Toch fijn zo’n speaker…

Twee marathons om uit te kiezen dit weekend Almere en de Maas-marathon. Zelf heb ik vanwege de reistijd voor Almere gekozen hoewel de “Maas” natuurlijk in een schitterende omgeving gelopen wordt.

Twee marathons om uit te kiezen dit weekend Almere en de Maas-marathon. Zelf heb ik vanwege de reistijd voor Almere gekozen hoewel de “Maas” natuurlijk in een schitterende omgeving gelopen wordt.
Als ik om 10:00 vertrek geeft de thermometer al 18 graden aan, daar zullen nog wel een paar graadjes bijkomen.

Daar ik nog nooit in Almere gelopen heb is het maar weer afwachten hoe ik daar kom. Almere is nog wel te vinden, er zijn echter organisaties die er vanuit gaan dat lopers per definitie paranormaal begaafd zijn en dus wel snappen hoe je van de snelweg bij de start komt. Om nog maar niet te spreken over het parkeren van een auto. Auto? Bent u met de auto? Tja, wij gaan altijd met de trein, daar hadden we even niet aan gedacht.

Maar goed, de organisatie van de Almere marathon heeft er dus wel over nagedacht en vanaf de snelweg was alles perfect bewegwijzerd.
Linea recta naar een grote parkeergarage – staat dat blik tenminste nog een beetje koel ook – en vandaar te voet naar de inschrijving. Ook de inschrijving verloopt soepeltjes dus met nog een uur te gaan kunnen we nog wel een bak koffie drinken.
Als ik buiten kom is het al lekker weer om op het strand te liggen, maarja je doet het jezelf aan dus niet zeuren.

De start gaat soepeltjes geen dringen geen horden mensen die zonodig van de voorkant aan moeten sluiten. Lekker ontspannen sfeertje. Daar ik volgende week ook nog wat wil doen en de temperatuur toch wat hoog is, heb ik me voorgenomen om een beetje kalm te starten. De 1e Km in 4:20, hoezo kalm aan, maar de hartslag blijft mooi laag dus we zien wel. Zo vliegen de kilometers voorbij en daar de 1/2e gelijk is gestart heb ik totaal geen overzicht van het veld. De verzorging blijkt prima geregeld, Extran, water, sponzen alles in overvloed. Alleen jammer dat de organisatie voor “citron” gekozen heeft, die smaak is na 25 Km niet meer te pruimen. Ook voldoende vrijwilligers die de weg aangeven en bekers aanreiken, top!

Na een kilometer of 19 hoor ik ineens iemand achterop komen. Dat is de eerste in de afgelopen 15 Km denk ik nog en ineens hoor ik een bekende stem “hé Tom. hoe gaat ie”. Ik had het kunnen weten alleen Epskamp komt na 19 Km met zo’n rotvaart achterop. Ik versnel wat, Wim vertraagd wat en samen lopen we richting finish. Wim is gestrikt voor een ½ M businessteam dus die kan aan het bier.

1:29:40 op de helft, sh.. ik zou nog rustig aan doen. Ik loop rustig verder en al snel krijg ik een loper in het vizier. Nou moet ik even vertellen dat ik bij wijze van tijdverdrijf altijd gepasseerde lopers ga tellen. Dit is dus 1 al snel volgen 2,3,4 zo, dat gaat lekker. Ik heb wel anders meegemaakt, dan sta ik al snel op -10,-11…en dan gaat op een gegeven moment het kaarsje uit.
Zo rond de 30 Km heb ik er toch al zo’n 10 – 12 te pakken en besluit toch die drie uur te laten voor wat het is.

Als ik de dijk opdraai hoor ik inplaats van een loper, een motor van de organisatie achterop komen. Wat een luxe het ding blijft voor me rijden en ik begin me af te vragen of ik heel misschien 3e veteraan ben. Neeh… met drie uur derde, lijkt me sterk. Wat ik trouwens altijd heel prettig vind is mensen of vrijwilligers die je op het laatste stuk je positie vertellen. Maar niemand geeft een stand door dus het zal wel voor “de fun” zijn. Vlak voor de haven gaat de motor van het parkoers en ik loop de laatste paar honderd meter naar de finish. De speaker staat een betoog te houden over de organisatie en ik verwacht elk moment mijn naam te horen. Zeker als er zowel voor al achter je niemand te bekennen is, lijkt het me een afwisseling als er weer een loper binnenkomt. Maar nee hoor over de organisatie lullen is veel belangrijker. Je kan echt weer merken dat men na de halve de aandacht verliest. Ik passeer de mat, er wordt een medaille in mijn hand gedrukt en niemand vertoond de minste reactie. Hoeveelste veteraan ik ben interesseert me ineens geen ene lor meer. Na een paar bekertjes water zoek ik de douches op en laat me lekker masseren. Thuis gekomen is de eerste vraag: “hoeveelste ben je?” Waarop het standaard antwoord : “geen flauw idee”. Ik vertel van de wedstijd, van die motor en toch wel nieuwsgierig geworden kijk ik op internet. Wel verdraaid 2e M40, nou organisatie die plek was dus leeg want Tom lag lekker op de massagetafel.

Ultraned – Tom Hendriks