GTLC 105 km 2018

Hans Lems: “Er zijn van die races waar je een haat liefde verhouding mee hebt. De Swiss Iron trail T201 is er zo een. Alleen wordt de T 201 dit jaar niet meer gelopen; te weinig deelnemers. Een andere is de GTLC in Surrister.”

Er zijn van die races waar je een haat liefde verhouding mee hebt. De Swiss Iron trail T201 is er zo een. Alleen wordt de T 201 dit jaar niet meer gelopen; te weinig deelnemers. Een andere is de GTLC in Surrister. Ieder jaar denk ik weer dat ik daar het volgende jaar niet meer aan de start verschijn. En om een raadselachtige reden sta ik er het volgende jaar wederom. De “uitmuntende parkeergelegenheid” voor de voertuigen der deelnemers op een smal weggetje van ongeveer 2 meter breed en de waarschuwing dat je auto wordt weggesleept door de lokale politie mocht je het vermaledijde idee hebben om hem in de berm te parkeren. Dan ’s nachts om 2 uur op, 3 uur in de bus en om 4 uur de start bij het meer van Butchenbach. De beperkte verzorgingsposten op de race van 105 km. En dan nog de laatste edities gemiddelde temperaturen rond de 30 graden en maar 5 waterposten doet je wel eens meerdere malen achter je trailoren krabbelen; waar ben ik in vredesnaam mee bezig!

Gelukkig was ik as usual als een van de laatste vertrokken en had aan een aantal medetraillopers het advies gegeven om de stad Malmedy niet zonder vers water te verlaten. De waterpost komt n.l. na Malmedy en wel na een ellendig MTB parcours dat energie vreet. Helaas kwam ik op dat MTB parcours lopers tegen die met uitgedroogde Camel Bags finaal geparkeerd stonden. Ik heb nog een landgenoot geassisteerd die het echt niet meer zag zitten. Een half flesje cola en een zakje chips hebben hoop ik zijn leven gered. Op rond 55 km was het een slachtveld aan het worden. Lijkwitte gezichten en vele uitvallers. Eerlijkheid gebied te zeggen dat ik een beetje aan het valsspelen was . Mijn lieftallige schuimpje reed rond met haar auto en kon mij op allerlei punten extra bevoorraden. Koud alcoholvrij bier en cola, chips en ijsblokjes in je bidon; wat wenst een trailloper nog meer. Al gauw hadden meerdere lopers mijn vrouw in de smiezen en maakten dankbaar gebruik van haar verzorging.

Op 85 km aangekomen hoorden we van de organisatie dat we eigenlijk niet meer verder mochten , terwijl we nog 15 minuten hadden voor cut off. Er ontstond een stevige discussie tussen leden der organisatie of wij nu wel of niet groen licht zouden krijgen om de laatste 20 km af te leggen. Tot slot mochten ik en Amerikaan Michael door, omdat wij er nog redelijk uitzagen. We moesten de resterende 12 km tot de volgende post in 2 uur afleggen. 6 Km over wederom de bekende Ardenne wortels en stenen langs kabbelende riviertjes. Dat zou zeker voor mij lastig worden. 5 Minuten voor closingtime arriveerden Michael en ik bij de laatste post. Voor ons ongelofelijk, zeker na al die vele uren wortels, stenen en zachte veengrond daarvoor. Voor de laatste 9 km hadden we nog genoeg tijd om te finishen.

Na 17 uur en een beetje kwamen we binnen. We hoorden later dat van de ongeveer 180 deelnemers 50 procent was uitgevallen. Hulde aan mijn vrouw die er voor gezorgd heeft dat ik geen DNF aan mijn trailbroek kreeg. Sta ik volgend jaar weer aan de start ? Ik denk het wel. Traillopen is het totale pakket; de reis er naar toe, het vinden van een goede overnachtingsplek, de vaak onmogelijke starttijden en af en toe het te vervloeken parcours en weer. Toch zou ik die sport voor geen goud willen missen.

See you bij de Zugspitze Ultra en de Lavaredo.

Groet,
Hans Lems