelmatig zijn ultralange trainingsafstanden liep. Het is bekend dat wanneer Jan op bezoek bij zijn ouders in Hoek van Holland wilde gaan, dat hij de eerste boot van Texel nam en (in plaats van de trein) rechtstreeks zuid langs de kust naar zijn ouders liep.

Voor de hele Jan Knippenberg Memorial afstand (125 km) mag niet iedereen inschrijven. Ten eerste moet je een kwalificatietijd hebben. Die had ik door mijn tijd bij de Winschoten 100km in september vorig jaar 2013. Tom van de Veldt (partner van Caroline) mocht ook meedoen met een wildcard door zijn sterke optreden in de “Dutch Coast Ultrarun by Night” in februari.

Mijn oorspronkelijk plan was om in te schrijven voor de halve afstand (60 km) maar met de kwalificatietijd …. moest ik wel de hele proberen. Die zou zeker zwaar en een uitdaging zijn, maar ik wilde het doen.

Er zijn voordelen van een loop over het strand. Heerlijke uitzichten, het geluid van de zee en het prachtige vecht tegen de wind. Enerzijds kan lopen op zand verleidelijk zijn, soms een aangenaam ondergrond maar anderzijds zo zacht dat het de kracht weg van je benen zuigt. Ik ben niet onbekend met strand lopen en naast alle edities van de “Kustmarathon Zeeland” heb ik ook de “Scheveningen–Zandvoort Marathon” en vijf keer “de Zestig van Texel” gelopen. Desondanks heb ik altijd gedacht dat ik een matige hardloop techniek had voor het strand.

Deze keer heb ik de training goed aangepakt. Een aantal keer ben ik na werk met de tram van Delft naar Scheveningen gereden en heb hardgelopen richting huis tot Zandvoort. Soms heb ik expres in het donker gelopen om er aan te wennen. Ik liep zonder hoofdlamp en leerde hoe je de beste hardloop grond kan vinden, door de contouren en kleur van het strand te lezen. Hoog genoeg op het strand lopen zodat je niet vastloopt op een zandbank tussen de zee en een geul. Soms dacht ik in het donker iemand anders op het strand te zien, maar dan een strandpaal uit de mist te voorschijnen is gekomen. Mensen vragen hoe kan je trainen voor zo’n lange afstand? Als marathonloper en aspirant ultraloper is mijn antwoord simpel, niks gek doen, kilometers maken en veel herstellen. Trainen door super lange individuele lopen lukt mij niet. Misschien heb ik nog steeds veel te leren?

Eindelijk kwam de dag van de wedstrijd. Gerrit bracht Tom en mij met zijn auto naar “de Hookers” rugby club in Hoek van Holland. Langzaam een voor een kwam de andere lopers aan, sommige duidelijk meer gespannen dan andere. Een half uur voor de start werd iedereen een voor een geïntroduceerd met een persoonlijk commentaar over waarom zij op de start stonden en wat voor kans ze in de wedstrijd hadden. Vijftien minuten voor middernacht hebben wij als een groep gewandeld naar de pier voor de echte start. Bij de startschot was ik blij om eindelijk op weg te zijn.

De estafettelopers en eerste twee individuele lopers gaan snel van start. Na een paar kilometers ben ik in een groep van vier lopers op derde plaats. Een groep vormen tegen de sterke noord wind lijkt een goede tactiek maar ik erger me aan de sterke hoofdlampen en voel dat het tempo iets te opgefokt is. Bij de zandmotor kies ik om ze te laten gaan en probeer zelf de meeste loopbare route door het zand te vinden. Ik vind snel dat ik verassend dichtbij de voet van de duinen loop, 100 meter hoger op het strand dan de groep die de zeelijn lijkt te volgen. Als wij verder langs de kust weer bij elkaar komen, lig ik tot mijn verrassing alleen voor. Ik loop alleen als derde rond een stille Scheveningse haven. Ik zal later op de dag moeten betalen voor mijn moed en te hoge tempo, maar ik heb echt genieten van de strijd in het donker zolang het duurt.

Langs de route elke 12 km zijn er verzorgingsposten bemand door leden van plaatselijke atletiek verenigingen en (oude)ultralopers. Ultralopers zijn alleen een kleine groep maar er is heel snel een band. Over het meeste verlaten deel van het strand tussen Langevelderslag en Zandvoort begint de zon op te komen. Bij de verversingspost in Zandvoort is er ineens, tot mijn verbazing, John Stryker. Hij zegt dat ik waarschijnlijk iemand anders tegen zal komen in IJmuiden. Het is nu vloed bij Bloemendaal aan Zee wat het hardlopen veel moeilijker maakt omdat er alleen zacht zand op het strand overblijft.

Langs Parnassia vind ik het vreemd dat er zoveel mensen zo vroeg op het strand zijn. Richting IJmuiden zie ik van afstand een grote bont geklede groep hardlopers op het strand en als ik dichterbij kom is het duidelijk wie het zijn, een grote groep Kennemerrunners. Het is een totale verrassing dat er zoveel bij zijn en na bijna 7 uur hardlopen krijg ik er kippenvel van. Zo super een aanmoediging had ik niet verwacht en voor mij is dit het hoogtepunt van de hele tocht. Ik probeer een gesprek te houden met iedereen voor ik de snelboot in stap waarbij wij het Noordzee kanaal oversteken.

Na de hardlooppauze in de boot zijn mijn spieren duidelijk stijf en hardlopen komt moeizaam op gang. Mijn tempo zakt duidelijk in maar ik blijf in beweging. Ten noord van IJmuiden is de kust mij veel minder bekend en er zijn delen waar ik voor de eerste keer loop. Bij Bergen aan Zee kom ik Majoie tegen en zij loopt met mij mee naar de Hondsbossche Zeewering. Hier zijn wij even uit de wind maar ik vind het heel warm en na het zand valt het asfalt zwaar tegen. Bij de verversingspost op 100 km zit ik voor de eerst in een stoel als Tom aan komt. Hij zegt dat hij last van zijn kuit heeft maar voor mij lijkt hij nog steeds sterk. De laatste 25 km zijn eigenlijk een stap te ver voor mij, mijn bovenbenen zijn zo verzuurd dat het nauwelijks nog lukt hard te lopen. Snelwandelen met rechte benen gaat nog steeds goed. Na 15 uur en 1 minuten kom ik in Den Helder aan en krijg een medaille van mevrouw Knippenberg (de weduwe van Jan). Tom is 21 minuten voor mij gearriveerd. Bij de finish ben ik niet euforisch maar stiekem wel een beetje trots dat ik het heb gered om naar Den Helder te komen. Overal voelt ik moeheid en weet hoe diep heb moeten gaan. Een uur na mijn finish op de massage tafel is het duidelijk waar de pijnpunten liggen en waarom mijn benen richting het eind geweigerd hebben mee te werken.

Nu zeven week later ben ik volgens mij helemaal hersteld. De wedstrijd was en blijft een intense ervaring. Zonder dat ik het soms goed kan uitleggen weet ik wel waarom ik de uitdaging van ultralopen wil aangaan.

Simon Luckett
(evmsl < > xs4all.nl)

{i}Noot van de redactie. Simon is een heel sympathieke Brit die al jaren in Haarlem woont. Zijn Nederlandse schrijfstijl hebben we bewust niet veranderd. {ei}