Op een parcours van 1610 meter moet je in 6 uur nogal wat rondjes draaien. De week ervoor waren we dat al gewend in den Haag, dus kwamen we optimaal voorbereid naar Hoofddorp. Dat was echter niet nodig, want het was voor Regina, Theo en mij niet de bedoeling een goede prestatie neer te zetten, maar wat uit te lopen van de 12 uur. Regina zou al blij zijn met 48/49 km, Theo met 52/53 en ik dacht bij flink mijn best te doen zo rond de 55 km uit te komen.
Na het afhalen van de nummers (voorinschrijving) krijg ik te horen niet te hebben betaald. Twee weken geleden heb ik het inschrijfgeld via internet bankieren overgemaakt, maar deze handeling schijnt mislukt te zijn. Vorige maand heb ik er nog een cursusje (1½ uur) voor gevolgd. Het was mijn eerste online overschrijving. Ik zal maar op herhaling gaan. Lopen is gelukkig simpeler en daarom voor mij interessanter. De locatie lijkt me een privé-terrein, waar aan de naambordjes te zien is, dat er een sociale werkplaats gevestigd is.
Er staan 54 deelnemers aan de start, waarvan er diversen ook in Vlaanderen en den Haag meegelopen hebben. De eerste ronde praat ik niet veel, maar geef mijn ogen goed de kost. Als je 6 uur lang elke 10, 11 of 12 minuten hetzelfde landschap of uitzicht op je netvlies te verwerken krijgt, is het de vraag of het parcours je voldoende impulsen geeft om er een mooie loop van te maken. Dat valt niet tegen, vooral niet op het geasfalteerde gedeelte waar leuke scherpe bochtjes inzitten, met dan weer een goed uitzicht op degenen die voor je lopen. Het onverharde stukje valt niet mee. In het begin nog wel, maar later ga je de grootste steentjes ontwijken, uit vrees onstabiel neer te komen. Al na enkele ronden wordt ik ingehaald door Ron (nu heb ik hem ook eens in het echt gezien) en Veron. Tom en Philip volgen ieder afzonderlijk op afstand. Ik passeer Willem Mutze die aan het snelwandelen is en dit inderdaad snel kan. Op 20 juli loopt hij al voor de 20e keer de 50 km in Osnabrück. Hij kan er heel enthousiast over vertellen. Dan loop ik enkele ronden met Gijs die vertelt dat hij de dag ervoor ook al wat kilometers gemaakt heeft. Patrick zit ook vooraan, doet het in het begin goed, maar zakt later vanwege zijn knieblessure wat terug. Simon houdt er na 3 uur mee op. Hij is in training voor een snelle marathon. Een hele tijd loop ik samen met Gerry. Ik bewonder de snelheid waarmee ze de bekertjes cola achterover slaat, bij mij gaat dat allemaal wat trager. Tussen de 3½ en 4 uur begin ik de spieren van mijn bovenbenen te voelen, waarschijnlijk zijn er de afvalstoffen van vorige week nog niet uit, hoewel een sportmasseur er wel haar best op gedaan heeft. Gerry merkt dat ik wat meer moeite moet doen om vast te houden. ‘Lukt het nog?’, vraagt ze. ‘Ga maar’, zeg ik. Dat is net voor het marathonpunt, waar ik in 4.08 doorkom. Ik laat mijn tempo wat zakken en kom in 5.01 door op de 50 km. Jan Paagman maakt een praatje en zelfs hij zegt dat het wat moeilijker gaat.
Om de twee ronden drink ik en neem wat banaan en koek. Het voordeel van een klein parcours is dat je weet waar je aan toe bent, vooral voor je verzorging is dit belangrijk. Op het parcours is behalve enkele supporters, weinig publiek. Zo’n 50 meter voor de finish staat er wel een enthousiast groepje. Ze gebruiken niet alleen hun stembanden, maar hebben ook herriemakende ratels (bestaan die nog!) bij zich. Ze peppen je iedere doorkomst op, waardoor je automatisch wat versnelt. Ik zie Cees van der Woude, die sinds de blessure van een 100 km in Italië nog steeds niet op zijn oude niveau is. Regina en Ineke lopen samen en kunnen hun aanvangstempo mooi handhaven. Het lijkt erop dat ik aardig herstel, het gaat beter. Ik bereken dat ik boven de 55 km uitkom, maar de 60 niet haal. Gerry passeert me, ze loopt als een speer en zet me bijna op 2 ronden. Ik loop even met Rob van den Hoek, maar moet hem laten gaan. Gijs loopt altijd een betere tweede helft, hij haalt me in. Aan de top zijn de positiewisselingen duidelijk waarneembaar. Ron moet wat terug en Tom gaat erover heen. Philip en Veron liggen op kop. Met nog 14 minuten te gaan probeer ik er nog een rondje uit te persen. Dat lukt me zelfs zo goed dat ik er nog 455 restmeters bij loop.
Iedereen is er nog, als anderhalf uur later de prijsuitreiking plaats vindt. Het benieuwd me iedere keer weer of de M60 klasse voldoende deelnemers heeft, zodat ook zij in hun eigen categorie worden ingedeeld. Dit komt steeds minder voor. De vergrijzing in de sport schijnt mee te vallen. Regina overtreft haar eigen verwachting, ze loopt 53,947 km, wat haar een fraaie podiumplaats oplevert. Theo komt tot 55,329 en Jos laat 55,662 noteren. Ik zit niet veraf van de 60, het is 59,459 km geworden. Dat ronden tellen zonder Championchip mensen werk blijft, blijkt in de uitslag waar Gijs, die mij in een van de laatste ronden passeert, na mij geklasseerd wordt. Aan de hand van de doorkomsttijden zal alles nog eens grondig nagekeken worden, beloofd de organisatie.
We gaan met een goed gevoel weer richting Brabant. Het was een mooie dag in Hoofddorp, waar wij als lopers in het middelpunt stonden, dankzij de vele vrijwilligers, onontbeerlijk bij het organiseren van zo’n evenement. Chapeau.
{b}Vincent Schoenmakers{eb}