{i}de Volkskrant, dinsdag 22 april 2003, pagina 22, Sport{ei}
De 60 of 120 kilometer van Texel of de marathon van Rotterdam? Voor de ware ultraloper is de keuze niet moeilijk. Texel, het eiland van wijlen Jan Knippenberg, bestaat immers uit `heilige grond’. Jan loopt het laatste stukje altijd mee.
{i}Door Rolf Bos{ei}
Ziet hij onderweg een halfdode meeuw in de branding liggen, dan wordt de drang om te stoppen met hardlopen bijna te groot. Vroeger had hij misschien ook echt halt gehouden, tegenwoordig loopt de ultraloper door en hoopt hij maar dat er straks een badgast langskomt die het beest met een steen op z’n kop uit zijn lijden verlost. Soms wordt al het leed van de wereld ultraloper Wim-Bart Knol wel eens te veel. Dat had hij vroeger nog veel meer last van, toen hij nog trainde voor de triatlon. Was hij samen met Thea Sybesma aan het fietsen, zagen ze een dood, aangereden konijn langs de weg liggen. Sloeg hij de training meteen over.
Die tijd is voorbij, al voelt hij zich nog steeds schuldig als de buurvrouw ziek is, en hij gaat hardlopen. Of als zijn zus, die arts is in een ontwikkelingsland, hem vraagt waar dat lopen nou eigenlijk goed voor is. Zo’n vraag, die natuurlijk niet te beantwoorden valt, doet hem meteen weer in de put belanden. Vaak voelt Knol zich onbegrepen. Heeft hij vanwege zijn vele werk nauwelijks getraind. ‘Slechts’ vijf weken honderd kilometer per week, start hij daarna toch op de Spartatlon in Griekenland. Is hij hartstikke gelukkig dat hij met die geringe trainingsomvang 200 kilometer lang op een vierde plaats kan lopen. Helaas is die legendarische helletocht tussen Athene en Sparta 46 kilometer langer. Dat hij dan toch op dat 200-kilometerpunt ‘als een gelukkig mens’ uitstapt, dat begrijpen veel van zijn collega-lopers niet. Dan ga je toch door en finish je in Sparta, bij het beeld van koning Leonidas, desnoods als negende? Nee, zegt Knol, ik word niet blij van een negende plaats.
Gisteren, tweede paasdag, was het vrij rustig in het hoofd van Knol. Hij draafde over strand en asfalt onbedreigd naar de zege op de 120 kilometer van Texel. Meteen na de start, rond half vijf ’s ochtends op de wielerbaan van Den Burg, was hij al weggelopen van de rest. De bijna tien uur durende dubbele ommegang langs De Muy, De Slufter, De Koog en De Cocksdorp legde hij solo af, slechts op de fiets begeleid door Kees Smit, de broer van de vorig jaar op La Reunion omgekomen ultraloper Guus Smit. Smit verongelukte in oktober vorig jaar op het Franse eiland in de Indische Oceaan als deelnemer aan ultraloop de Grand Raid. Op een smal bergpad gleed hij uit en stortte hij in een vijftig meter diep ravijn.Smit was in 1999 nog winnaar van de tweejaarlijkse ultraloop op Texel geweest. Knol trad maandag in zijn voetsporen. Hij won de wedstrijd over 120 kilometer. Fraaie prestatie, daar niet van, maar eigenlijk is dat – oneerbiedig gezegd – slechts een bijnummer. Want de hoofdafstand gaat over ‘slechts’ 60 kilometer, ruwweg de omtrek van het grootste Waddeneiland. Sinds 1991 bestaat die 60 kilometer-ultraloop, op instigatie van duurloper Jan Knippenberg. De hardlopende historicus, auteur van het inmiddels klassieke boek {i}De Mens als Duurloper{ei}, zette in 1993 op veler verzoek ook de dubbele afstand op het programma. Zelf liep Knippenberg in 1995 nog mee, maar de bebrilde draver moest na 80 kilometer verzwakt naar huis worden gebracht. Enige tijd later bleek dat hij ongeneeslijk ziek was, in november van dat jaar overleed hij.
Voor de ware ultraloper is Texel, eiland van Knippenberg, ‘heilige grond’. Elke keer weer als hij richting de finish loopt, moet Veron Lust dan ook aan ‘Jan’ denken, die begraven ligt op de kleine begraafplaats op de Hoge Berg. Jan, zegt Lust, loopt dat laatste stukje langs tuinwallen, schapenboeten en hakbosjes altijd mee. Lust, die gisteren de wedstrijd over 60 kilometer won, had ook vorige week de marathon van Rotterdam kunnen lopen. Was hij met zijn persoonlijk record van 2.27 vast van voren gefinisht. Maar de wetenschap dat er in Den Burg voor de winnaar een oude schoen van Knippenberg ligt te wachten, gaf de doorslag om toch voor ‘Texel’ te kiezen. Lust en Knol zijn verschillende lopers. Knol is een echte ultraloper, compleet met de twijfels die het hoofd soms op hol brengen. Lust is de traditionele marathonloper die zich ook waagt aan langere afstanden dan de 42 kilometer. Lust, die onlangs nog kampte met een longontsteking, ging nog nooit voorbij 100 kilometer. In de nabije toekomst wil ook hij wel eens wat verder. Volgend jaar lijkt een zesdaagse wedstrijd in New York hem wel wat. Zes dagen hardlopen in een sporthal – in de 19de eeuw was dat al een populair verschijnsel. Samen in de VS draven met het ultraloopfenomeen Ron Teunisse, die er gisteren op Texel wegens een buikgriepje niet bij was. En ooit, over een jaar of vijf, zes, waagt ook Lust zich natuurlijk aan die fameuze Spartatlon. Samen wellicht met Luc Krotwaar, met wie hij onlangs nog in Iten, Kenia trainde. Krotwaar richt zich nu nog op de 42 kilometer in wedstrijdverband, maar Lust weet zeker dat ook hij eigenlijk voor de ultraloop in de wieg is gelegd.
Wim-Bart Knol heeft zijn zinnen al weer op een eerdere editie van de Spartatlon gezet, de tocht die hij volgend jaar – een olympisch jaar immers en dan krijgt zo’n niet-olympische afstand toch ook wat meer cachet – nu eindelijk eens met goed gevolg wil afleggen. Dat een Nederlander daar goed kan presteren bewees Teunisse, die in Sparta al tweemaal tweede werd. Ook Jeffry Oonk bleek vorig jaar als debutant goed in het ware spoor van boodschapper Pheidippes te kunnen draven. Hij finishte, in de editie dat Knol weer eens onbegrepen uitviel, als derde. Oonk reed maandag in een volgauto over Texel. Meelopen door zand en duin was niet mogelijk. Twee weken geleden werd de in mensapen gespecialiseerde bioloog aan een meniscus geholpen. Een tijdelijk ongemak, Oonk begint volgende week weer met de training voor de Spartatlon. En misschien loopt hij dit jaar ook wel de Desert Cup, een 160 kilometerlange hardloopwedstrijd in JordaniĆ«. Heerlijk draven schijnt het daar in de woestijn te zijn, met veel zand en slechts dertig kilometer asfalt. Net als Texel eigenlijk.
{i}Copyright: de Volkskrant{ei}