Zes uur lopen lijkt absurd, in de ultrawereld is het slechts een begin. Voor mij was het de eerste keer en een heel eind. Dat kwam vooral omdat we een vicieuze cirkel van 3,1 km liepen en nergens hing een doek met finish erop. Wel een startdoek, maar geen finishdoek, dat lijkt heel uitzichtloos.
Dan probeer je aan iets moois te denken. Bij al mijn lange duurlopen liep ik grote ronden, langs strand en duin, door Meyendel, naar Katwijk en terug, soms 4 uur of meer. Dan droom je weg met het geluid van de branding en krijsende meeuwen op de achtergrond.
Als ik ren, dan is het feest. Dan dansen de golven met me mee. Kilometers ver, maar in gedachten nergens. Het lopen is voor mij een inspiratiebron, als kunstenaar kijk ik vooral in vormen en kleurvlakken. De laatste jaren draag ik geen lenzen meer en de wereld is veel mooier zo om in weg te dromen. (Alleen bij het autorijden maak ik een uitzondering.)
In Stein lukte het maar niet om weg te dromen, één gedachte kwam maar steeds naar boven, “één keer en nooit meer”. En de uren kropen voort, want de benen wilden na drie uur al ophouden en de geest had het allang begeven. Maar na ruim 55 km verscheen vanuit het niets een reddende engel op ATB. Heerlijk, iemand die voor me zorgde want ik was alleen. Dat wilde ik zelf zo, ik verander terstond in een weekdier als man en kinderen gezellig in het Steinerbos gaan zitten. Dus haalde ik zelf mijn squeezy’s uit de tas want in een BH gaan er maar vijf.
Maar het gezelschap van deze onbekende deed me erg goed en ik vertelde van de mooiste triathlon van Nederland, de halve van Stein die ik in 1996 voor het laatst (4e keer)had gedaan. En nooit had ik een slechte dag, en nooit had ik een lekke band en altijd was het publiek ongeëvenaard enthousiast in Stein. Nooit was ik sneller op een halve omdat de VIP boot de verste boei kapot gevaren had, en zwemmen hield ik toch al niet van. Nergens zoveel blaaskapellen langs de kant en in Limburg brouwen ze het beste bier.
Kortom, Stein is op goede aarde gebouwd, behalve bij de dijk van het Julianakanaal dan.
Aan het eind kwam mijn echtgenoot nog kijken, die dacht dat ik na vandaag wel genezen zou zijn van al dat lopen.
Na een loze belofte (van hem) van een week niet hoeven afwassen kreeg ik weer de geest en leek het Nederlands record misschien nog haalbaar. En dankzij mijn reddende engel die iedereen aan de kant stuurde en zorgde dat er iemand op het record punt stond in de laatste ronde, lukte het ook nog.
Stein, voor eens en altijd. Als ik ooit een zoon had gekregen, had hij Stein geheten, maar dan met een lange ij, maar dat maakt niet uit voor iemand die zijn lenzen nooit meer draagt.
Joke Keuning