“Henk loop je zondag ook in Amsterdam?”
Op 10 oktober vond in Eindhoven een goed georganiseerde stadsmarathon plaats. Voor mij de eerste en voorlopig de laatste keer een stadsmarathon.
Nu zal menigeen denken en zich afvragen “Waarom loop je deze dan?”. De reden dat ik deze liep was te bewijzen dat een ultraloper respect verdient en dat het meer is dan even, met de regelmaat van de klok, relaxed een lange afstand te lopen. Deze geluiden kwamen me de laatste tijd regelmatig ten ore vanuit sommige kelen uit de niet-ultrawereld. 1 van deze kelen stond aan de start van de Eindhovenmarathon. Mijn opzet was om hem een poepie (figuurlijk) te laten ruiken. Wat denkt ie wel niet! Respect, acceptatie, in je waarde laten, begrijpen we waar we het over hebben? Zowel in de maatschappij als op sportief vlak dienen we dit voor elkaar te hebben!
Nou het sportieve aspect. Na een overnachting in het familiepension Cloosterman te Veldhoven, reden we richting Eindhoven, de gloeilampenstad. Ik was redelijk gemotiveerd, zie bovenstaande alinea, en durfde de gok aan met pacers Edwin van der Loop en Tom Hendriks te starten op 3 uur en 15 minuten, kijken waar het schip strandt. En het strandde met recht, kapitein Iglo had de lat “iets” te hoog gelegd. Na de 1/2 marathon in 01:37:06 ging het roer om, te hard. Tweede deel zo’n 10 minuten verval. Finish uiteindelijk bereikt in 03:25:37. Het poepie ruiken mislukte, kwam een 12,5 minuut te kort maar dat is het verschil tussen 2 marathons op jaarbasis en een paar handenvol meer op jaarbasis. Gisteren vertelde m’n clubgenoot dat ie zeker 3 weken nodig had voor herstel en dat klonk me als muziek in m’n flappie-oren.
Over de marathon, veel sinasappelschijfjes, veel muziek, veel klapvolk en helsfluitende kinderen. 1 persoon werkte me zo op de zenuwen met z’n fluitje. Krijg de hik met het rotding en waarom moet er geklapt worden waarbij je trommelvlies en je hele hoofd wat anders wil. Mensen begrijp me goed, zo ervaar ik het. Ik heb absoluut niets tegen mensen maar wil als ik moe wordt/ben wat anders dan rumoer. Rust, goh wat was er verlangen naar de rust van de natuur van de Belgische Ardennen, naar het Sauerland, over een maandje een marathon in Kenia (een week later na New York, brrr) waar, van horen zeggen, de finish in het oerwoud is. De verhalen over Jan Knippenberg flitsten door m’n hoofd o.a. over de nachtelijke hardloopescapades in de duinen samen met Ron. Echt kicken, lijkt me dit.
Het herfstzonnetje en de wind waren de enige elementen waarbij ik me op m’n gemak voelde en mijn ontmoeting met de andere pacers, veelal ultralopers waarbij er ééntje zegt: “Henk ga je volgende week nog naar Amsterdam?”. Ik krijg de slappe lach, is dat geen ultragroot dorp? Het gesprek met ultracrack Tom Hendriks, na afloop in de parkeerkelder, was voor mij het hoogtepunt van de dag. Zijn Mont Blanc- en Spartathlon-ervaringen, de verhalen over Wim Epskamp ervaringen gedurende de ultra op de Scottisch highlands welke hij, geloof ik, al een paar keer heeft gewonnen. Schotland lijkt me super maar begeleiding wordt voor me knap lastig en helaas heb ik geen familie in Schotland.
Na afloop van de Eindhoven marathon heb ik al lachend met Theo Cloosterman onze wedstrijdtactiek besproken en we kwamen tot de slotsom, hoe gekker hoe ouder, we hadden beide redelijk tot veel verval. We hebben onze talenten (welke?, Theo dit heeft betrekking op mij) overschat alhoewel Theo vandaag wel zijn p.r. op de 1/2 marathon verbeterde!!!
Na Theo alvast prettige kerstdagen gewenst te hebben (onze flexibele planning wijkt redelijk af, alleen misschien de Rontgenlauf), rijd ik na een wijze les, terug richting de Achterhoek. De wijze les kent 2 items:
1. Voor mij voorlopig geen stadsmarathon meer en 2. hopelijk beseft iedereen nu ‘ns dat het ultra-wereldje serieus genomen dient te worden en dat onze sportieve prestaties niet worden onderschat.
Henk Harenberg
henkriveroflife@hotmail.com
PS: Wie weet trouwens of de 11-stedentocht in 2005 naast de estafette ook een solo-loop is?
