Een mens kan veel meer dan hij zelf soms denkt (TEL 2003)

Cor Westhuis schreef een terugblik over zijn bijzondere sportjaar 2003

De redactie van UltraNed dankt Herman Weening voor het doorzenden en de toestemming om de terugblik van Cor Westhuis te plaatsen.
Verantwoordelijk redacteur: Martien Baars

———–
Beste ultravrienden/vriendinnen

De afgelopen zomer hebben wij op onze site www.dehardloopkrant.nl het digitale dagboek “Cor Westhuis in de Trans-Europe Footrace” verzorgd. Zoals velen van jullie weten werd het een zegetocht voor de kleine Napoleon uit Dalfsen. Nu werd aan het eind van het jaar ook nog eens het record meest gelopen marathons in één jaar door hem op 82 gebracht. Voldoende reden voor ons om Cor te vragen voor onze lezers een terugblik te schrijven op dit bijzondere sportjaar. De liefhebbers van de ultrasport willen we dit zeker niet onthouden, dus bij deze zijn terugblik op 2003. Wat ons betreft is hij de ultraloper van 2003.
Op onze site verder te lezen

Ode aan Westhuis – een prachtige sonnet van Kees Keizer – http://www.dehardloopkrant.com/artikel38.php

Cor Westhuis vestigt een uniek record – http://www.dehardloopkrant.com/artikel20.php
Voor de liefhebbers is er in ons archief nog veel meer nieuws over Westhuis te vinden. Eerst wel even aanmelden. (Is gratis overigens)

Een ieder nog een gezond en gelukkig 2004 toegewenst

Met vriendelijke groet,

Herman Weening
redactie@dehardloopkrant.nl
Adres: Floralaan 106, 7772 MZ Hardenberg, Tel 0523-265870, Fax 0847-167344

—————–

Door Cor Westhuis

{b}”Een mens kan veel meer dan hij zelf soms denkt”{eb}
Ik heb het gehaald ( 82 x !)
Ja, ik weet eigenlijk niet goed wat ik moet vertellen over afgelopen jaar. Er is al zo veel over geschreven en er is al zoveel over vermeld op de site www.dehardloopkrant.nl. Het is een jaar geworden om nooit meer te vergeten met natuurlijk het absolute hoogtepunt” het volbrengen van de Transeurope –Footrace en het toetje achteraf “het Nederlandse record van 82 marathons in 1 jaar”. Alle wedstrijddagen van 2003 ( en dat zijn er heel wat geweest) staan nog haarfijn in mijn geheugen gegrift.

{b}Stoppen{eb}
Eigenlijk was ik van plan in 2003 te stoppen met het lopen over die lange afstanden. Maar ja dan komt de mogelijkheid om mee te doen aan de Transeurope- Footrace. Lopend van Lissabon naar Moskou over een afstand van ruim 5000 km. Meedoen aan de langste wedstrijd in de roemrijke atletiek geschiedenis, 63 dagen achter elkaar ( geen enkele dag rust) bijna 2 marathons per dag ofwel een afstand van gemiddeld 80 km. Een geweldige uitdaging maar tevens een gigantische opgave om dat te volbrengen. Want eerlijk gezegd had ik toch wel mijn bedenkingen of ik dit wel aan kon. Afgelopen winter heb ik vaak moeten denken aan mijn gevoelens bij de eerste in Nederland georganiseerde etappeloop, de Elfstedentocht in 1998 over ruim 200 km. 5 dagen achterelkaar meer dan een marathon lopen!

{b}De voorbereiding{eb}
Ik weet nog heel goed dat ik toen al mijn twijfels heb gehad of dat wel goed was voor een mens en of ik dat wel aan kon. Toch vond ik het achteraf zo leuk en ging het mij eigenlijk zo goed af dat ik van af dat moment van etappewedstrijden ben gaan houden. Misschien kwam dat ook wel om dat mijn vrouw toen voor de eerste keer fietsend meeging. Vooral het gedurende meerdere dagen met elkaar optrekken was heerlijk. Het s’avonds gezamenlijk eten, een biertje of een glas wijn drinken, was elke dag weer een hoogtepunt. Na de elfstedentocht volgden het Pieterpad ( in 1999, 2000 en 2001 – 500 km. in 7 dagen ) en de Spreelauf ( in 2002 – 420 km in 6 dagen) Maar ja al die etappelopen vallen natuurlijk in het niet bij de opgave om 9 weken achter elkaar bijna elke dag een dubbele marathon te lopen. Na een goede wintervoorbereiding waarbij ik elke zaterdag trainingsafstanden van tussen de 70 en 90 km aflegde was ik in het voorjaar voor mijn gevoel in supervorm. De marathon van Diever op 8 maart liep ik “ met 2 vingers in de neus” in 3 uur 34 min. Een dag later liep ik op de 6 uur van Stein nog een afstand van bijna 64 km. Achteraf had ik in dit weekend toch iets te veel gevraagd van mijn lichaam. In de er op volgende week kreeg ik een irritatie aan mijn lies ( altijd al een zwakke plek van mij geweest). Het heeft betekend dat ik bewust direct een grote stap terug heb gedaan en in de maand voor de start nog geen 20 km per week heb gelopen. Wel heb ik frequent de sportstudio bezocht en vele oefeningen heb gedaan om de spieren op sterkte te krijgen. Het grote voordeel was wel dat ik op 19 april super uitgerust aan de start stond in Lissabon. Samen met nog 44 door de wol geverfde lopers uit 16 landen hadden we maar 1 doel en dat was om te proberen over 9 weken in Moskou aan te komen.

{b}Trans-Europe Footrace{eb}
Ja, over de wedstrijd zelf is natuurlijk heel veel te vertellen maar dan zou het verhaal veel te lang worden. Bovendien heeft de www.dehardloopkrant.nl daar op een geweldige en vakkundige wijze ( Herman nogmaals bedankt) zeer uitvoerig verslag van gedaan. Daarom beperk ik mij maar tot enkele feiten. De eerste paar weken heb ik mij gedwongen om rustig te lopen. Eerst België maar proberen te halen. Trachten blessurevrij de eerste weken door te komen. Dat dit een verstandig uitgangspunt was bleek al snel. Zoals zoveel gebeurt in hardloopwedstrijden gebeurde ook hier. Veel lopers gingen de eerste weken gewoonweg te hard. Na 14 dagen lagen er al 16 lopers uit. Sommige lopers hadden naast de gebruikelijke lichamelijke klachten ( blaren, ontstekingen, stijfheid) ook mentale problemen om zich elke dag maar weer op te laden voor afstanden van bijna honderd kilometer. Na 4 weken waren er nog slechts 22 lopers in de strijd. Uiteindelijk hebben 21 lopers Moskou gehaald. De organisatoren hadden vooraf op een aantal van tussen de 10 en 15 lopers gerekend. Na 2 weken stond ik op 18 plaats en halverwege op 10e plaats. Door een scheenbeenontsteking werd ik in Duitsland weer teruggeworpen tot een 12 positie. Toen ik deze ontsteking kreeg in Sauerland ( waarschijnlijk een gevolg van het te snel dalen) had ik het gevoel van “dat is einde wedstrijd” Na een paar dagen op de tanden bijten en in de achterhoede lopen verminderde de pijn geleidelijk en na ruim een week kon ik weer met de besten mee. In Polen heb ik een top week gehad, waar ik met heel veel genoeg op terug kijk. Dit was elke dag het lopen van een topwedstrijd op bijna 95 % van je kunnen. Die dagen eindigde ik steeds tussen de 5e en 8e plaats.

{b}De feiten{eb}
De gelopen afstanden en de tijden geven enigszins een beeld van de snelheid.
40e etappe: 97,4 km – 11.08 45e etappe : 86,8 km – 9.09
41e etappe : 85,2 km – 9.05 46e etappe : 81,4 km – 8.06
42e etappe : 87,4 km – 9.23 47e etappe : 90,1 km – 9.06
43e etappe : 70,1 km – 7.36 48e etappe : 90,0 km -10.09
44e etappe : 78,7 km – 8.18 49e etappe : 76,4 km – 8.13

Als je dit over ziet dan denk ik dat alleen de echte ultralopers zich daar iets bij voorstellen. Elke dag maar weer en dat vele weken achter elkaar tussen de 8 à 11 uur hardlopend doorbrengen. Uiteindelijk ben ik, op een vooraf niet voor mogelijk gehouden, 8e plaats geëindigd in een tijd van 588 uur over de 5038 km, ofwel een gemiddelde van 8,6 km per uur.
De toptien van het eindklassement zag er als volgt uit:
1e plaats Robert Wimmer – Duitsland – 480 uur en 29 min.
2e plaats Martin Wagen – Zwitserland – 494 uur en 44 min.
3e plaats Wolfgang Schwerk – Duitsland – 501 uur en 32 min.
4e plaats Janne Kabkaansyrja- Finland – 510 uur en 33 min.
5e plaats Karl Graf – Duitsland – 512 uur en 46 min.
6e plaats Luc Dumont – Frankrijk – 547 uur en 43 min.
7e plaats Dusan Mavlje – Slovenië – 565 uur en 42 min.
8e plaats Cor Westhuis – Holland – 588 uur en 47 min.
9e plaats Hans Jurgen Schlotter- Duitsland – 591 uur en 40 min.
10e plaats Joachim Hauser – Duitsland – 593 uur en 53 min.

{b}De finish en de huldiging{eb}
Je kunt je voorstellen dat ik een bijzonder gelukkig iemand was toen ik in Moskou de finishstreep bereikt had. Vooral de laatste 2 weken waren zowel fysiek als mentaal erg zwaar. Ik kreeg steeds meer last van mijn bovenbenen en mijn liezen. Het duurde elke morgen langer voor ik weer een beetje in het ritme terecht kwam. En dan die eindeloze vierbaansweg. Meer dan 1000 km, afleggen over de vluchtstrook van een vierbaansweg was mentaal (ook niet voor mij) soms niet vol te houden. Alleen het feit dat je al een geweldige inspanning hebt moeten leveren om zo ver te komen en het feit dat je het eigenlijk niet kunt maken tegenover mijn vrouw en zoon, die me tijdens deze loop zo geweldig hadden ondersteund, en alle supporters thuis ( waaronder vooral het college van de gemeente Dalfsen, Henk Borgmeier en Herman Weening) hebben me toen op de been gehouden. Ik wilde ook beslist mijn duur bevochten 8e plaats behouden. Ja, en eenmaal thuis dan leef je een week lang in de wolken. De fantastische huldiging op het bordes van het Gemeentehuis. De aanwezigheid en de mooie woorden van Herman Weening, de cadeaus. Prachtig allemaal.

{b}Veel energie gekost{eb}
Maar, zoals het hoort, pak je het gewone leven weer vrij snel op. In de zomermaanden kwam ik er toch achter dat de tocht ontzettend veel energie heeft gekost. Het lopen wilde totaal niet, ook al wilde ik nog zo graag. De zwaar overbelaste liezen waren zo gevoelig dat ze bij elke aanspanning pijn deden. Het was ook de reden dat ik niet mee heb kunnen doen met o.a. de halve marathon in Dalfsen, de 100 km van Winschoten en de 24 uur in Uden. Gelukkig heeft op de 100 km in Winschoten mijn opvolger in Overijssel zich als ultraloper in de schijnwerpers gelopen. Henk Meppelink werd daar 3e in het Nederlands kampioenschap bij de mannen senioren in een geweldige tijd van onder de 10 uur. Ik heb het aan de organisatoren van de Ultraloop Amersfoort (6 uur + marathon) en aan Han Frenken te danken dat ik dit najaar nog de nodige marathons ben gaan lopen. De organisatie in Amersfoort wilde graag dat ik het startschot loste op 5 oktober. Aangezien ik daar toch was heb ik de voor de eerste keer (vanaf half juli) de loopschoenen maar weer eens aangetrokken. Na een moeizaam begin liep ik toch de marathon binnen de 6 uur.

{b}Het record{eb}
Han Frenken ( medeschrijver van het mooie boek “ultramarathon – de uitdaging van de 21e eeuw “ en medeorganisator van de 6 uur van Stein ) overtuigde mij van de mogelijkheid om het Nederlands record van Sjoerd Slaaf – het aantal volbrachte marathons in 1 jaar – te kunnen breken. “Je hebt nu een unieke kans die je nooit weer krijgt. Je krijgt er later spijt van als je het niet geprobeerd hebt” waren zijn woorden. Achteraf ben ik hem erg dankbaar voor zijn mentale oppepper. Ondanks dat ik tussendoor ook geen enkele kilometer meer trainde volbracht ik in de laatste maanden van het jaar, met de nodige moeite vanwege nog steeds pijnlijke liezen, nog 11 marathons: de Soester Bosmarathon – de Herfstmarathon van Etten-Leur – de Berenloop op Terschelling – de Ruhrsee-marathon in Duitsland – de 50 km in Soerendonk – de Zuiderzeemarathon van Urk naar Zwolle – de marathon van Purmerend – de Sibengebirgsmarathon in Duitsland – de Dieverzand Boscross Marathon – de 6 uur van Epe – en tenslotte de Grottenmarathon in Valkenburg. Hoewel de tijden ronduit slecht waren (allemaal ruim boven de 4 uur) en ik vaak als laatste eindigde, had ik het gevoel dat het steeds beter ging. De herstelperiode van stijfheid werd steeds korter en in het afgelopen weekend kon ik zowel de 6 uur van Epe als de zware Grottenmarathon volbrengen.
{b}Rustig aan{eb}
Vooral de 81e marathon – 6 uur van Epe – was heel bijzonder. Naast een aantal familieleden stonden de burgemeester van Dalfsen – Leo Elfers – evenals 3 wethouders langs de baan als supporters om mij aan te moedigen. Mijn motto “ een mens kan veel meer dan hij zelf soms denkt “ en “als iemand een halve marathon goed kan uitlopen kan hij ook een hele marathon lopen” werd op deze dag bevestigd door mijn zoon en a.s. schoonzoon. Beiden trainden nog nooit meer dan 10 à 15 km. En beiden hadden dit jaar voor de eerste keer een halve marathon gelopen. Zij verkozen maar om mee te doen in plaats van langs de kant te gaan staan. Beiden versloegen mij en haalden bijna 50 km ( klasse hè). Ja, en nu rest mij niet anders dan nagenieten en de komende periode mijn lichaam de toch wel noodzakelijke rust te geven. De komende periode zal in ieder geval een jaar duren. Gewoon wat kleine afstanden voor mijzelf lopen. Misschien aan wat kleine wedstrijdjes meedoen. Ik zal in ieder geval de marathon ruim onder de vier uur moeten kunnen lopen wil jullie mij weer op een marathon aan de start zien staan.
Ik wens alle lopers voor 2004 nog heel veel loopplezier ( het allerbelangrijkste onderdeel van het lopen) toe en eindig met mijn motto: “Een mens kan veel meer dan hij zelf soms denkt” “Als hij maar in zichzelf blijft geloven en positief blijft denken”

Groetjes, Cor Westhuis
© dehardloopkrant.nl