De Sittard-playlist. Een verhaal in 14 liedjes
24 uur. Showtime. Dopjes in, playlist op repeat, let’s go.
HUMBLE (Kendrick Lamar)
Anderhalf uur voor de start begint het te regenen. Mijn tafeltje staat al langs de baan waar het moet gaan gebeuren. Ik stel het omkleden uit en ga in de auto zitten, laat de rugleuning zakken en mediteer. Voor het geval ik het onderweg weer vergeet heb ik alles uitgeschreven. Concrete antwoorden op vraag waarom ik dit ga doen, waarom ik ervan overtuigd ben dat het gaat lukken en wat me daarbij zal helpen. Iemand vraagt me wat mijn doel is. Ik houd het bewust vaag, iets met een PR verbeteren en volgen van een plan. Ik pak een viltstift en schrijf op beide voeten “2-2-5” en trek mijn sokken er overheen.
Be humble.
–
Edge of Saturday Night (The Blessed Madonna & Kylie Minogue)
De eerste twee uur lopen we in de regen, af en toe waait het stevig. Als de baan langzaam opdroogt hangt er een feestelijk sfeertje. De strook waarlangs de estafetteteams hun kampementen hebben opgezet is één grote bijenkorf. Op het naastgelegen parkeerterrein draaien lokale autoliefhebbers met gierende banden hun donuts. De tijd vliegt voorbij terwijl ik bijpraat met vrienden die ik soms al jaren niet heb gezien en ik ontmoet nieuwe.
Monday doesn’t matter
Monday doesn’t matter at all
–
Long Nights (Eddie Vedder)
Zaterdagavond of niet, rond een uur of twee wordt het rustiger rond de baan. Crews en estafettelopers kruipen in hun slaapzak. Ondanks de stevige wind en de vele lopers op de baan is het kalm in mijn hoofd.
I’ve got this light
I’ll be around to grow
Who I was before
I cannot recall
–
You want it darker (Leonard Cohen)
Ik houd van nachten op pad zijn in het donker. Deze wielerbaan is zo helder verlicht dat een koplamp totaal overbodig is. Mijn brein laat zich graag foppen en ik heb totaal geen last van slaap. De cafeïnetabletten helpen vast ook. Leonard Cohen fluistert bijna in zijn microfoon, zijn zwanenzang.
You want it darker
Catch the flame
–
Bagagedrager (Spinvis)
Het wordt langzaam licht. Het eerste tussendoel van 120 kilometer in 12 uur heb ik ruimschoots gehaald. Langzaam ben ik opgeschoven van de 20e naar de 6e plek. Behalve Harm en Jaapjan heb ik slechts een vaag idee wie er in de buurt lopen. Het scorebord toont alleen de lopers die precies op dat moment start/finish passeren en het overzicht wordt vervuild door de vele estafette-teams en deelnemers aan de andere onderdelen. Ik kan het makkelijk aan iemand vragen of mijn telefoon pakken, maar ik blijf liever in m’n eigen bubbel zitten.
Hij praat maar door maar jij dwaalt af
Dus je weet niet wie de wedstrijd wint
Als je luistert naar de wolken
Als je luistert naar de wind
–
Halftime (Nas)
Dan slinkt Harms marge van vier rondjes in rap tempo en ik begrijp dat er iets niet goed gaat. Even later zie ik hem in een deken gewikkeld op een stoel zitten. Hij moet de aftocht blazen.
Yeah, it’s about halftime
This is how it feel, check it out, how it feel
–
We Carry On (Portishead)
De wereld lijkt ondergedompeld in stroop, alles speelt zich vertraagd af. Nog 10 uur, nog 9 en een half uur, nog twee rondjes en dan… nog 9 uur. Van harte gaat het niet. Beth Gibbons’ ijle, bijna wanhopige stem met die dampende dissonanten eronder. Geen vrolijk deuntje.
On and on, I carry on
–
Where is my mind (Pixies)
Pas rond een uur of tien in de ochtend herinner ik me mijn voornemen om meditatietechnieken toe te passen tijdens het lopen. Dat lukt maar matig.
Your head will collapse
If there’s nothing in it
And you’ll ask yourself
Where is my mind?
–
Paranoid (Black Sabbath)
Jaapjan en ik dragen ons Spartathlon-teamshirt. We hebben kennisgemaakt in de eerste uren na de start. Net voor het licht werd lag ik eindelijk een ronde voor en nu voel ik zijn hete adem al urenlang in mijn nek. Ik heb het gevoel dat we nu andere rollen hebben gekregen in dit toneelstuk. Telkens als we elkaar in tegenovergestelde richting passeren probeer ik de afstand te schatten. Loopt hij op me in? Het enige wat ik kan doen is tempo houden en geen seconde stilstaan. Een paar rondes achtereen passeren we elkaar op het achterste gedeelte van de baan, waar de tenten van de estafetteteams het zicht op de parallelbaan belemmeren. Waar is ‘ie?
All day long I think of things
But nothing seems to satisfy
Think I’ll lose my mind
If I don’t find something to pacify
–
Who’s gonna be the GOAT? (De Staat)
Met nog een uur of zes te gaan vind ik mezelf in derde positie overall. Behalve de Duitser Moritz Ehm die ver vooraan loopt, heb ik geen idee wie de nummer twee is. De illusie nestelt zich in mijn brein dat ik eerste Nederlander ben. Dat lijkt me een nuttige hypothese, want hij houdt me niet alleen mentaal op de been maar dwingt me ook om het tempo hoog te houden. Tot een paar uur later de zeepbel wordt doorgeprikt, maar dan heeft de illusie zijn werk al gedaan.
Who’s gonna be the GOAT?
I ain’t gonna be the GOAT
–
Let it happen (Tame Impala)
Twee uur voor het einde lopen Jaapjans rondetijden langzaam op. Een paar rondes later haal ik hem voor een tweede keer in. Een knikje, een duim omhoog, een glimlach, ik weet het niet eens meer precies. Ik wil wel even stoppen om contact te maken met de mensen om me heen, Endy vragen hoe het gaat, andere lopers een duwtje in de rug geven die er doorheen zitten, maar ik moet door.
All this running around
Bearing down on my shoulders
I can hear an alarm
Must be a morning
–
Time (Jungle)
Gabriëlla en Fabian zijn me komen aanmoedigen. Hij rent een rondje met me mee en kletst me de oren van mijn hoofd. Ik voel een golf van emotie door me heen trekken. Geweldig dat ze hier zijn. De eerste PTL met Michiel, de baanultra in Steenwijk zes jaar geleden… ze hebben wel een neus voor de mooie finishes.
Just hold on tight
Don’t let in, yeah
I’ll run all night
Don’t let me
Oooh
Just let it out
Time and time and time and time and time again
Time and time and time and time and time again
–

Running (Moderat)
Nog zeven minuten op de klok. De teerling is geworpen. Gabriëlla reikt me het restmeterbordje aan en ik ren-wandel rustig verder. In een flauw omhoog kruipende bocht naar rechts voel ik dat de wegvallen van de spanning ineens ook een acuut fysiek effect heeft. Zo discreet mogelijk leeg ik mijn maaginhoud in het gras achter de heuvel, uit het zicht van het publiek. Ik voel dat Jaapjan bij het passeren nog even een hand op mijn rug legt. Opgelucht wandel ik verder richting het eindsignaal. Even later sta ik met Roger Kempinski en Gabriëlla naast onze restmeterbordjes.
So I keep on running
Up the hill, down the hall
You choose to do the walking
–
Mooi (Maarten van Roozendaal)
Ik kijk naar het scorebord, ik kan het haast niet geloven: 232,607 kilometer. Maar het staat er wel. Tweede op het NK, derde overall. Een paar dagen later probeer ik alles nog steeds op een rijtje te krijgen. Ik slaap al een paar nachten niet geweldig, dat hoort erbij na een wedstrijd. Zeeën van tijd om na te denken, een coherent verhaal in elkaar te puzzelen. En dromen van Leonidas.
Ach ik ben goddank dus nog een keer
Een jonge lente waard
Dit is zo mooi
‘T is om te janken zo mooi
Mooi
Om te janken zo mooi
–
Jonathan Koutstaal