De wind op de kop en het schuim om je mond!

Jan van de Erve over de JKM 2004.

Wat een gemor van sommigen toen de gewijzigde versie van de JKM werd aangekondigd op Ultraned. En wat hebben ze ongelijk gekregen. Want alle ingrediënten voor een heroïsche ultraloop waren op zaterdag 10 april aanwezig en de AV Noordkop heeft zichzelf overtroffen door een perfect georganiseerde wedstrijd neer te zetten. Ik kan niet anders dan de organisatie en alle vrijwilligers bedanken dat zij dit mogelijk hebben gemaakt want ik heb van de eerste tot en met de 80ste kilometer genoten.

Vooraf had ik wel twijfels of ik mee zou doen want de JKM zat precies ingeklemd tussen 2 marathons in 8 dagen waar ik had toegezegd te hazen voor Runners World en nota bene in de Leidsche Rijn marathon moest ik op een tijd van 3 uur 30 weggaan. Voor mij best een pittige tijd na een 50 mijl wedstrijd 2 dagen ervoor.
Desalniettemin besloot ik deel te nemen met 2 doelstellingen: heel blijven en genieten. Ik heb het boek van Jan Knippenberg (de mens als duurloper) verslonden en wilde altijd al eens lopen in het gebied waar hij zijn trainingen afwerkte. Mooie verhalen vooral als hij de nachtelijke tochten met Ron Teunisse beschrijft en ik kan het niet laten om een stukje te citeren:

(…..){i}In die tijd gebeurde het wel dat er ’s nachts een steentje tegen mijn raam werd gegooid. Meestal als er volle maan was en er sneeuw lag. “Ga je nog mee?”, riep hij dan “naar Camperduin of naar Petten en dan weer terug?” Dan liep we soms 4 of 6 uur, aan één stuk door, pratend. We gingen door Het Duin, want daaraan is hij het meest verknocht, dat mooie gebied tussen Schoorl en Bergen aan Zee. We gingen ook door De Verbrande Pan bij Het Woud, langs de oude villa waar Gorter delen van zijn Mei schreef waaruit Ron dan citeerde. Het was dan middernacht.
Hij lachte soms cynisch als hij declameerde:”Twee jonge goden over zee genaakten, wedijverend, met flikkerende voeten”. Hier kende hij elk pad, elke tak. We passeerden die bekende boom tussen het Woud en de Franschman, die daar tegen de duinhelling langs het fietspad leunde. Onlangs is die boom omgegaan. Er is nu alleen nog een stomp met prachtige grillige vormen te zien, die nu over het pad heen groeit. Laten ze die in godsnaam bewaren, als toverboom. Laat toch de natuur haar gang gaan.{ei}

Wat een gemis dat Jan Knippenberg er niet meer is maar wat goed dat er in ieder geval nog een loop is waaraan zijn naam is verbonden. Als ik soms geen zin heb om te trainen geeft zo’n stukje mij altijd weer inspiratie en vooraf leek het mij prachtig om in hetzelfde gebied te lopen waar die 2 illustere namen hun voetstappen hebben neergezet.

Een beetje te laat vertrekken we op zaterdagochtend naar Den Helder en eenmaal aangekomen heb ik nog maar een krap half uurtje om me voor te bereiden. Voordeel daarvan is dat je niet lang kan gaan zitten twijfelen wat je allemaal wel en niet moet aantrekken. Het weer vraagt wat mij betreft in ieder geval een jasje, lange tight en zweethemd.

De wedstrijd is eigenlijk vrij snel te beschrijven: Heen door de duinen, terug over het strand. Heen wind in de rug, terug wind pal tegen. En wind staat er vandaag, oké het is geen windkracht 8 zoals een maandje geleden in de Binnenmaas maar ik schat het toch wel op een stevige 5.

De eerste 2 kilometer lopen we geneutraliseerd, zoals dat in wielertermen heet en ik nestel me al gelijk in achterhoede. Marina fietst tot een kilometer of 35 mee dus zij maakt haar kilometertjes vandaag ook wel op de fiets. Ik ben niet zo’n groepsdier, loop net zo lief alleen maar bevind me de eerste 30 kilometer in het aangename gezelschep van Theo de Jong, Theo Kuijpers, Henk Harenberg en Herman Euverman. Het tempo ligt gemoedelijk laag en we laten het prachtige duinlandschap aan ons voorbij trekken. Heel opvallend is dat het land achter de hoge duinenrij gelijk zo plat als een pannenkoek is en als we af en toe wat hoger lopen hebben we een mooi uitzicht op de bollenvelden die in bloei staan. Ik probeer Theo wat namen te ontfutselen van vogels die we onderweg horen, hij heeft daar geen enkele moeite mee en noemt ze allemaal op. Dat is nou één van de voordelen van het niet op kop lopen, je ziet en hoort nog eens wat onderweg. De hoogste en breedste duinenrij ligt meen ik bij Schoorl en Groet en dat vind ik tevens het mooiste stuk. Het moet geen straf zijn om hier in de buurt te wonen en hardlopen als hobby te hebben! Het laatste stukje naar Bergen a/zee gaat het nog behoorlijk op en af maar ik heb er eerlijk gezegd weinig moeite mee, ik loop voor mijn gevoel in de 3e versnelling (van 5) en probeer me voor te bereiden op de zware strandkilometers die nog voor ons liggen. Dat kan natuurlijk helemaal niet, je daarop voorbereiden, je moet gewoon dat ene been voor het andere blijven zetten en niet aan al die kilometers denken die nog voor je liggen maar met bewondering voor jezelf terugkijken op de 45 die je achter je hebt liggen.
Tja, dan ga je het strand op en dan is het ineens een heel ander verhaal. De zee is prachtig, schuimende golven. De duinen zien er mooi uit, hoog, trots, Hollands en af en toe oplichtend in de felle zon die heel even door de jagende wolken prikt. En het strand is mooi, stevig zand, goed beloopbaar, prachtig breed. Er is echter maar één maar: De Wind. De wind zuigt de energie uit je benen, de wind jaagt je hartslag omhoog en de wind zorgt er voor dat je het liefst achter elkaar wilt kruipen, een soort waaier vormen alsof we als een stel wielrenners aan het koersen zijn. Dat doen we dus dan maar en Theo (de J.) en ik doen het meeste kopwerk. Ondanks die wind geniet ik nog steeds met volle teugen. Ik weet ook wel dat het nog ver is en dat het strand nog heel zwaar kan worden maar ik loop gewoon nog zo makkelijk voor mijn gevoel en ik ben blij dat ik het gewoon kán.

De Hondsbosse Zeewering, ik ken de naam nog wel van vroeger, van Aardrijkskunde maar nu weet ik dus ook wat het is om daar overheen te lopen. Aan het begin daarvan komen we Lies Heijnen tegen die op de 2e plaats bij de vrouwen ligt en zij ziet ook wel de voordelen van het groepje in. We knokken ons voort en pikken onderweg ook nog Rob Strigencz op, een Belg uit Hasselt die verkondigt dat hij nu toch wel erg veel goesting in frieten en ‘ne pint krijgt. Langzamerhand waaien er toch steeds meer meelopers af en blijf ik alleen met Lies over die het in eerste instantie maar lullig vindt dat ik haar uit de wind houdt maar ik verzeker haar dat ik daar geen enkel probleem mee heb. We hebben kilometers lang Ria Buiten in het vizier die op de eerste stek loopt maar Lies hoeft er niet naar toe: 2e worden vlak achter Ria vind zij al prima vandaag. Bij de laatste drinkpost aangekomen is Ria net weer weg en moeten we nog 2,1 kilometer door de duinen richting finish. Hoewel ik vandaag absoluut niet bezig ben geweest met eindtijden zie ik dat we netjes binnen de 8 ½ uur blijven waar ik heel tevreden mee ben.

Eindelijk is daar dan het finishdoek en de speaker verkondigt dat hier dan de eerste dame komt! “Nee, nee, dat kan niet!”, roept Lies maar het is toch waar. Ria heeft zich vergist op het laatste stukje en zal pas 3 kwartier later finishen. Heel erg sneu natuurlijk maar dat kan nu eenmaal gebeuren.
Marina staat al een uurtje de finishers van de “50” te bekijken waar de meesten behoorlijk kapot binnenkomen en vraagt hoe het me af ging. “Lekker loopje, kan er nog wel 20”, zeg ik stoer maar eigenlijk klopt dat wel. Ondanks de tegenwind op het strand ging het prima en achteraf kan ik zeggen dat het een goede training was voor mijn debuut op de 100 volgende maand in Denemarken. Het pintje en de frieten gaan er achteraf goed in en ik moet zeggen dat dit voor mij één van de mooiste wedstrijden was die ik in Nederland heb gelopen.

11-04-04
Jan van de Erve
http://www.ultralopen.cjb.net