Joke Keuning voert ons terug in de tijd. Eerst naar het Urk uit haar jeugd. En dan naar die koude mistige 30 november 2003: een hele marathon zuidoosten wind tegen, de ganse weg van Urk naar Zwolle. Wie weet hoe het dit jaar wordt op zaterdag 27 november tijdens de laatste wedstrijd voor de Marathon en Ultra Cup 2004: zonnig en helder met een straffe noordwester mee? Potentiële deelnemers wordt aangeraden te zijner tijd op de negen dagen verwachting van het KNMI te kijken: http://www.knmi.nl/voorl/weer/
Voorinschrijving tot 14/11 via de prachtige website van de Zuiderzeemarathon, zie de UN-kalender: http://www.zuiderzeemarathon.nl/
————–
Een marathon met Urk als start en Zwolle als finish bracht bij mij vele jeugdherinneringen naar boven. Van kinds af aan heb ik veel met mijn vader gezeild. Het was de bedoeling dat het hele gezin meeging, maar voor mijn vader was geen zee te hoog of het zeil werd gehesen. Aangezien de rest het niet zag zitten en ik net als mijn vader nergens gevaar in zag, ging ik meestal mee. Zo hebben we menige tocht en oversteek gemaakt, maar de mooiste was de eerste keer dat ik het IJsselmeer overgezeild ben. Hoge golven en voor mijn gevoel uren alleen maar water en water om ons heen. Hangend over de railing, altijd zeeziek, en ineens doemde er heel vaag een vuurtorentje aan de horizon op. Dat silhouet van een vuurtoren werd steeds helderder en er kwamen huisjes bij en een haven.
Dat was Urk en ik was zeven jaar.
Het was liefde op het eerste gezicht. Ik hield van Urk, met zijn geur van teer en gerookte paling, van de kleine schilderachtige vissershuisjes en zijn onvriendelijke bewoners.
Jaren later kwam ik er nog een keer, met mijn vader en de boot. We sliepen in de haven, aangemeerd aan een Urker vissersboot. De volgende ochtend dreven we in de haven, de touwen waren losgegooid. We wilden de haven uitvaren richting IJsselmeer, maar de motor had het begeven en het waaide flink. Toen het zeil ook nog eens scheurde waren we aangewezen op hulp. Deze kregen we van een vriendelijke binnenvaartschipper uit Kampen. Hij sleepte ons door de sluizen bij Urk, waar het water zeven meter moest zakken om de Noordoostpolder binnen te kunnen varen. Deze vriendelijke man sleepte ons twee dagen en leerde me sturen op het grote schip.
Zo stond ik aan het roer van een vrachtschip en ik was dertien jaar. En nu dwaal ik af.
De start was dus in het Urk vol herinneringen.
Het mooie Urk en dan rennend over de bodem van de Zuiderzee op weg naar Zwolle. Die kale Noordoostpolder waar ik menig kilometer weggefietst heb in mijn gloriedagen. Heerlijke rechte wegen, vergezichten en kaarsrechte bomen en dan de lelijkste plaats van Nederland: NAGELE!
Als je nog nooit depressief geweest bent, dan wordt je het zeker daar. Dan als grote verrassing Schokland, wat, net als Urk eens een eilandje in de Zuiderzee, daar ligt als een soort terpmuseum midden in die kale polder. En weer die rechte wegen met hier en daar een huis, alleen maar bochten van 90 graden en de dijk van het Zwarte Water. Eenmaal op het vaste land volgen we de IJssel naar Kampen. Een prachtige oude stad vol herinneringen.
Zo had ik me deze marathon voorgesteld, al mijmerend over lang vervlogen dagen, een marathon vol nostalgie.
En dan nu de TRUE STORY.
Er waaide op deze zaterdag 30 november een harde zuidoosten wind en het was koud. Met 4 touringcars, zo’n 180 deelnemers, reden we door een mistig landschap van Zwolle naar Urk. Het leek net een schoolreisje, het was gezellig in de bus, het was heerlijk warm in de bus en het leven was goed zo. Hier kwam een eind aan toen we aan de rand van Urk bij een benzinestation eruit moesten. Deze kant van Urk kende ik niet, maar het had net zo goed NAGELE kunnen zijn. De start was 500 meter verderop richting wind, mist en kale polder. Door de koude wind bleven 160 deelnemers tot vlak voor de start in het benzinestation zodat ik op de eerste rij bij de start stond. Niet erg belangrijk gezien het aantal deelnemers. Op de koude wind had ik niet gerekend, met mijn dunne zomerbroek en katoenen t-shirt.
Van Urk heb ik dus alleen het benzinestation gezien en die zag er hetzelfde uit als bij ons. Deze teleurstelling hakte er gelijk in, zelfs Nagele viel daarna mee. Schokland was onovertroffen maar de polder bleef mistig, kaal en vooral koud. Tot het halve marathon punt
(1.35 uur) waren er regelmatig mannen om achter te schuilen tegen de harde ZO wind, want we hadden 42,195 km wind tegen. Eenmaal het Zwarte Water over richting Kampen kwam ik vooral alleen te lopen en even herstellen was er met die wind niet bij. Helaas kreeg ik het niet meer warm, mijn benen voelden aan als bevroren komkommers en ik werd duizelig en later misselijk. Eerlijk gezegd heb ik, tegen mijn filosofie in, zelden zoveel naar de grond gekeken als deze keer. Maar het was toch overal even grijs dus ik heb niet zoveel gemist, behalve het genieten. Het genieten was vooraf en later, want in de kantine was het warm en gezellig.
Ik wist van tevoren dat we 42 km met wind tegen zouden lopen en het was echt heel erg. De voorspellingen zeiden het al drie dagen, windkracht 4-5 zuidoost. Ik besloot pas de avond ervoor toch te lopen, ik ging vanwege Urk, wind of geen wind.
Joke Keuning (joke.frank en de provider casema.nl)
