{u}{b}Goede tijd in hete Maasmarathon voor koudweerloper{eu}{eb}
4,30 uur ’s morgens. Ik kom uit bed en zet meteen de TV aan om te kijken wat weer het gaat worden. Ik ben net op tijd want het weerbericht begint net. Maar wat ik hoor stelt me niet erg tevreden. Weinig wind, en heel veel zon. Mooi terrasjesweer, belooft hij. Maar ik ga niet op een terras zitten, ik wil lopen en wel van Visé naar Maastricht en terug. Het gevreesde Texelscenario doemt weer voor mijn ogen op. Maar veel tijd om erover na te denken gun ik me niet. Ik moet binnen het kwartier reeds vertrekken om eventjes acht kilometer te voet naar het station te gaan. Zo vroeg rijden er hier nog geen bussen ( ik woon dan nog wel aan de stadsrand). Ik haal het station net binnen het uur en neem de trein naar Brussel, dan een naar Luik en vervolgens eentje naar Visé. Om 8,40 uur ben ik reeds ter plekke. Gauw mijn nummer halen denk ik. Natuurlijk kom ik Vincent, Jos en Theo tegen. Het nummer moet nog wat wachten. Dan eindelijk naar de start. Gespannen? Niet meer hoor. Vijf minuten later klinkt het schot en we vliegen erin door eerst een rondje rond de stad te lopen. Dan richting Maas. Het is al warm en het wordt zweten vandaag. De eerste kilometer is wat traagjes, 4,35 minuten, ik krijg zware kuiten. Als daar maar weer geen kramp van komt. Ik heb er echt schrik voor. Maar dan ben ik gelanceerd en loop ik vlotjes naar 5 km-tijden van 21,20 minuten. Ik kom Inez Jaquemart tegen en blijf even bij haar. We passeren samen het 14 km punt in net één uur. Oei! dat gaat snel. Razendsnel zelfs. Dan volgt een moeilijke kasseistrook en ze moet lossen. Ik verlaat haar en loop alleen verder en mag een klein klimmetje maken. Hier staan er al veel stil, wat gaat dat later worden? Ik kom rond de 18 km en zie twee personen in mijn richting komen. Eén van hen draagt een Spartathlon shirtje. Is dat niet…? Jawel hoor, het is de enige echte Sparta’ton’ (Smeets) die met vriendin even langs ons heen traint. Ik roep en hij herkent me ook. Even de hand omhoog en weer verder. Net voor Maastricht komt het halve marathonpunt en wat ik had gedacht gebeurt. Ik kom razendsnel door in 1,29 uur. We ronden de prachtige stad en krijgen de wind van voor. Voor menigeen moeilijk, voor mij een verademing. Ik vlam door en haal menig collega-ultraloper in. Zoals Rudi Vercruysse met een onbekend drietal en later Edwin Lenaerts die er even doorzit. Ik nodig hem uit om in mijn spoor te kruipen wat hij meteen doet. Hij houdt het echter maar twee kilometer vol want bij het eerste het minste heuveltje lost hij. Geen nood echter. Hij is wat gewoon en komt er wel. Overal langs de omloop staan muziekbandjes die op vaten trommelen. Wat een prachtig lawaai. We krijgen er vleugels van. Dan komen de laatste twee kilometers op me af. Weer komt een collega-ultraloper op me af. Het is Jan Vandendriessche die nog wat uitloopt. We groeten elkaar en volgen beide onzer weegs.Nog een kilometer. Nu nog even wat klimwerk en dan rechtsaf dalen naar de streep. Ik finish in 2,58.26 uur ( 2e halve marathon ook in 1,29 u), best tevreden want op dit parcours nog nooit onder de 3 uur gefinished, en geen krampen gehad tijdens de race. Wel weer ontzettend veel zout verloren te zien naar mijn shirtje. Ik moet zo rond de 50e plaats geëindigd zijn. Ik ga nog wat naar mijn vrienden zoeken en twee per twee komen ze langs gelopen. Eerst nog enkeling Henri Okkersen, dan Jos en kompaan en daarachter Theo en Vincent. Iedereen blijft onder de vier uur. Allen weer goed gelopen. Dan begeef ik me naar de trein. Hier begint mijn lijdensweg weer. Ik kom tot rust en dat gaat goed tot mijn maag begint op te spelen. Ik moet herhaaldelijk overgeven. Ook net buiten het station in Antwerpen. Hier sta ik even gebukt als een man op me afkomt. “Je moet wat minder zuipen” vertelt hij me. En ik dacht dat ik net vééééél moet drinken…
Kloek Patrick