Met enkele weken vertraging (net een deugddoende vakantie achter de rug)wil ik toch de Ultraned bezoekers berichten over onze deelname aan de Jura Marathon.
Samen met Rudi Vercruysse vertrok ik begin juli naar Geneve. We hadden ons ingeschreven voor Europa’s langste meerdaagse bergloop. Vorig jaar hadden we samen de smaak te pakken gekregen in de Transardennaise. Maar de Jura Marathon is toch nog andere koek. In zeven dagen van Geneve naar Basel over een afstand van 323km en dit allemaal door het Jura gebergte. Twee weken voor de start was Rudi nog vicekampioen van Belgie(bij de senioren) op de 100km geworden in Torhout. Ik had me door een verzwikte voet moeten beperken tot een rustige marathon. Niet ideaal dus met zo’n uitdaging voor de boeg.
De kennismaking met Geneve viel niet echt mee maar dat was onze eigen fout. Geen van beiden had de formulieren met het telefoonnummer van de inrichter en de plaats van afspraak mee. Toch vonden we de refter van de universiteitstad en algauw begon de kennismaking met enkele andere deelnemers. De eerste nacht werd doorgebracht in een atoomschuilkelder, dus veiliger konden we niet overnachten.
Op zondagmorgen begon het echte loopavontuur na een korte busrit door Geneve. Eerst een 25km redelijk vlak met een steeds mooier en dichterkomend zicht op het Juragebergte. De eerste serieuze klim mocht er direct wezen:12km lang met stukken tot 18% stijging. Eenmaal daarover doken we de natuur in t. t. z. weiden met koeien(met bellen). De eerste 45km hadden voor niemand problemen veroorzaakt en de eerste namiddag en avond waren heel gezellig. 109 Lopers van verschillende nationaliteiten en allemaal in de ban van de natuurloop. Tel daarbij nog de vele helpers en begeleiders, het is een grote groep die allemaal moeten eten en slapen. De organisatie mag dan ook perfect genoemd worden. Slapen deden we in sporthallen, door de plaatselijke stadsbesturen ter beschikking gesteld. Eenmaal waren er geen slaapmatten voldoende geleverd maar dan konden een aantal(waaronder ik en Rudi)overnachten in een nabijgelegen jeugdhotel.
Het eten was heel verzorgd en lekker. De Belgen, wij dus, vormden al vlug een groepje met de Nederlanders, Rob en Jos. Ook de twee Canadese koppels zaten altijd bij ons in de buurt. In de lage landen is Engels meestal geen probleem wat je niet kan zeggen van de meeste Duits-sprekenden.
De tweede dag sloeg het mooie weer om en vanaf nu ging het steeds vaker regenen. Dat is beter weer om te lopen natuurlijk maar het nadeel was dat de vele beklimmingen en afdalingen extra bemoeilijkt werden. Rudi had de tweede dag een beetje een terugslag van zijn Nacht Van Vlaanderen twee weken terug maar vanaf dag drie liep hij steeds beter en beter.
Ik was tevreden want alhoewel mijn voet goed ingetaped was , moest ik toch extra aandachtig zijn op de meestal heel ruwe ondergrond.
Op het einde van de vierde dag kreeg ik daarbij nog pijn in het linkerscheenbeen. Door het afdalen begon er een zich een ontsteking te vormen. De arts van de wedstrijd(die ook meeliep en zelfs de wedstrijd won)gaf me een paar ontstekingsremmers. Verder kon hij niet veel doen, zei hij. Opgeven wilde ik natuurlijk niet maar indien de pijn en de ontsteking teveel verergerde, zou ik toch moeten stoppen. ’s Avonds aan tafel zei Jos, die zijn voet verzwikt had , dat hij de laatste drie dagen bij de finishers ging starten. Je kan er namelijk als het bij de wedstrijdlopers(de runners) niet meer lukt, starten bij de Finishers. Dan start je s’morgens twee uur vroeger maar heb je ook twee uur meer tijdslimiet. Als je binnen de gestelde zes uur (van de runners)niet binnen bent, moet je normaal de volgende dag starten bij de finishers. Met onze kwetsuur was het verstandiger vrijwillig te profiteren van die extra twee uur.
Dag vijf liep ik dus in de voorhoede en waar het teveel pijn deed(bergaf op harde ondergrond)wandelde ik zoveel mogelijk om toch maar Basel te halen. De drie laatste dagen zijn ook de langste in afstand, 53km, 49km en 50km. Reken daar nog de bergen waar de inrichters de zware hellingen niet uit de weg gaan.
Er waren reeds een aantal uitvallers maar de meesten beten door alhoewel er in de douches steeds meer blauw te zien was. Blauw afkomstig van valpartijen en verzwikkingen. Op dag zeven werd het startuur nog met een uur vervroegd om het afsluitend etentje in Basel niet te laat laten worden. Zo stonden er om zes uur ‘s morgens een dertigtal lopers in de gietende regen klaar om de laatste 50km naar Basel te overbruggen. De groep finishers was de laatste twee dagen enorm toegenomen omdat velen de gestelde limiet niet meer haalden.
We waren 7 dagen terug gestart aan de Rhone en het moment dat je Basel binnenloopt langs de Rijn krijg je echt kippenvel. De laatste 15km voel je door de adrenaline helemaal geen pijn meer en het polshorloge dat je als beloning ontvangt mag dan wel geen Rolex zijn, toch is de emotionele waarde heel groot.
Een prachtige wedstrijd, veel nieuwe vrienden ik durf het sterk aanraden aan iedereen die de ultraloop in het hart draagt.
Cedric Proot